Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Eerste wetenschappelijk onderzoek naar overstapgedrag nieuwe zorgstelsel Overstappers zijn jong, op de hoogte en tevreden

Mensen die overstappen van zorgverzekeraar zijn jong, weten veel van het nieuwe zorgstelsel en zijn er erg tevreden over. Ouderen, die veel gebruik maken van hun verzekering en daarom niet erg actief geworven worden door verzekeraars, wisselen niet snel. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om te doen wat verzekeraars nalaten: deze ouderen ertoe bewegen ook op zoek te gaan naar de gunstigste verzekering.

Dit en meer blijkt uit het eerste wetenschappelijke onderzoek naar het overstapgedrag van de Nederlandse bevolking binnen het nieuwe zorgstelsel door VU-masterstudenten Gezondheidswetenschappen Cornelis Jan Diepeveen en Martijn Mosselman. In hun onderzoek stonden de beweegredenen en karakteristieken van mensen die overstappen van verzekeraar centraal.

Het onderzoek werd onafhankelijk van verzekeraars of overheid uitgevoerd. De studie gaat verder dan de weinige andere studies naar overstapgedrag binnen het nieuwe zorgstelsel. De studenten beschrijven namelijk niet alleen het overstapgedrag, maar onderzochten vooral de achterliggende mechanismen. Ze keken naar de rol van demografische kenmerken, de kennis die mensen hebben over het nieuwe zorgstelsel en de mening die men heeft over de invoering het stelsel.

Uit de resultaten blijkt dat 25,2 procent van de onderzoeksgroep van 889 personen is overgestapt van verzekeraar. De drie belangrijkste redenen daarvoor waren het afsluiten van een collectieve verzekering bij een andere verzekeraar (65,8 procent), de te hoge premie van de vorige verzekeraar (30,1 procent) en een polis met een te beperkte dekking bij de vorige verzekeraar (16,9 procent).

De belangrijkste reden om niet over te stappen was de tevredenheid met de service van de huidige verzekeraar (62,9 procent). Verder scoorden redenen als 'een collectieve verzekering bij dezelfde verzekeraar' en 'dat was het makkelijkst' erg hoog, respectievelijk 26,9 procent en 17,6 procent.

Overstappers blijken vooral jonge mensen, mensen met veel kennis over het nieuwe zorgstelsel, die kort verzekerd zijn geweest bij de laatste verzekeraar, kinderen hebben onder de achttien en zeer tevreden zijn met de invoering van het nieuwe zorgstelsel. Ouderen daarentegen, stappen niet of nauwelijks over naar een andere verzekeraar. Dit geldt ook voor mensen die weinig weten van het nieuwe zorgstelsel, lang verzekerd zijn bij hun laatste verzekeraar, geen kinderen hebben onder de achttien en zeer ontevreden zijn met de invoering van het nieuwe zorgstelsel.

Beleidsmakers in de zorg kunnen op drie terreinen winst boeken, stellen de onderzoekers. Ten eerste moeten ze ouderen stimuleren meer gebruik te gaan maken van de voordelen van het nieuwe zorgstelsel. Het betreft immers een grote groep die veel zorg gebruikt en minder interessant is voor verzekeraars vanwege hun hoge gezondheidsrisico's. Verzekeraars zullen dus geen moeite doen deze groep aan te trekken, daarom is het de verantwoordelijkheid van de overheid om te zorgen dat zij toch de voor hen gunstigste verzekering afsluiten. "Dat stimuleert marktwerking en dwingt zorgverzekeraars de beste zorg tegen zo laag mogelijk kosten te bieden," aldus de onderzoekers. Daarnaast moeten beleidsmakers door goede voorlichting over het nieuwe zorgstelsel de kennis van de bevolking vergroten en het imago verbeteren.