Gemeente Maassluis

Samenwerking nodig voor verebeteren watrerkwaliteit Rijnmond

Dit is een persbericht van de DCMR Milieudienst Rijnmond

Net als vorig jaar is ook dit jaar de algemene milieukwaliteit in het Rijnmondgebied, ondanks de vele

inspanningen, niet verbeterd. Dit blijkt uit het rapport Het milieu in de regio Rotterdam 2006. Uit het Themarapport 2006, `het begint met schoon water,' blijkt dat de waterkwaliteit in de regio Rijnmond wel is verbeterd. Om de goede waterkwaliteit in het gebied te borgen en verder te verbeteren moeten de bestuurders uit de regio de handen ineen slaan en maatregelen nemen.

Dit is de belangrijkste conclusie van het MSR symposium 2006. Het samenwerkingsverband organiseert voor de twaalfde keer een symposium dat dit jaar op 8 juni plaatsvond. De resultaten en gegevens uit het jaarlijks opgestelde themarapport en het hoofdrapport worden op deze dag gepresenteerd.

Ontwikkeling waterkwaliteit

Uit het hoofdrapport blijkt dat de kwaliteit van de binnenwateren
-zoals kanalen en meren- de laatste jaren fors is verbeterd. Zo scoort nu 70% van deze wateren op IJsselmonde, Voorne-Putten en Rozenburg een voldoende, terwijl dit in 1995 nog maar 30% was. Dit komt onder andere doordat gemeenten woningen aansluiten op de riolering, waterschappen natuurvriendelijke oevers aanleggen en de waterzuivering verbeteren.

De kwaliteit van de rijkswateren -zoals de Nieuwe Waterweg- is daarentegen niet verbeterd, zo blijkt uit het rapport. Dit is opmerkelijk omdat de industrie in Rijnmond steeds minder zware metalen heeft geloosd. Het doel is in 2010 ten opzichte van 1990 een reductie van maar liefst 90% van de lozing van zware metalen door de industrie te behalen. Voor de meeste metalen heeft de industrie deze doelstellingen anno 2006 al behaald. Er blijken echter ook andere bronnen, zoals de aanvoer van water via grote rivieren uit het buitenland, verantwoordelijk te zijn voor de vervuiling van rijkswateren. Richtte de aanpak zich eerst vooral op het terugdringen van industriële lozingen in het Rijnmondgebied, nu wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van lozingen van de akkerbouw en vervuiling vanuit het buitenland.

Als de wateren een goede kwaliteit hebben, hebben ze een extra waarde als zwem- en recreatiewater, viswater, voor de landbouw en ook voor de ontwikkeling van ecosystemen.

Verzilting

Uit het themaonderzoek naar waterkwaliteit, blijkt dat verzilting een belangrijk punt van zorg is. Verzilting is het toenemen van het zoutgehalte van grond- en oppervlaktewater. Besluitvorming over het inlaten van zout water en op termijn klimaatveranderingen kunnen er op de lange termijn toe leiden dat soms onvoldoende schoon, zoet water beschikbaar zal zijn bij de inlaatpunten zoals het Spui en de Hollandsche IJssel. Door verdroging bestaat de kans dat (zouter) zeewater ingelaten moet worden. Het water zal vaker en dieper landinwaarts zout worden. Een andere bron van verzilting is zoute kwel. In diepe polders bevindt het zoet-zout grensvlak zich relatief dicht aan de oppervlakte. Op sommige plekken kan dit ertoe leiden dat het bovenste grondwater en het oppervlaktewater zouter wordt dan wenselijk is voor het grondgebruik. Met als gevolg dat akkerbouw in de huidige vorm in sommige gebieden niet meer mogelijk zou kunnen zijn.

Conclusie

Om een goede waterkwaliteit in de regio te realiseren zijn grote vorderingen gemaakt. De industrie loost veel minder en de zuiveringsinstallaties zijn verbeterd. Om de Europese doelen voor 2015 te halen is echter nog meer nodig. De aandacht moet verschuiven van het geringe aantal grote vervuilers naar de vele kleine lozingsbronnen. Ook door de wateren te vergroten verbetert de kwaliteit, de vervuilingen worden dan immers beter opgevangen. Omdat kleine bronnen lastiger aan te pakken zijn, vereisen ze inzet van veel partijen. Ook de vervuiling via de grote rivieren vanuit het buitenland vereist een grondige aanpak. Waterschappen, gemeenten, de provincie, het Rijk en andere organisaties zoals natuur- en milieuverenigingen binnen en buiten de regio moeten de handen ineenslaan en nauw samenwerken om de waterkwaliteit in het Rijnmondgebied verder te verbeteren.