Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
48 Vragen van mevrouw G. A. Oskam en mevrouw C.P. Sarolea.
(vragen binnengekomen op 18 mei 2006
en antwoorden van het college verzonden op 9 juni 2006)


In Leidsche Rijn zijn inmiddels een aantal zogenaamde 'brede' scholen opgeleverd en in gebruik. Zowel D66 als SP is een groot voorstander van dit forumconcept. In de praktijk blijkt nu echter dat er facilitair gezien enige zaken niet goed geregeld zijn. Tijdens het bezoek van de gemeenteraad in de wijk Leidsche Rijn, bij Forum Waterwin, gaf de facilitymanager aan dat er bij het ontwerp van het gebouw niet of nauwelijks rekening gehouden is met de verschillende eisen die de gebruikers stellen aan het gebouw.

Bij Forum Voorn is dit de afgelopen jaren tot uiting gekomen in onder meer de klimaatbeheersing in het gebouw. Heel regelmatig was het in de sporthal veel te koud en in de klaslokalen veel te warm. Bovendien was het in veel ruimtes behoorlijk benauwd of zuurstofarm. In het huis-aan-huisblad Ons Leidsche Rijn stond op 17 mei een artikel over de toestand in de klaslokalen van de afgelopen weken. Het blijkt, ook bij navraag door D66 en SP, dat het zeer regelmatig veel te warm is in de klaslokalen. Temperaturen tussen 25 en 30 graden komen veel te vaak voor. De directeur van de school geeft aan dat dit onafhankelijk is van vuile roosters of werkzaamheden daaraan. D66 en SP vinden dit een volstrekt ongewenste toestand.

Dit alles leidt de D66 en SP fracties tot de volgende vragen:


1. Bent u het met ons eens dat het huidige klimaatsysteem ongewenste consequenties heeft?

Ja, op dit moment zijn de klimaatomstandigheden in Kindercluster (KC) Voorn ongewenst.
Of dit te wijten is aan het niet goed functioneren van het klimaatsysteem of aan het niet voldoen van het ontworpen systeem is nog niet duidelijk.

2. Bent u het met ons eens dat deze problemen structureel en zo spoedig mogelijk dienen te worden opgelost, doch uiterlijk voor aanvang van het nieuwe schoolseizoen na de zomervakantie?

Ja. Bij recente inspecties en metingen zijn een aantal onvolkomenheden aangetroffen en reeds maatregelen genomen. Het opnieuw inregelen van het besturingssysteem heeft al een gunstige invloed op het klimaat uitgeoefend.
Het systeem is ontworpen als zeer energie-zuinig.
Het onderzoek zal gericht zijn op zowel het functioneren van het aanwezige klimaatbeheersingsysteem alsook op de tekortkomingen van het ontwerp.
Het onderzoek naar het functioneren is reeds in gang gezet en de resultaten hiervan zijn half juli beschikbaar. Afhankelijk van de analyse moet blijken of de problemen voor aanvang van het nieuwe schoolseizoen kunnen worden opgelost.

3. Hoe wilt u dit, in samenwerking met het schoolbestuur, zo snel mogelijk oplossen?

Het traject, vermeld in punt 2, is in samenwerking en overleg met de schoolleiding ingezet.
Een facilitair beheerder is nodig om de klachten e.d. van de gebruikers, in dit gebouw zijn er 5 organisatorisch afzonderlijke gebruikers, goed over te brengen aan de beheerder ( zie punt 5 ).
Bovendien is het besturingsmechanisme van de installaties niet per gebruiker in te regelen.


4. Hoe wilt u dit soort problemen in de toekomst voorkomen bij nog op te leveren brede scholen?

Deze forumschool is evenals andere recent ontwikkelde forumscholen (geclusterde voorzieningen) niet vanaf het begin ontworpen en ontwikkeld conform het Integraal Accommodatiebeleid (IAB). D.w.z. dat deze niet ontwikkeld is in samenwerking tussen DMO en OGU, waarbij OGU o.m. het technisch p.v.e. opstelt en de ontwerpen (gebouw en installaties) technisch toetst.
De op dit moment in ontwikkeling zijnde voorzieningen worden wel conform IAB in samenwerking ontwikkeld.
De eigenaar/beheerder ( OGU ) heeft dan de regie over het technische proces gedurende de hele ontwikkeling, waardoor de kans op dit soort problemen verkleind wordt.

5. Hoe wilt u de facilitaire diensten van brede scholen voortaan beter faciliteren?

Er wordt binnen de DMO een facilitaire unit opgericht die zich met name zal gaan bezighouden met het beheer van de gemeenschappelijke ruimten in geclusterde voorzieningen. Daarvoor is voor een periode van 2 jaar extra geld vrijgemaakt binnen de DMO. De diverse gebruikers leveren ook een financiële bijdrage. Met deze impuls zal inderdaad sprake zijn van extra inzet van begeleidend en toezichthoudend personeel voor deze geclusterde voorzieningen. De facilitaire unit zal ook als intermediair optreden tussen de gebruikers en de eigenaar van het gebouw, zodat klachten van gebruikers sneller gemeld en daardoor ook sneller behandeld kunnen worden (zie antwoord vraag 3).


---- --