Ministerie van Algemene Zaken

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD OVER

DE VEILIGHEIDSSITUATIE IN DE AFGHAANSE PROVINCIE URUZGAN, EEN WERKBEZOEK


VAN ALLE BEWINDSLIEDEN EN HET WERELDKAMPIOENSCHAP VOETBAL

09-06-2006, NOS, Gesprek met de minister-president, N.3, 23.50 uur


- VEILIGHEIDSSITUATIE URUZGAN -

SCHILHAM:
Meneer Balkenende, u bent vandaag in de ministerraad bijgepraat door generaal Berlijn over de situatie in Uruzgan waar de Nederlandse troepenmacht wordt opgebouwd op dit moment. Was dat een zorgwekkend of een geruststellend gesprek?


BALKENENDE:
In ieder geval een heel goed gesprek. Chefdefensiestaf generaal Berlijn heeft het kabinet weer bijgepraat. U weet dat we elke week natuurlijk stil staan bij de ontwikkelingen in Afghanistan en Uruzgan in verband met onze militairen om te spreken hoe het nu gaat. Dit was een gesprek dat nodig was om onder ogen te zien hoe zit het met de voorbereidingen. Want Nederlandse militairen gaan er heen. En er zijn al militairen. Kampen worden opgebouwd, konvooien zijn daar. Dus dat is de logistieke kant. Tegelijkertijd ook spreken over hoe het nu met de veiligheidssituatie is.

SCHILHAM:
En die is niet best, hè? Het is onrustig, toch?


BALKENENDE:
Ja, het is onrustig.

SCHILHAM:
Taliban-aanvallen.


BALKENENDE:
Ja, je ziet een paar dingen. De Taliban is altijd actiever wanneer de temperatuur gaat veranderen, wanneer de sneeuw weg is dan zien we vaak toename van activisme. Dat zien we op het ogenblik ook. Er is sprake van geweldscontacten, zoals dat wordt genoemd. Het is denk ik ook testen van hun kant van hoe ver kunnen we gaan.

SCHILHAM:
Die analyse hoorden u deze week vanuit Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, maar ook vanuit Brussel, het NAVO-hoofdkwartier. Het is duidelijk een situatie waarin de troepen worden uitgetest.


BALKENENDE:
Ja, en dat kan leiden tot 1 antwoord, namelijk een zelfbewust optreden van Nederlandse militairen. Want wat niet moet gebeuren is het zaaien van twijfel. Je moet niet hebben dat men denkt: we zullen eens kijken hoe ver Nederland gaat en dan proberen Nederland terug te dringen. Nee, er moet sprake zijn van een robuust optreden. Onze militairen gaan er heen juist om bij te dragen aan stabiliteit, aan opbouw van de ontwikkelingen daar. En dat veronderstelt een krachtdadig optreden als het nodig is.

SCHILHAM:
Maar krijgt u niet het gevoel dat dit toch een wat riskantere operatie wordt dan ten tijde toen het besluit werd aangenomen?


BALKENENDE:
U weet dat we vorig jaar een hele tijd hebben gediscussieerd. We hebben veel debatten gehad. We hebben toen ook al stil gestaan bij de vraag: wat gebeurt er in het gebied. Welke risico's lopen we daar? We hebben toen ook de nodige eisen gesteld zowel in de richting van de autoriteiten in Afghanistan, maar ook ten aanzien van onze militaire partners.

SCHILHAM:
Maar sindsdien is de situatie verslechterd.


BALKENENDE:
Ik geef aan dat we vorig jaar niet over 1 dag ijs zijn gegaan. We hebben alle risico's goed gewogen.

SCHILHAM:
Ook dat het dit risiconiveau zou toenemen?


BALKENENDE:
We wisten natuurlijk dat het een riskant gebied was. En op het ogenblik zien we dat de Taliban bezig is te proberen ook Nederlandse militairen te demotiveren. Daarom is er ook sprake van geweld. Tegelijkertijd wat niet moet gebeuren is dat we aarzelingen zouden gaan krijgen. Dat is precies wat zij zouden willen. En dus veronderstel dat we gewoon stevig optreden als het nodig is.

SCHILHAM:
Het onderwerp staat nu wekelijks op de agenda van de ministerraad. Betekent dat dan ook dat er een moment zou kunnen komen dat het kabinet zich moet afvragen: kunnen we met deze missie op deze manier doorgaan?


BALKENENDE:
Die vraag moet je eigenlijk niet eens gaan stellen.

SCHILHAM:
Waarom praat u er dan wekelijks over in het kabinet?


BALKENENDE:
Ik vind het wel heel goed dat we het wekelijks doen. Gewoon om te kijken hoe het zit met de voorbereidingen. Gaan de logistieke voorbereidingen de goede kant uit? Want er gaat een groot aantal Nederlandse militairen naar dat gebied. Dus is het goed om er bij stil te staan. En het tweede punt is natuurlijk steeds goed in de gaten houden wat er gebeurt, wat de signalen zijn. Maar wat er niet moet gebeuren is dat er signalen naar buiten zouden komen die zouden kunnen wijzen op aarzelingen of twijfel. Dat is het gevaar van allerlei publieke discussies.

SCHILHAM:
Minister Pechtold zei deze week in een televisieprogramma: het denken over deze missie staat niet stil. Zeker nu de situatie verslechtert. Dat is toch een signaal van twijfel.


BALKENENDE:
We moeten oppassen om woorden nu verkeerd te interpreteren. Toen de heer Pechtold in het nieuws was geweest heeft hij me de volgende ochtend opgebeld en ik heb nog een keer met hem gebeld. Toen zei hij heel duidelijk: ik wil helemaal niet tornen aan het besluit. Geen heroverweging van het besluit. Alleen je kunt niet voorbij gaan aan het feit dat er sprake is van geweld. Dat er risico's zijn. En dat is ook de reden waarom we er in het kabinet voortdurend bij stil staan.

SCHILHAM:
Nu legt u er zoveel nadruk op dat je geen twijfel moet laten doorschemeren. Heeft u tegen minister Pechtold gezegd: dan moet je dat soort dingen eigenlijk ook niet zeggen in de openbaarheid? Dat zou heel logisch zijn.


BALKENENDE:
De heer Pechtold weet natuurlijk zelf wel de commentaren van de kranten en hoe zijn opmerkingen zijn opgevat. En ik vond het ook goed dat hij uit eigen beweging tegen mij zij: ik wil niet tornen aan het besluit. Er is geen sprake van heroverweging. Ik vind ook dat we op moeten passen om voortdurend maar beelden op te roepen of er twijfel zou zijn. Het kabinet heeft op goede gronden gezegd: we gaan er heen. Er is een brede steun in het Nederlandse parlement. En ik ben daar ook blij om. Nu moeten we gewoon aan het werk gaan. En laten we alstublieft ook zorgen dat dat vastberaden optreden ook doorgezet kan worden.

SCHILHAM:
Toch kan ik me niet voorstellen dat u zich nooit zorgen maakt over hoe de missie gaat verlopen.


BALKENENDE:
Iedereen die verantwoordelijkheid draagt maakt zich natuurlijk zorgen. Want Nederlandse militairen, Nederlandse mannen en vrouwen gaan naar een gebied waar risico's zijn. En ik moet ook vaak denken aan de familieleden die hier blijven en natuurlijk ook denken: wat gebeurt er met mijn man of vrouw of met mijn zoon of dochter. Dat is heel goed te plaatsen. Maar juist omdat je weet dat er risico's zijn moet je er zeker bij stil staan. En je schiet er niet zoveel mee op (onverstaanbaar) Nee, je moet onder ogen zien wat er gebeurt? Is er sprake van goede beveiliging van de mensen daar? Kijk, de Nederlandse militairen zijn heel professioneel. En ik ben onder de indruk gekomen van de verhalen die ik hoor. Van mensen die ook heel duidelijk zeggen: natuurlijk weet je dat het niet makkelijk zal zijn. Maar we gaan erheen en we zijn gemotiveerd. En zo staat ook het Nederlandse leger bekend. Professionele deskundige militairen die ook in het buitenland een hoog aanzien hebben.

SCHILHAM:
Dus uw zorgen die er weliswaar zijn leiden bij u niet tot twijfel, of in ieder geval zult u die twijfel niet laten doorschemeren.


BALKENENDE:
Nee, natuurlijk niet. Je moet vastberaden optreden. Dat is ook precies wat de mensen daar nodig hebben. En het slechtste signaal in de richting van de Taliban en andere terroristen zou zijn twijfel te etaleren. Dat moet je niet doen.


- WERKBEZOEK BEWINDSLIEDEN -

SCHILHAM:
Maandag gaat zo ongeveer het hele kabinet het land in om met allerlei mensen te praten. Een soort grote roadshow. Bijna onder het motto het kabinet komt naar je toe deze zomer. Wat is de bedoeling? Is dat een charmeoffensief?


BALKENENDE:
Nou, niet een charmeoffensief. U weet dat veel bewindslieden heel veel werkbezoeken afleggen. Waarom doe je dat? Je moet niet alleen maar in Den Haag actief zijn, want je leert vaak veel meer van de gesprekken die je hebt met mensen in ziekenhuizen, op scholen, vrijwilligers. Daarom ga je het land in.

SCHILHAM:
Maar het gebeurt nooit op deze schaal.


BALKENENDE:
Maandag hebben we 2 dingen. Het is ene is 's avonds wat we altijd noemen het Catshuisberaad. Het is nu ergens anders. Maar dat is dus een overleg van bewindslieden over de vraag wat staat ons te doen? Hoe kun je zorgen dat bijvoorbeeld een thema als vermindering van regeldruk kan worden gestimuleerd? Hoe werk je met elkaar richting Prinsjesdag? Dat zijn eigenlijk zaken die altijd plaatsvinden. Dat zal maandagavond gebeuren en daarvoor gaan we inderdaad in 4 groepen het land in.

SCHILHAM:
Met allerlei mensen praten. Wat denkt u daarvan op te steken?


BALKENENDE:
We hebben een aantal duidelijke profielpunten gekozen als kabinet. We hebben bijvoorbeeld gezegd het thema minder regels. Er is een aantal bewindslieden die gaan zich bezig houden met vermindering van administratieve lasten. Minder regels voor mensen. Zorgen dat er echt meer ruimte komt voor eigen verantwoordelijkheid. Een andere groep gaat zich bezig houden met het thema meer respect in de samenleving en weer een andere groep zal zich bezig houden met het thema veiligheid en de vierde groep zal zich bezig houden met de thema werkgelegenheid. Waarom doen we dat? Om eens stil te staan bij de vraag: welke typebeleid heeft dit kabinet nu willen voeren en wat zie je aan veranderingen? Hoe wordt dat beleid beleefd? Wat zie je aan resultaten?

SCHILHAM:
En kan dat leiden tot een aanpassing van dat beleid?


BALKENENDE:
U weet dat we niet zomaar voor niets hebben gekozen voor dit beleid. Het was onze vaste overtuiging dat wij Nederland sterker wilden maken. Meer toekomstbestendig.

SCHILHAM:
Maar als u nu maandag een heel verhaal te horen krijgt dat het op dit punt echt niet gewerkt heeft, staat u dan open voor dat soort kritiek?


BALKENENDE:
Weet u, (onverstaanbaar) natuurlijk dat we positieve signalen krijgen.

SCHILHAM:
Maar dat is niet gegarandeerd.


BALKENENDE:
Nee, maar ik geloof langzamerhand wel dat er ook een beeld rondom het kabinet ontstaat van er zijn moeilijke maatregelen geweest. Het kabinet heeft tegen de stroom in moeten roeien. Het regeren is niet gemakkelijk geweest. Maar je ziet wel steeds meer de resultaten. Ik hoop ook dat we dat zullen zien. En als er nu punten van kritiek zouden zijn, dan moet je daar met elkaar over spreken.

SCHILHAM:
En dan is daar ook nog ruimte voor?


BALKENENDE:
Je hebt natuurlijk altijd ruimte om stil te staan hoe voer je beleid.

SCHILHAM:
Maar u heeft het geld voor volgend jaar bijvoorbeeld wel al verdeeld.


BALKENENDE:
Dat is ook zo. Ik noemde net een voorbeeld en dat houd veel mensen bezig. We zijn gewend in Nederland om ongeveer alles dicht te regelen. Hoe kun je nu zorgen dat er juist meer ruimte komt, bijvoorbeeld voor de leerkracht die voor de klas staat, of in de gezondheidszorg. Want een van de belangrijke punten is ook van jongens maak het niet te ingewikkeld. Als je nu signalen uit de praktijk hoort dat er nog een tandje bij zou moeten, dan kun je daar je ogen niet voor sluiten. En dat is natuurlijk ook de bedoeling van zo'n werkbezoek, gewoon luisteren naar mensen. Wat gebeurt er in Nederland? En dan gaan we die avond de ervaringen met elkaar delen.


- WK VOETBAL -

SCHILHAM:
We kunnen er niet omheen. Het WK voetbal is begonnen. Hoe is het met de oranjekoorts in het kabinet?


BALKENENDE:
Die neemt ook toe.

SCHILHAM:
Poules?


BALKENENDE:
Nee, nee geen poules. Maar het is wel zo dat iedereen ongelofelijk veel zin heeft in het WK voetbal. Net zo goed wat je ziet in allerlei wijken en buurten, steden en dorpen. Het oranjegevoel neemt enorm toe. We zien ook dat de straten oranje beginnen te worden.

SCHILHAM:
Goed voor de economie, hè.


BALKENENDE:
Ja, het kan het vertrouwen een beetje oppeppen. Maar het gaat er mij natuurlijk vooral om: het is een mooi sportief evenement. En ik hoop dat het heel goed gaat met het Nederlandse team, dat spreekt vanzelf. Ik wens eigenlijk iedereen ongelofelijk veel plezier toe.

SCHILHAM:
Wie wordt de winnaar?


BALKENENDE:
Je moet oppassen met verwachtingen, maar sowieso de hoop dat Nederland de finale gaat halen. Dat zou fantastisch zijn. Ik hoop dat het vooral een sportief evenement zal zijn. Sport behoort eigenlijk te leiden tot verbroedering. Dat is het mooie van sportieve activiteiten. Ik hoop dat dat het klimaat zal zijn waarin de sport zich zal aftekenen. Ik hoop ook vooral dat Nederlanders gaan genieten de komende week. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)