Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Kant over zorgzwaartegelden

Kamerstuk, 9-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2683175

9 juni 2006

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Kant over zorgzwaartegelden (201050612930)

Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat de door het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) begrote 95 miljoen euro voor 2006 voor zorgzwaarte bij nader inzien niet voldoende bleek te zijn voor aanvragen die ingediend werden.

Antwoord 1
Iedereen, ook ik, was hierdoor onaangenaam verrast. De algemene inschatting was dat dit bedrag ruim voldoende zou zijn.

Vraag 2
Voor hoeveel miljoen euro meer zijn er aanvragen ingediend die ook de goedkeuring hebben gekregen van het CTG?

Antwoord 2
Er is voor EUR 145 mln. aan aanvragen ingediend. CTG/ZAio heeft deze aanvragen niet goedgekeurd, omdat er maar EUR 95 mln. beschikbaar is gesteld.

Vraag 3
Wat is volgens u de reden dat er zo'n verschil is gebleken tussen het begrote en het benodigde geld?

Antwoord 3
Ik ben bezig met CTG/ZAio om daar meer inzicht in te krijgen.

Vraag 4
Wat is uw reactie dat nu alle aanvragen naar rato gekort worden op zorgzwaartegelden?

Antwoord 4
Naar mijn mening is het onwenselijk dat instellingen er op achteruit gaan als gevolg van mijn beslissing om extra geld beschikbaar te stellen voor zorgzwaarteproblemen in verpleeghuizen. In de door het CTG/ZAio vastgestelde beleidsregel is, conform mijn aanwijzing, vastgelegd dat de zorgzwaartetoeslagen aan een landelijk maximum zijn gebonden. Op grond daarvan kon het CTG/ZAio niet anders dan slechts een deel van de aanvragen toekennen. Zoals reeds aan u medegedeeld in mijn brief van 17 mei 2006 (TK 2005-2006, 26631, nr.176) heb ik CTG/ZAio verzocht om voor de 4 al in 2005 bestaande cliëntgroepen alle aanvragen alsnog te honoreren.

Vraag 5
Deelt u de mening dat het wel of niet beschikken over deze gelden direct invloed kan hebben op de kwaliteit van zorg voor cliënten? Zo, neen, waarom niet? Zo ja, hoe wordt met de huidige korting van instellingen, waaronder het Rheumaverpleeghuis, centrum voor reuma en revalidatie, voorkomen dat de kwaliteit van zorg niet achteruit gaat?

Antwoord 5
Juist vanuit het oogpunt kwaliteitsverbetering heb ik in 2005 EUR 15 mln. en in 2006
EUR 80 mln. extra beschikbaar gesteld voor de zorg aan een aantal specifieke groepen. In mijn antwoord op vraag 4 heb ik aangegeven dat de aanvragen voor de in 2005 al bestaande groepen volledig gehonoreerd mogen worden. De betreffende instellingen hebben in 2006 dus hetzelfde of meer extra geld voor kwaliteitsverbetering beschikbaar als in 2005.

Vraag 6
Deelt u de mening dat instellingen door kortingen halverwege het jaar het vertrouwen verliezen in toezeggingen van de overheid?

Antwoord 6
Er is geen sprake van een korting op een toezegging. De toezegging was dat er in 2006
EUR 80 mln. extra beschikbaar is voor kwaliteitsverbetering van specifieke groepen in de verpleeghuiszorg. Deze toezegging wordt onverkort gestand gedaan.

Vraag 7
Hoe wordt voorkomen dat in het komende jaar instellingen wederom geconfronteerd worden met een budgettaire korting halverwege?

Antwoord 7
Er is in mijn optiek geen sprake geweest van een korting, maar slechts van een mindere groei dan instellingen hoopten te krijgen. Bij maatregelen, waarbij extra middelen aan een maximum zijn verbonden, is het onvermijdelijk dat bij meer productieafspraken een correctie wordt toegepast zodat de totale afspraken weer binnen dat maximum passen.