Nieuw Rotterdams Tij
Hoogopgeleide allochtone vrouwen komen in Rotterdam moeilijker aan de slag
Rotterdam is van oudsher een stad met veel laagopgeleiden. De klacht is dat veel hogeropgeleiden de stad verlaten, dus de gemeente doet er alles aan om die juist te behouden. Dat is beter voor de balans in de stad. Daarom is het verontrustend dat een bepaalde groep uit die hogeropgeleiden onvoldoende aan het werk lijkt te komen: de hogeropgeleide niet-westerse allochtone vrouwen. Er is voor zover bekend geen apart onderzoek naar gedaan, maar volgens de Hogeschool INHOLLAND zijn maatregelen nodig, anders komt deze groep steeds moeilijker aan een baan.
In maart 2006 vierde de RVSV, de Rotterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging haar 90-jarig bestaan met een symposium. Thema: 'Female Potential, Toekomst van de hoogopgeleide allochtone vrouw'. Daarmee zette de vereniging dit onderwerp in de volle aandacht. Saillant detail is dat in het comité van aanbeveling voor dit lustrum en in de lijst van vooraanstaande sprekers op het symposium niet één allochtone naam voorkomt. Daarmee is me-teen een van de oorzaken benoemd voor het achterblijven van hoogopgeleide allochtone vrouwen: ze zijn nog niet doorgedrongen tot het good old boys network, dat inmiddels wel autochtone vrouwen omspant. Een kwestie van tijd? Of een kwestie van extra inspanning? Karin Grootemaat is directeur van de School of Social Work INHOLLAND. Hoewel het in haar eigen richting nog meevalt - bij opleidingen in economie en communicatie is het ernstiger - signaleert zij een toenemend probleem in het vinden van stageplekken. 'Het wordt steeds moeilijker om een stageplek of een baan te vinden. Terwijl we hier spreken over studenten die het eerlijk gezegd vaak beter doen dan autochtone studenten. Allochtone vrouwen moeten veel extra stappen zetten om alleen al in het hoger beroepsonderwijs terecht te komen. Hun omgeving is vaak niet gewend aan studerende vrouwen en heeft daar geen begrip voor. Ze vervullen thuis een grote rol, dragen veel verantwoordelijkheden en moeten enorm knokken om het voor mekaar te krijgen, zo'n studie. Ze zijn dan ook extra gemotiveerd en hebben extra doorzettingsvermogen. Je ziet bij deze vrouwen een grote drang om vooruit te komen.'
De roltrap van INHOLLAND aan de Posthumalaan
Grote belangen
In een samenleving die uit vele culturen bestaat, zoals Rotterdam, staan grote belangen op het spel om de werkende bevolking op alle niveaus een afspiegeling te laten zijn van de bevolking. Op de lange termijn betekent dit het voortbestaan van organisaties en bedrijven. Meer diversiteit betekent meer aansluiting en communicatie met diverse doelgroepen en daarmee uiteindelijk een groter marktaandeel. De inspanningen van de gemeente Rotterdam om de arbeidsparticipatie van allochtonen te bevorderen moeten zich volgens Grootemaat richten op álle allochtonen. De inzet concentreert zich op lageropgeleiden. De gedachte is vaak dat hoogopgeleide vrouwen er 'vanzelf' wel komen.
Seval Bilici is senior marktmanager MKB bij TPGPost, haar tweede werkkring. 'Voor ik afstudeerde in Bedrijfskunde had ik al een baan bij KPN. Er ligt veel aan je eigen uitstraling. Je moet niet van tevoren allerlei belemmeringen zien, maar zelfvertrouwen uitstralen en zelf willen investeren. Mensen die jou aannemen, moeten weten wat ze aan je hebben. Ik werk fulltime. In sollicitatiegesprekken is mij nooit naar mijn culturele achtergrond gevraagd. Zelf begin ik ook niet een gesprek vanuit een 'allochtone' of Turkse blik. Ik zie mijn achtergrond als een meerwaarde, niet als iets lastigs. Veel van mijn allochtone vriendinnen hebben trouwens goede banen. Het is wel zo dat hogere functies schaars zijn. Er komen veel sollicitanten op af, maar of je nou wit of zwart bent, dat maakt niet zoveel uit voor je succes.'
Toch zijn er ook afgestudeerde allochtone vrouwen die zich teleurgesteld en buitengesloten voelen. Zoals en jonge Rotterdamse met een Turkse achtergrond die in 2002 is afgestudeerd in staats- en bestuursrecht. Ze heeft nog altijd geen baan en moet zichzelf voortdurend oppeppen om geen al te negatief zelfbeeld te krijgen. Daarom wil ze ook liever niet met haar naam in dit artikel. Ze vertelt: 'Ik heb bewust voor deze studie gekozen omdat ik graag bij de overheid wil werken. Ik heb bij verschillende gemeentes gesolliciteerd, maar ik krijg meestal geen uitnodiging voor een gesprek. Ik heb geen werkervaring, is dan de reden. Toen ik wel een keer werd uitgenodigd, ging het gesprek vooral over mijn moslimidentiteit en mijn hoofddoek en niet over mijn kwaliteiten als juriste. Een andere keer leek alles goed te gaan maar viel ik alsnog af. Ik praat het meestal goed, vanuit de werkgever gezien. Dan denk ik dat het aan mij ligt, aan mijn gebrek aan werkervaring. Ik moet oppassen dat ik niet steeds negatief over mezelf ga denken. Want je voelt je nutteloos, je kan niks betekenen, dat heeft een grote impact op mij, op hoe ik naar m'n omgeving kijk.'
Tijdens haar studie ging ze trouwen en kreeg ze twee kinderen. Tijd om veel te netwerken had ze niet en daar heeft ze achteraf wel spijt van. 'Ik zag toen niet hoe belangrijk dat is.' Inmiddels werkt ze enkele uren per week met allochtone vrouwen, maar ze wil liever een 'echte' baan, in haar eigen vakgebied.
Meerderheid studenten allochtoon
Karin Grootemaat, van INHOLLAND, vindt niet dat het een kwestie van tijd is dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt met de hoogopgeleide allochtone vrouwen. 'Er moet iets gebeuren. Een heel potentieel aan prima mensen gaat anders verloren. En je moet ervoor oppassen dat deze vrouwen niet gewend gaan raken aan teleurstellingen en helemaal afhaken. Bovendien, als hogeropgeleiden geen baan vinden, dan is er ook geen motivatie om door te gaan als je op het MBO zit. Dan krijg je een tweedeling in de maatschappij, met allochtonen in MBO-functies en autochtonen in HBO-beroepen. Dat moet je niet willen! Ik denk dat er bij afdelingen personeelszaken en bij sollicitatiecommissies veel moet veranderen. Soms hoor ik bedrijfsdirecteuren zeggen dat ze wel allochtonen willen in hogere functies, maar dat ze er gewoonweg niet zijn. Dat is niet zo, maar allochtonen vallen buiten netwerken, worden niet uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken, krijgen onvoldoende kansen, dus dringen niet door tot directeuren.'
Studenten bij INHOLLAND leren via studieloopbaanbegeleiding omgaan met verschillen in cultuur, religie en etniciteit. Grootemaat is enthousiast over die aanpak en noemt de zeer divers samengestelde nieuwe studentenvereniging Infilia daarvan een geslaagd voorbeeld. Ook heeft INHOLLAND zelf een MKB-loket dat studenten ondersteunt in het vinden van stages en werk. Een loket voor álle studenten, niet alleen de allochtonen, maar bij INHOLLAND ís de meerderheid allochtoon. Net zoals de Erasmus universiteit wel onparlementair 'de zwartste universiteit' van Nederland genoemd wordt.
Vergrijzing biedt meer kansen
De gemeente Rotterdam heeft zelf ongeveer twintig procent allochtone werknemers in dienst. Meestal in lagere functies, maar de laatste tijd stromen ook meer allochtonen door naar het middenkader. Een andere trend is dat hoogopgeleide allochtone vrouwen, die geen baan vinden zelf een bedrijf starten. De gemeente helpt hen daar op diverse manieren bij. Op de lange termijn ziet wethouder Onderwijs Leonard Geluk de kansen sterk verbeteren. "Met de vergrijzing hebben we over een paar jaar meer plek op de arbeidsmarkt. Ondanks dat zal de gemeente meer probleemoplossend moeten gaan werken. De benadering richting bedrijven is nog te vrijblijvend: de overheid zou meer maatregelen moeten nemen gericht op de instroom en doorstroom van allochtonen op de arbeidsmarkt. Alle actoren zijn het op zich eens dat discriminatie en beeldvorming op de arbeidsmarkt een serieus probleem is, dat gezamenlijk bestreden moet worden. Maar er zijn nadere afspraken nodig met organisaties en bedrijven."