Antwoorden op kamervragen van Kant over de onverzekerden
Kamerstuk, 12-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2683612
9 juni 2006
Antwoorden van de minister op vragen van het lid Kant (SP) over
onverzekerden. 2050612960
(Ingezonden 8 mei 2006)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel 'Doodziek en onverzekerd' 1) waarin
wordt bericht dat 'proefondervindelijk' in de praktijk een
'onverzekerde' soms niet verder komt dan de receptie?
Vraag 2
Erkent u dat pas na de diagnosestelling wordt beoordeeld of er sprake
is van medisch noodzakelijke zorg, en of er dus wel of geen
behandeling nodig is?
Vraag 3
Erkent u dat sommige ziekenhuizen de Koppelingswet, waarin staat dat
medisch noodzakelijke zorg niet uitgesteld mag worden, niet hanteren
omdat er immers geen diagnose is gesteld?
Vraag 4
Deelt u de mening dat ook in geval van onverzekerdheid altijd een
diagnose moet worden gesteld?
Antwoord 1-4
Deze door het lid Kant gestelde vragen hebben betrekking op signalen
uit de samenleving dat onverzekerden wellicht medisch noodzakelijke
zorg zou worden geweigerd. Deze signalen hebben ertoe geleid dat ik
aan de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) heb gevraagd om deze
individuele gevallen te onderzoeken. Daarnaast heb ik aan IGZ gevraagd
om in den brede onderzoek te doen naar het mogelijk weigeren van zorg
aan onverzekerden. Op basis van de uitkomst van deze onderzoeken zal
ik een samenhangend oordeel vellen en dit aan u voorleggen.
Vraag 5
Erkent u dat het al voor de diagnose benadrukken en bepalen dat de
patiënt hoe dan ook een rekening krijgt, ongeacht of hij deze kan
betalen, een onverzekerde vanwege deze financiële problemen kan afzien
van de diagnosestelling, en dus van een eventueel noodzakelijke
behandeling? Wat is uw mening over een dergelijke werkwijze?
Vraag 6
Erkent u dat het prominent vermelden een bordje van de tekst "Een
bezoek aan deze spoedeisende hulp (SEH) kost u 206.81 euro. Dat gaat
van uw no-claim af" ook als een afschrikking kan werken voor
onverzekerden met financiële problemen, maar wel met serieuze
gezondheidsklachten? Vindt u dit risico acceptabel?
Antwoord 5 en 6
Op deze wijze worden mensen er in een vroeg stadium op gewezen dat zij
verzekerd moeten zijn om later problemen te voorkomen. Dat is dus in
lijn met de wet en het beleid. Het is bovendien goed dat de patiënt
bewust wordt gemaakt van het feit dat zorg kosten met zich meebrengt,
hetgeen geheel in lijn is met het huidige kabinetsstandpunt.
Vraag 7
Geven de beschreven problemen niet aan dat, als er een garantie moet
zijn voor goede zorg voor iedereen, er ook een garantie moet zijn dat
die wordt betaald, en dat dus de oprichting van een waarborgfonds
noodzakelijk is?
Antwoord 7
De uitkomsten van de monitoring van het CBS over het aantal
onverzekerden is van invloed op een eventueel op te richten
waarborgfonds. Ik zal op basis van de uitkomst van de eerdergenoemde
onderzoeken van de IGZ bezien welke acties ondernomen dienen te
worden. Of dat een waarborgfonds zal worden, valt nog te bezien.
1) Nieuwe Revu, 3 mei 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport