SHO: nog 16 miljoen euro beschikbaar voor wederopbouw Pakistan
Kerkinactie
Persbericht
Eerste tussenrapportage actie Pakistan:
Nog 16 miljoen euro beschikbaar voor wederopbouw
Utrecht, 8 juni 2006 - Op 31 maart 2006 bedroeg de totale opbrengst van de noodhulpactie
voor Pakistan bijna 42 miljoen euro( 41.895.703). Op het gironummer druppelen nog steeds
giften binnen. De SHO hebben 38.000.000 miljoen euro verdeeld onder alle permanente
leden. Van dit bedrag is tot ruim 20 miljoen toegewezen aan projecten. De SHO-leden
zullen de resterende bestedingsruimte van 16 miljoen euro grotendeels aanwenden voor de
wederopbouw in Pakistan. Deze cijfers zijn afkomstig uit de eerste tussenrapportage die
de Samenwerkende Hulporganisaties hebben uitgebracht van de actie 'Help slachtoffers
aardbeving!, beter bekend als de Pakistan actie op giro 800800.
De leden moeten volgens de SHO-overeenkomst binnen 2 jaar de inkomsten op giro 800800
besteden. Op 31 maart 2006 was er op het gironummer 800800 39.895.703 miljoen euro uit
publieksdonaties en 2.000.000 euro van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
binnengekomen, in totaal 41.895.703. Voor de actie voor Pakistan en India hadden zich
geen gastorganisaties gemeld.
Na aftrek van een voorziening (max. 6%) voor kosten van voorbereiding en coördinatie
hebben de leden iets meer dan 36 miljoen euro beschikbaar voor noodhulp en wederopbouw.
Over deze verplichtingen is door de lokale partnerorganisaties van de SHO voor 10,8
miljoen gerapporteerd aan de SHO-leden. 77% werd besteed in Pakistan aan noodhulp, 15%
aan noodhulp in India en 8% aan wederopbouwactiviteiten in Pakistan.
De noodhulpfase is afgesloten. Vanaf eind maart heeft de regering van Pakistan de meeste
vluchtelingenkampen ontruimd en zijn mensen naar huis teruggekeerd. De SHO-organisaties
hebben honderdduizenden mensen ondersteund met programma's voor gezondheidszorg,
tijdelijke en noodhuisvesting, water en sanitaire voorzieningen. Zij werkten samen met de
overheid, lokale Pakistaanse en internationale organisaties. Dankzij het werk van
hulporganisaties, van de overheid en de relatief zachte winter zijn de getroffenen van de
aardbeving goed de winter doorgekomen. Knelpunten in de hulpverlening waren de
beschikbaarheid en kwaliteit van tenten, distributie van hulpgoederen door de
ontoegankelijkheid van het gebied en de beperkte mogelijkheden om goederen via de lucht
te vervoeren en de capaciteit van lokale partnerorganisaties. Tot 31 maart was er nog
nauwelijks sprake van wederopbouw. Inmiddels komt die op onder aanvoering van ERRA
(Earthquake Rehabilitation and Reconstruction Authority) van de Pakistaanse overheid)
langzaam op gang.