Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Smits en Van Dijken over de brief 'Help zij zijn gek geworden' van het Rheumaverpleeghuis inzake zorgzwaartefinanciering

Kamerstuk, 9-6-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Antwoorden op de vragen van de Kamerleden Smits en Van Dijken (PvdA) over de brief 'Help zij zijn gek geworden" van het Rheumaverpleeghuis inzake zorgzwaartefinanciering (2050612920).

Vraag 1.
Hebt u kennisgenomen van de brief: "Help ze zijn gek geworden"van het Rheumaverpleeghuis, centrum voor reuma en revalidatie d.d 26 april 2006?

Antwoord 1.
Ja, ik heb kennis genomen van deze brief.

Vraag 2.
Bent u bereid uw inhoudelijke reactie op deze brief binnen 3 weken aan de Kamer te sturen?

Antwoord 2.
Naar mijn mening is het onwenselijk dat instellingen er op achteruit gaan als gevolg van mijn beslissing om extra geld beschikbaar te stellen voor zorgzwaarteproblemen in verpleeghuizen. In de door het CTG/ZAio vastgestelde beleidsregel is, conform mijn aanwijzing, vastgelegd dat de zorgzwaartetoeslagen aan een landelijk maximum zijn gebonden. Op grond daarvan kon het CTG/ZAio niet anders dan slechts een deel van de aanvragen toekennen. Zoals reeds aan u medegedeeld in mijn brief van 17 mei 2006 (TK 2005-2006, 26631, nr.176) waarin ik in § 4 tevens op de bedoelde brief in ga, heb ik CTG/ZAio verzocht om voor de 4 al in 2005 bestaande cliëntgroepen alle aanvragen alsnog te honoreren.

Vraag 3.
Kunt u een overzicht over de afgelopen vier jaar verschaffen van de doorgevoerde veranderingen in de regeling rondom de zorgzwaartefinanciering?

Antwoord 3.
Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief over zorgzwaartebekostiging van 17 mei 2006.

Vraag 4.
Kunt u tevens een overzicht over de afgelopen vier jaar verschaffen van de beschikbare budgetten voor de regeling van zorgzwaartefinanciering en de bestemming van deze gelden gedurende deze periode?

Antwoord 4.
In 2005 was voor vier categorieën - comapatiënten, patiënten met chronische
beademing, patiënten met Chorea van Huntington en groepsgewijze behandeling van reumapatiënten een bedrag van EUR 15 mln. beschikbaar gesteld en werd voor ca.
EUR 12,5 mln. afgesproken.

In 2006 heb ik daar bovenop een bedrag van EUR 80 mln. beschikbaar gesteld voor de volgende groepen: patiënten met Korsakov, cliënten met een gerontopsychiatrische aandoening, jong dementerenden, verpleeghuispatiënten met een verstandelijke handicap en (jongere) patiënten met complex niet aangeboren hersenletsel. In totaal was dus EUR 95 mln. voor zorgzwaartefinanciering beschikbaar.