Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech minister Dekker workshop omgevingsvergunning VNG-congres 13 juni 2006 Maastricht.

Voorzitter, geachte bestuurders,

De belangstelling voor deze workshop over de omgevingsvergunning is overweldigend. Dat is mooi, want daaruit blijkt dat u, als nieuwe colleges van B&W, het onderwerp belangrijk vindt.

En terecht want ik ben er van overtuigd dat de omgevingsvergunning goed aansluit bij uw ambities om de dienstverlening aan burgers en ondernemers te verbeteren.

Ondernemers en burgers ervaren vaak nog te weinig betrokkenheid en professionaliteit bij de vergunningverlener. De kennis van het gemeentelijk apparaat inzake wetstrajecten en de vergunningverlening is nog vaak gebrekkig.

Als gevolg hiervan is er een angst voor aansprakelijkheid. Ligt die nu bij de gemeente of bij het bedrijf? Die onzekerheid leidt er vervolgens toe dat gemeenten bedolven worden met vragen over de interpretatie van regelgeving.
De aldus gecreëerde papieren schijnzekerheid betekent natuurlijk een behoorlijke toename van de administratieve lastendruk.

Willen we dus daadwerkelijk de lasten verminderen, dan moeten gemeenten goed op de hoogte zijn van de geldende regelgeving en goed weten wie waarvoor verantwoordelijk is.
Daarin is een rol weggelegd voor het Rijk. Maar het is ook aan gemeenten zelf om ervaringen uit te wisselen en kennis te delen.

Hoe komt dat?

De soms tekort schietende betrokkenheid en professionaliteit bij de vergunningverlener heeft deels heeft te maken met een cultuur waarin de overheid niet naast ondernemende burgers en bedrijven staat, maar vooral focust op de bezwaren en belemmeringen. Zo hebben we ook onze vergunningenstelsels, het toezicht en de handhaving ingericht.

Die cultuur zijn we nu aan het doorbreken. We willen niet alleen bij VROM, maar in de hele overheid van hindermacht naar ontwikkelkracht. Het credo daarbij is: Ga uit van de klant, de burger en ondernemer en faciliteer hem bij het nemen van zijn eigen verantwoordelijkheid.

Dat dat kan, bewijzen de pilots omgevingsvergunning waaraan inmiddels bijna dertig gemeenten maar ook provincies en waterschappen meedoen.

De proefprojecten zijn vorig jaar in tien eerste gemeenten van start gegaan om daar - onder andere door schaduwprojecten - na te gaan wat nodig is om in 2008 te kunnen beginnen met de omgevingsvergunning.

In de gemeente Valkenswaard bijvoorbeeld sloot de pilot goed aan op de nieuwe ambtelijke organisatie die in september 2003 werd ingevoerd om te komen tot meer klantgericht werken. Voor Valkenswaard is invoering vooral een kwestie van organiseren en bedrijfscultuur. Uit het onlangs verschenen visiedocument van de gemeente blijkt dat men de voorwaarden voor een succesvolle introductie in kaart heeft. Volgens Valkenswaard kan het!

Ook in Haarlem is al veel voorwerk voor een voorspoedige introductie gedaan.

Er is gekeken naar de haken en ogen bij de 'één loket-gedachte' en de samenwerking tussen beleid en handhaving. Verder zijn casussen nagespeeld op basis van het scenario omgevingsvergunning en zijn er op diezelfde basis echte controlebezoeken gehouden. Ook Haarlem weet nu dus goed wat er te wachten staat.

Ik zie natuurlijk ook wel dat er veel op u afkomt. Dat er veel van uw verandercapaciteit gevraagd wordt om alle wijzigingen in beleid en regelgeving te verwerken. Ik denk aan de nieuwe Wro, de Woningwet, de Wet milieubeheer, de luchtkwaliteitseisen en de regels voor de bodemkwaliteit. Desondanks blijkt uit de gemeenteonderzoeken van de VROM-Inspectie dat er bij de gemeenten veel verbetert.

Zowel in de uitvoering op het gebied van bouwen, milieu en ruimte, als ook in toezicht en handhaving. Die opgaande lijn mogen we niet in gevaar brengen. De invoering van de omgevingsvergunning is een uitgelezen kans om dit vast te houden.

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) - zoals de omgevingsvergunning voluit heet - kan u hierbij gaan helpen. Dat vraagt een goede inrichting en inhoud van het fysieke en digitale loket (front-office). Het vraagt ook om een goede samenwerking binnen en tussen de overheden, achter het loket (back-office). Invoering van de Wabo geeft gemeenten en provincies daarmee de mogelijkheid om goed te kijken hoe ze de processen hebben ingericht.

Door vergunningen - met ondersteuning van VROM op ICT-gebied - digitaal te gaan organiseren kunt u bovendien sneller en efficiënter gaan werken. Maak de Wabo dus tot onderdeel van uw dienstverleningsconcept!

De omgevingsvergunning is dus een kans voor innovatieve bestuurders, maar het succes valt of staat met de invulling die u er lokaal aan weet te geven.

De Wabo is een belangrijke invulling van het kabinetsstreven om de regeldruk voor burgers en bedrijven te verminderen. Het gaat om de samenvoeging van zo'n vijfentwintig vergunningsstelsels, waarvan elf decentrale. Van rijksregels voor bouwen, wonen en milieu tot gemeentelijke sloop- en kapvergunningen.

De nieuwe vergunning legt de lat ondertussen even hoog als de gezamenlijke oude afzonderlijke regels en eist bovendien dat voorschriften onderling niet strijdig zijn.
Dat scheelt burgers en bedrijven 200.000 vergunningaanvragen per jaar. Dat vraagt van u wel een ingrijpende verbouwing terwijl de winkel open blijft.

Het invoeren van de omgevingsvergunning vraagt dus om investeringen. Niet alleen financieel. Van het bestuur vraagt het commitment en overtuiging om deze verandering met kracht op te pakken.

En het ambtelijk apparaat moet kennisnemen van de Wabo-regelgeving, terwijl de gemeentelijke organisatie moet worden aangepast en de vaardigheden van vergunningverleners en handhavers moeten worden bijgespijkerd.

Kern van de zaak: reductie van administratieve lasten mag niet leiden tot een toename in bestuurlijke lasten. Dat is een maatschappelijke opdracht aan de hele overheid; rijk en gemeenten samen.

Hoe kunnen we er voor zorgen dat niet alleen de invoerings- maar ook de uitvoeringskosten van de Wabo voor gemeenten zo laag mogelijk blijven? Welke investeringskosten zijn daarmee gemoeid en waarvoor is het absoluut noodzakelijk dat het Rijk bijspringt?

Ik heb reeds 10 miljoen vrijgemaakt bedoeld voor investeringen in ICT-ontwikkeling om het elektronisch aanvragen van vergunningen mogelijk te maken. Of er nog meer nodig is zullen we moeten bepalen door met elkaar een gedegen inzicht te krijgen in niet alleen de investeringskosten maar ook in de opbrengsten. Dit natuurlijk wel in relatie met de effecten van het vervangen van de vergunningplicht door algemene regels.

Het lijkt me verstandig wanneer u vooral inzet op investeren in gezamenlijke invoering.

Daarmee kunnen de kosten per gemeente aanzienlijk worden gedrukt. Overigens zit de winst bij die gezamenlijke aanpak niet alleen in het geld maar ook in het delen van kennis en expertise.

Als steun in de rug is er het gezamenlijk implementatieprogramma van het rijk samen met IPO, VNG, UvW en het bedrijfsleven. Kern van het programma is; zorgen dat het voor iedere burger en ondernemer per
1 januari 2008 mogelijk is om een omgevingsvergunning aan te vragen en te ontvangen.

De ondersteuning richt zich op: 1. tijdige aanpassing van de werkprocessen, 2. ontwikkeling van het digitale omgevingsloket, 3. tijdige gereedheid van het wettelijk kader en ten vierde: kennisoverdracht, opleidingen en een helpdesk voor de invoering die dit najaar van start gaat.

Bij een verdere professionalisering van de uitvoering past ook een open deuren beleid. Ik zou u willen adviseren: zoek de samenwerking waar u maar kunt! Stel uw kennis en ervaring beschikbaar. Werk samen met andere gemeenten, op regionaal niveau of via platforms.

Al deze acties vormen samen de bouwstenen voor een gezamenlijk implementatieplan dat snel z'n beslag moet krijgen. Ik wil zelf met mijn collega-bestuurders van gemeenten, provincies en waterschappen een regiegroep vormen die er in de periode tot 2008 voor gaat zorgen dat dit plan ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

Tot slot wil ik uw aandacht nog even vragen voor dit koffertje. Het is een door VROM ontwikkeld EHBO-koffertje om u goed voor te bereiden op de introductie van de omgevingsvergunning.

Vandaar 'Eerste Hulp Bij Omgevingsvergunning'. Van deze EHBO-koffer wordt één exemplaar aangeboden aan elke gemeentelijke projectleider.

Heeft u nog geen projectleider omgevingsvergunning? Meldt er dan snel één aan bij VROM. Hij of zij ontvangt dan van ons het koffertje. Ik hoop dan alle projectleiders in september te kunnen uitnodigen op het VROM-congres waar ik het startschot voor het invoeringstraject tot
1 januari 2008 zal geven.

Daar hoeft u in uw gemeente niet op te wachten. Mijn oproep aan u is: benoem een projectleider, zorg voor een invoeringsteam en ga zo snel mogelijk uit de startblokken!
De eerste succesvolle 'winnaars' zal ik zeker in het zonnetje zetten!