Jaarbericht Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbeschermin
Ministerie jus
http://www.justitie.nl
Persbericht
12 juni 2006
RAAD VOOR STRAFRECHTSTOEPASSING EN JEUGDBESCHERMING
In het jaarverslag over 2005 'Veilig samen leven' contstateert de Raad dat er van
maatschappelijke reintegratie van jeugdige en volwassen gedetineerden te weinig
terechtkomt. Door de steeds verdergaande verschraling van de detentieomstandigheden en
het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende instanties en overheidslagen, die een
taak hebben in de strafrechtstoepassing, komen de doelstellingen van het veiligheidsbeleid
van het kabinet onder druk te staan
Terwijl uit de samenleving de dringende vraag komt om meer volwassenen langer op te
sluiten en jongeren te behandelen en op te voeden, wordt er op het gevangeniswezen en de
jeugdinrichtingen bezuinigd. In de jeugdinrichtingen blijft de aandacht voor behandeling
en heropvoeding achter bij de groeiende prioriteit die wordt gegeven aan bewaking en
beveiliging. Deze ontwikkeling dreigt te worden versterkt als de op civiele titel in
justitiële jeugdinrichtingen geplaatste jeugdigen worden gescheiden van de
strafrechtelijk geplaatsten en elders (in VWS-inrichtingen) worden ondergebracht.
Het onderwijsaanbod in de jeugdinrichtingen is meer confectie dan maatwerk. Gezien de
grote onderwijsachterstand die de meeste van deze jongeren hebben, zou het juist gewenst
zijn dat zij zoveel mogelijk onderwijs krijgen, om hen goed voor te bereiden op het leven
na de detentie.
Ook in het gevangeniswezen is een scherpe verschraling te constateren in de mogelijkheden
voor kwalitatief contact tussen personeel en gedetineerden en in het aanbod van
activiteiten. Het onderwijsaanbod is op een aantal afdelingen en soms in gehele
inrichtingen geschrapt. De Raad constateert dat deze vergaande reductie in strijd is met
de Penitentiaire beginselenwet en vindt dat in ieder geval de mogelijkheid geboden moet
worden om te leren 'lezen en schrijven'. Ook de gevangenisarbeid draagt steeds minder bij
aan de reïntegratie: het werk wordt steeds minder en eenvoudiger; een vak leren is er
niet meer bij.
Het kabinet heeft de verantwoordelijkheid voor de nazorg voor ex-gedetineerden naar de
gemeenten geschoven. De gemeenten zijn bij lange na niet allemaal op deze taak berekend
en pakken deze verschillend en voor een groot deel nog niet of gebrekkig op. De overgrote
meerderheid heeft de verplichte nazorg nog niet op orde, schrijft Binnenlands Bestuur op 5
mei 2006. Dat terwijl de situatie al onvoldoende was: de Raad wees er in 2005 op dat voor
rond een vijfde van de vrijkomende gedetineerden geen enkele vorm van opvang was
geregeld.
Verschraling van de detentieomstandigheden en gebrekkige opvang maken de kans op recidive
erg groot. Voor een effectieve preventie en nazorg is een integrale aanpak nodig, waartoe
de grenzen tussen de overheidslagen en de departementen moeten worden doorbroken. De Raad
vindt daarom dat Justitie nadrukkelijk de externe samenwerking moet zoeken (b.v. met
gemeenten en met GGz-instellingen) in plaats van de jeugdinrichtingen en de tbs dichter
bij het gevangeniswezen te brengen en verantwoordelijkheden af te stoten.
De Raad zag het aantal beroepszaken van gedetineerden en tbs-gestelden de afgelopen vijf
jaar voortdurend toenemen. Op het terrein van het gevangeniswezen is deze toename 39% ten
opzichte van 2001. De toename van het aantal gedetineerden, recentelijk nog extra
bevorderd door de invoering van twee-op-één-cel, is daar ongetwijfeld niet
vreemd aan. Op het tbs-terrein bedroeg de toename zelfs 61%.
Voor informatie:
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming
drs. P.G. Molenaar
Postbus 30137
2500 GC Den Haag
tel.nr. 070 -3619300
-------------