13-6-2006
Gemeenten moeten kennis opdoen over de omgevingsvergunning, deze met
elkaar delen en samenwerken. Dit is vooral een kwestie van goed
organiseren en bedrijfscultuur. Wordt dit goed geregeld, dan kan de
omgevingsvergunning in 2008 snel ingevoerd worden. Dat was de
boodschap van minister Dekker tijdens de workshop Omgevingsvergunning
op het VNG-congres (Vereniging van Nederlandse gemeenten) van 13 juni.
Het invoeren van de omgevingsvergunning vraagt om investeringen. Niet
alleen financieel. Van het gemeentebestuur vraagt het commitment en
overtuiging om deze verandering met kracht op te pakken. En het
ambtelijk apparaat moet kennisnemen van de Wabo-regelgeving (Wabo =
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht = omgevingsvergunning). Ook
moet de gemeentelijke organisatie worden aangepast en de vaardigheden
van vergunningverleners en handhavers worden bijgespijkerd. Kern van
de zaak is wel: de reductie van administratieve lasten mag niet leiden
tot een toename in bestuurlijke lasten. Dat is een maatschappelijke
opdracht aan de hele overheid; Rijk en gemeenten samen.
Door gezamenlijk te investeren kunnen de kosten per gemeente
aanzienlijk worden gedrukt. De winst bij die gezamenlijke aanpak zit
dan niet alleen in het geld, maar ook in het delen van kennis en
expertise. De minister riep de gemeenten dan ook op snel een
projectleider Omgevingsvergunning te benoemen, een invoeringsteam
samen te stellen en zo snel mogelijk uit de startblokken te
vertrekken.
Meer informatie
* Speech minister Dekker d.d. 13 juni 2006
* Dossier Omgevingsvergunning:
http://www.vrom.nl/pagina.html?id=18484.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer