Kabinet schrapt tal van regels voor sportorganisaties
Persbericht, 9-6-2006
Sportverenigingen hoeven geen verzekering meer af te sluiten voor hun
vrijwilligers die als verkeersregelaar optreden bij sportevenementen.
Ook hoeven sportclubs in de toekomst geen logboeken meer bij te
houden, waarin de werk- en rusttijden van de vrijwilligers genoteerd
staan; verder zijn verenigingen niet meer verplicht een
risico-inventarisatie en evaluatie, zoals die in het bedrijfsleven
geldt, op te stellen als gevolg van een soepeler arbo-beleid voor de
vrijwilligers. Dit zijn enkele punten waarop het kabinet de sport
tegemoet komt. Dit schrijft staatssecretaris Clémence Ross (VWS) in
een brief aan de Tweede Kamer.
De werkgroep, ingesteld door NOC*NSF, onder leiding van toenmalig
voorzitter van de KNWU Joop Atsma kwam vorig jaar met zijn voorstellen
om de regeldruk in de sportsector te verminderen. In 'Minder regels,
meer sport' benoemt Atsma 12 prioritaire thema's waarop de regels voor
de sportsector verlicht kunnen worden. Het kabinet laat in de brief
aan de Kamer weten op tal van punten aan de wensen van de werkgroep
tegemoet te willen komen. Sportverenigingen worden voortaan niet meer
verplicht om mensen die bij sportevenementen het verkeer regelen te
verzekeren. Dit scheelt de clubs een hoop rompslomp en geld.
Dat kan ook gezegd worden over het schrappen van een aantal
arbo-voorschriften. Zo hoeven clubs geen risico-inventarisatie &
evaluatie meer op te stellen en zijn sportvrijwilligers niet meer
gehouden aan beperkingen op bijvoorbeeld het gebied van onregelmatige
werktijden en het tillen van (al dan niet gehandicapte) sporters.
Het kabinet zegt in de brief te kijken naar de eisen die aan
bedrijfshulpverleners (BHV'ers) in kleine organisaties worden gesteld.
Het is in ieder geval de bedoeling dat de getalsnorm van het aantal
aanwezige BHV-ers (1 op 50) wordt geschrapt. Verder wordt de
georganiseerde sport uitgenodigd mee te denken over een sporteigen
BHV-regeling.
Verder komt het kabinet de werkgroep ook tegemoet op het gebied van de
vrijwilligersvergoeding. Het bedrag dat vrijwilligers onbelast als
vergoeding mogen ontvangen, is van 735 euro verhoogd tot 1500 euro.
Ook de te voeren administratie van deze vergoeding is vereenvoudigd.
Ook topsporters krijgen van het kabinet meer armslag. Ross laat in de
brief aan de Kamer weten dat topsporters met een stipendium extra
bijverdiensten die nu belast worden, mogen reserveren tot na de
sportcarrière: daarmee kan dan de studie worden betaald of kan een
brug worden geslagen naar een andere baan.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport