Partij van de Arbeid


Den Haag, 08 juni 2006


Vragen van het lid Noorman-Den Uyl (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


over te lage aanpassing van uitkeringen in de sociale verzekeringen


1. Hoeveel mensen ontvangen op dit moment een uitkering die is gebaseerd op het maximumdagloon, uitgesplitst naar verschillende uitkeringssoorten (WW, IVA, WGA, etc.)?


2. Kunt u bevestigen dat het maximumdagloon in de sociale verzekeringen van 2005 op 2006 met 0,2% is gestegen (van ¤167,70 naar ¤168) en dat het et wettelijk minimumloon op 1 januari 2006 met 0,6% is gestegen?


3. Klopt het dat hierdoor ook de bruto uitkeringshoogte van de mensen uit vraag 1 op 1 januari 2006 slechts 0,2% is gestegen, terwijl de overige uitkeringen bruto met 0,6% zijn gestegen?


4. Als uw antwoord op vraag 2 'ja' luidt, hoe verklaart u dan dit verschil? Houdt dit verband met de invoering van de Wfsv?


5. Is het waar dat deze uitkeringsgerechtigden door de beperkte stijging per dag ¤0,50 mis lopen zijnde het verschil tussen 0,2% en 0,6% en dus ruim ¤65 per half jaar,,?


6. Bent u bereid dit tekort met terugwerkende kracht aan te passen, opdat deze uitkeringsgerechtigden niet structureel ¤65 per half jaar achterstand houden?


7. Zo nee, wilt u dan in de tweede helft van 2006 de uitkeringen voor deze groep tijdelijk extra verhogen, zodat het 'verlies' van ¤65 over de eerste helft van het jaar wordt gecompenseerd?


8. Kunt u deze vragen vanwege het overleg over SUB-Walvis op 24 juni beantwoorden?


Gebaseerd op 21,75 werkdagen per maand en een uitkeringshoogte van 70% van het maximumdagloon