Meer invloed op inzet geld voor landelijk gebied
Met de vaststelling van het provinciaal meerjarenprogramma voor het
landelijk gebied door Provinciale Staten kunnen de onderhandelingen
met het ministerie van LNV over de bijbehorende middelen beginnen. Het
meerjarenprogramma is een breed en integraal uitvoeringsprogramma
waarin alle acties voor het verbeteren van het landelijk gebied zijn
opgenomen. De komende zeven jaar kan er voor 1,1 miljard euro in het
landelijk gebied geïnvesteerd worden. De uiteindelijke investering
hangt af van de bijdrage van het Rijk. Het provinciebestuur trekt zelf
210 miljoen euro uit voor de uitvoering van het programma en vraagt
van het Rijk 440 miljoen. Het overige deel wordt door gemeenten,
waterschappen, de Europese Unie.
Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), zorgt vanuit het Rijk
voor de financiering van de acties voor het landelijk gebied en heeft
als doel de verkokering en versnippering tussen de verschillende
subsidieregeling voor plattelandsontwikkeling aan te pakken. Het Rijk
en de provincies maken prestatieafspraken over de inzet van dit geld.
Dat kunnen bijvoorbeeld afspraken zijn over het aantal hectares nieuwe
natuur en verkaveling voor de landbouw of het aantal kilometers
wandelpaden. Nieuw aan de regeling is dat provincies zelf mogen
bepalen hoe het geld wordt besteed, wanneer dat gebeurt en welke
partijen er een rol in krijgen. âDat houdt in dat we samen met inzet
van het eigen provinciale geld veel beter tot integrale projecten
kunnen komen. Dus die projecten waarmee meerdere doelen worden
gediendâ, aldus gedeputeerde Piet Jansen (landelijk gebied en water).
âEr sprake is van een uniek gebeuren waarmee geschiedenis wordt
geschreven. Het Rijk legt voor de komende 7 jaar de volle
verantwoordelijkheid voor het landelijk gebied bij de provincie. Samen
met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties gaan we
er echt wat van maken!â
In het meerjarenprogramma neemt de provincie Overijssel meer mee dan
alleen doelen voor landbouw, natuur en landschap. Ook water is een
belangrijk element van de integrale aanpak van het landelijk gebied.
Wil het wateraspect ook daadwerkelijk de aandacht krijgen die het
verdient, dan moet het Rijk wel over de brug komen. Dit geldt ook voor
de Nationale Landschappen (IJsseldelta Noord en Noord-Oost Twente).
âWij houden de minister dan ook aan zijn toezegging om zich in te
zetten voor extra geld zodra die kans zich voordoetâ, aldus Jansen.
Daarnaast geeft GS ook uitvoering aan het amendement van CDA, PvdA en
VVD om de doelen en prestaties voor gezonde en levensvatbare
ontwikkeling van agrarische en niet-agrarische bedrijvigheid op het
platteland te benoemen en de extra inspanningen op te nemen in het
meerjarenprogramma. âAl met al is het een evenwichtig programma
geworden, dat in samenwerking met de Overijsselse partners tot stand
is gekomen. Nu is het zaak de ingezette lijn vast te houden en goede
prestatieafspraken te maken met het Rijk. Na ongetwijfeld forse
onderhandelingen met minister Veerman, kunnen we vanaf 1 januari 2007
aan de slag.â
Provincie Overijssel