Federale regering Belgie
Ambulante activiteiten
(2006-06-09)
Persbericht van de Ministerraad
Reorganisatie van de ambulante activiteiten
De ministerraad keurde in tweede lezing een ontwerp van koninklijk
besluit goed over de uitoefening en de organisatie van ambulante
activiteiten. Hij keurde ook in tweede lezing een ontwerp van
koninklijk besluit goed houdende vaststelling van de betaling van de
erkende ondernemingsloketten voor de aflevering van de machtiging tot
het uitoefenen van ambulante en kermisactiviteiten. De ontwerpen zijn
aangepast aan het advies van de Raad van State. Ze zijn een voorstel
van mevrouw Sabine Laruelle, Minister van Middenstand, mevrouw
Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, en de heer Patrick Dewael,
Minister van Binnenlandse Zaken, en de heer Marc Verwilghen, Minister
van Economie.
Het eerste ontwerp voert de wijziging (*) van de wet van 25 juni 1993
over de uitoefening en de organisatie van de ambulante en
kermisactiviteiten uit. Die wijziging had als doel om het
toepassingsgebied te doen overeenstemmen met de socio-economische
realiteit. Het ontwerp van koninklijk besluit reorganiseert het
toepassingsgebied van de wet en breidt ze uit tot alle vormen van
ambulante activiteiten. Het omkadert die activiteiten en biedt ze
rechtsmiddelen om misbruiken te voorkomen en te bestraffen. Het
ontwerp heft de reglementaire belemmeringen op die de
handelsonderneming beteugelen in de ontwikkeling van haar
activiteiten. Het ontwerp biedt de ambulante ondernemers
beheersinstrumenten zoals voor gevestigde ondernemingen. Het ontwerp
verleent de gemeente de bevoegheid om de ambulante handel op haar
domein te organiseren. Voortaan beschikt de gemeente over middelen
waardoor ze zich kan voorzien van een netwerk van buurtwinkels die het
aanbod van de gevestigde handel aanvult. De vergunningsplicht voor de
jeugdverenigingen wordt geschrapt.
Het tweede ontwerp legt de vergoeding van de erkende
ondernemingsloketten voor het beheer van de aanvragen tot machtiging
voor ambulante activiteiten en voor kermisactiviteiten vast op 50%
(BTW ingegrepen) van het recht dat geïnd wordt op die machtigingen.
Het saldo storten ze aan de schatkist.
(*) door de wet van 4 juli 2005.