9-6-2006
EU-speerpunten VVD
INLEIDING
Op 1 juni 2005 sprak de Nederlandse burger zich in een referendum uit
over de Europese grondwet. Na dit `nee' is er een periode van
reflectie aangekondigd. Op dit moment bezinnen niet alleen de Europese
lidstaten, maar ook de politieke partijen in die landen zich op hun
visie ten aanzien van de toekomst van Europa. Zo ook de VVD! Eén jaar
na dato definieert de VVD opnieuw de meerwaarde die Europa heeft voor
Nederland.
De VVD laat ook zien op welke wijze de Nederlandse belangen in de
Europese Unie (EU) het beste behartigd kunnen worden. Deze vijf
speerpunten zal dan ook worden meegegeven aan de VVD
verkiezingsprogrammacommissie Tweede Kamer 2007.
SPEERPUNT 1: EEN GROTERE ROL VAN DE EUROPESE UNIE IN DE WERELD
Europa heeft zowel politiek als economisch een sterke positie in de
wereld. Om een serieuze speler op het wereldtoneel te worden, dient de
Europese Unie een sterk gemeenschappelijk buitenlands-, veiligheids-
en handelsbeleid te voeren.
De grootste economische uitdaging ligt voor de komende decennia in
Azië. Om de groeiende economieën van China, India en Japan van gedegen
concurrentie te voorzien, dient de Europese Unie zich in te zetten
voor liberalisering van de internationale handel via afspraken op
basis van wederkerigheid binnen de World Trade Organization (WTO).
Een gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid betekent niet
alleen belangenbehartiging, maar brengt ook verplichtingen met zich
mee. De bestrijding van het internationale terrorisme en de
georganiseerde misdaad, drugs- en mensenhandel vraagt om een
gezamenlijke aanpak.
Europa zal zich slechts kunnen handhaven in het nieuwe krachtenveld
dat in de wereld is ontstaan als er voldoende wordt samengewerkt.
Intern, maar ook via internationale organisaties als de Verenigde
Naties (VN), NAVO, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in
Europa (OVSE), de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) en de WTO. En bij voorkeur samen met de Verenigde
Staten.
SPEERPUNT 2: VERVOLMAKING VAN DE INTERNE MARKT
Voor de VVD staat het verder voltooien van de interne markt op de
eerste plaats. Nederland heeft als handelsland vitale belangen bij het
opheffen van de bestaande blokkades op het gebied van vrij verkeer van
personen, goederen, diensten en kapitaal. Dat geldt dus ook voor de
werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten. De Dienstenrichtlijn dient een
zo breed mogelijke werkingssfeer te krijgen. De Europese Commissie
moet worden gesteund bij het garanderen van eerlijke concurrentie en
het bestrijden van oneigenlijke overheidssteun.
De VVD is voorstander van een selectief immigratiebeleid gericht op
arbeidsmigranten van buiten de EU. Dit kan op basis van de zogeheten
greencard en een bijbehorend puntensysteem. Wie de meeste toegevoegde
waarde voor de Nederlandse economie heeft, krijgt de meeste punten en
heeft daarmee een grotere kans om tot Nederland te worden toegelaten.
Lidstaten blijven zelf bevoegd om quota vast te stellen. Het
gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dient verder te worden
hervormd, waarbij exportsubsidies en marktverstorende praktijken
worden voorkomen. Het toekomstig beleid wordt gericht op een
plattelandsbeleid, dat nationaal ge(co)financierd wordt, waarbij
Europese regels toegepast worden om oneerlijke concurrentie te
voorkomen. De VVD is een voorstander van een actief plattelandsbeleid
dat zorgdraagt voor een goede kwaliteit van het landelijke gebied. Dit
beleid is op nationale leest geschoeid en gaat uit van het
bestaansrecht van onze ondernemende boeren.
De VVD vindt dat het huidige systeem van de inkomsten van de EU niet
voldoet. Ieder land moet via een eenduidige sleutel (bruto nationaal
inkomen) afdragen aan de Europese Unie. Het Stabiliteitspact voor een
stabiele Euro moet naar letter en geest worden nageleefd.
SPEERPUNT 3: GRENSOVERSCHRIJDENDE PROBLEMEN VRAGEN OM EEN EUROPESE
AANPAK
De VVD is van mening dat de EU slechts die taken zou moeten uitoefenen
die bijdragen aan oplossingen voor grensoverschrijdende problemen.
Terrorisme, georganiseerde misdaad, zoals drugs- en mensenhandel,
moeten op Europees niveau worden aangepakt. Waar terroristen en
criminelen elkaar weten te vinden, mogen misdaadbestrijders niet
achterblijven. Dat geldt zowel voor politie en inlichtingendiensten
als voor officieren van justitie en rechters. Wat strafbaar wordt
gesteld en hoe hoog de straffen zijn, bepalen de lidstaten zelf.
Grensoverschrijdende milieuproblemen lenen zich bij uitstek voor een
aanpak op Europees niveau. Bij het milieubeleid geldt echter wel dat
er iedere keer opnieuw goed moet worden gekeken naar de
uitvoerbaarheid van regelgeving op dit terrein.
De VVD is voorstander van een Europese aanpak van het asielbeleid. De
VVD vindt de Europese Unie bij uitstek geschikt om op
gemeenschappelijke basis opvang van vluchtelingen in de eigen regio
beter mogelijk te maken.
Naast bovenstaande grensoverschrijdende problemen zijn er nog vele
andere onderwerpen die om een Europese aanpak vragen. Een van deze
grensoverschrijdende problemen is voedselveiligheid. Wat beter
Europees kan, wil de VVD ook Europees doen! Regionale en lokale
samenwerking over de landgrenzen heen wordt in dit kader bevorderd.
SPEERPUNT 4: WERKEN AAN DUIDELIJKE GRENZEN VAN EUROPA
De VVD is voorstander van uitbreiding van de Europese Unie.
Uitbreiding van de interne markt en de rechtsgemeenschap die de EU
vormt, is een goede zaak en in het voordeel van Nederland. De VVD is
echter voor een strenge toepassing van de Kopenhagen-criteria. Dat
betekent dat de landen die willen toetreden democratische rechtsstaten
moeten zijn met een vrije markteconomie, die alle Europese regels
kunnen uitvoeren. Voorts moeten overgangsbepalingen en
vrijwaringclausules garanderen dat de Unie en Nederland geen nadelen
ondervinden van toekomstige toetredingen. De VVD is van mening dat
landen individueel moeten worden beoordeeld.
Extra aandacht verdient de bestuurbaarheid van de Europese Unie. De
Unie moet de nieuwe landen kunnen absorberen. Dat betekent dat de Unie
zich zo organiseert dat ze bestuurbaar blijft. De VVD vindt dat de
Europese Unie de komende jaren geen nieuwe verplichtingen aan moet
gaan. Eerst moeten de nieuwe lidstaten volledig in de Unie
geïntegreerd zijn. Tegelijkertijd geldt voor de VVD: afspraak is
afspraak. Dat betekent: toezeggingen om onderhandelingen aan te gaan,
worden nagekomen (Balkanstaten en Turkije), en bestaande
onderhandelingen worden afgerond (Roemenië en Bulgarije).
SPEERPUNT 5: EEN DEMOCRATISCHER, TRANSPARANTER EN SLAGVAARDIGER
EUROPA
De democratische legitimiteit van de Unie ligt volgens de VVD namelijk
ook en vooral in de lidstaten en niet in een Europese federatie. De
kloof tussen de burger en de Europese Unie kan het beste via de
Nederlandse volksvertegenwoordiging en het Nederlands kiesrecht worden
overbrugd. Daarbij is het van belang dat nauw wordt samengewerkt met
het Europees Parlement. Om het vertrouwen van de burgers in Europa te
herwinnen, is het nodig dat de EU democratischer, transparanter en
slagvaardiger wordt.
De VVD beschouwt het `nee' tegen het grondwettelijke verdrag als een
aansporing om in Europa én betere prestaties te leveren én betere
spelregels te maken. Europa is binnenland. Daarom vindt de VVD dat de
nationale politiek veel pro-actiever en strategischer met Europa om
moet gaan. Dat betekent dat vanuit het kabinet krachtige sturing moet
worden gegeven aan Europese dossiers door de minister-president, die
daartoe wordt ondersteund door een volwaardig minister voor Europese
Zaken. Dat betekent ook dat het nationale parlement, in nauwe
samenwerking met het Europees Parlement, serieus werk moet maken van
de subsidiariteits- en proportionaliteitstoets om overbodige of te
gedetailleerde wet- en regelgeving te voorkomen. Tevens moeten
regering en parlement ervoor waken meer te regelen dan de Europese
wetgeving strikt noodzaakelijk maakt.
Mede op initiatief van de VVD gaan de Eerste en de Tweede Kamer
toetsen of Europese wetgevingsinitiatieven wel nodig zijn en of
Europese wetgeving niet teveel in de nationale besluitvorming
ingrijpt. Om tot een slagvaardiger Europa te komen is de VVD
voorstander van verbetering/versnelling van de besluitvorming,
bijvoorbeeld door meer besluiten te nemen met gekwalificeerde
meerderheid. De VVD is van mening dat het afgewezen Europees
Grondwettelijk Verdrag in dat kader definitief van de baan is. Op
basis van het bestaande Verdrag van Nice moet Europa verder bestuurd
worden. Indien dat in de praktijk op onderdelen tot problemen leidt,
dient `Nice' op deze concrete onderdelen aangepast te worden.
Verdragswijzigingen dienen door de Staten-Generaal geratificeerd te
worden.
7 juni 2006
VVD