Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Schriftelijke informatie naar aanleiding van AO verslavingszorg van 1 februari 2006

Kamerstuk, 7-6-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/ADT 2688360

7 juni 2006

Tijdens het Algemeen Overleg verslavingszorg van 1 februari 2006 heb ik uw Kamer over een aantal onderwerpen nadere schriftelijke informatie toegezegd. Met deze brief informeer ik u over de aanpak van de verslavingszorg in Noord-Limburg, de wachttijden in de verslavingszorg (met name voor jeugdigen), en de stand van zaken van de inventarisatie naar drugsgebruik in psychiatrische instellingen.

Verslavingszorg Noord-Limburg
Mevrouw Veenendaal wees mij tijdens het AO op de goede aanpak van de verslavingszorg in Noord- en midden Limburg, vooral omdat men cliënten daar niet `van het kastje naar de muur' stuurt. Ik heb toegezegd mij te laten informeren over de werkwijze van deze instelling. De aanpak van het Vincent van Gogh-instituut kenmerkt zich door het werken met zogenaamde `poortfunctionarissen' en trajectbegeleiders. Een poortfunctionaris voert de eerste gesprekken met een nieuwe cliënt en brengt zijn hulpvraag in kaart. Iedereen die vervolgens in zorg komt, krijgt een vaste trajectbegeleider. De trajectbegeleider functioneert als `helikopter' en schakelt ook mensen in uit de sociale dienstverlening van de instelling, bijvoorbeeld bij het vinden van de weg naar woonbegeleiding, werk en schuldhulpverlening. Ik onderschrijf deze werkwijze. Voor verslaafden zijn juist het hebben van een vaste trajectbegeleider en goede nazorg belangrijke voorwaarden. Gelukkig wordt in steeds meer instellingen voor verslavingszorg gewerkt met vaste begeleiders voor cliënten. In die zin is de werkwijze van het Vincent van Gogh-instituut een goed voorbeeld, maar gelukkig zeker niet uniek.

Wachttijden in de verslavingszorg
Voor de voortgangsrapportage verslavingszorg van 20 december 2005, is een inventarisatie gedaan van de wachtlijsten. Zoals gebruikelijk bij wachtlijstgegevens, ging het om gemiddelde wachttijden. De Kamer heeft tijdens het AO verzocht om uit te zoeken in hoeverre die gemiddelden representatief zijn voor de werkelijke wachttijden in de verslavingszorg. Ik heb GGZ Nederland verzocht om een nadere analyse te doen en in het bijzonder aandacht te besteden aan de wachttijden voor jongeren. GGZ Nederland heeft mij deze informatie inmiddels gegeven; een afschrift van deze brief is naar de Kamer gestuurd (zie bijlage).

Uit die nadere analyse van de wachtlijstgegevens blijkt onder andere het volgende:

- 24% van de personen die zich aanmelden bij de verslavingszorg, hoefde minder dan 14 dagen te wachten op een eerste gesprek. De helft moest tussen de 15 en de
30 dagen wachten en een kwart van de mensen moest langer dan 30 dagen wachten.

- Met name de wachttijd na de indicatiestelling en voor de werkelijke start van de behandeling is voor veel mensen te lang: 65% tot 74% van de mensen moet langer dan 30 dagen wachten. Dit kan zowel duiden op een gebrek aan goede stroomlijning van het zorgproces, als op een capaciteitstekort. Van de instellingen voor verslavingszorg heb ik begrepen dat met name de vraag naar opname in een Motivatiecentrum (laagdrempelige klinische zorg), beschermd wonen en verslavingszorg voor jongeren, groter is dan het beschikbare aanbod.
- De drie verslavingszorginstellingen met een specialistisch aanbod voor jongeren houden helaas geen wachtlijstgegevens bij. Wel lijken de signalen van de instellingen zelf te wijzen op een grotere vraag dan de instellingen kunnen leveren. Naar aanleiding van een inventarisatie in het veld, komt GGZ Nederland op een schatting van 240 extra benodigde (klinische) behandelplaatsen voor verslaafde jongeren en 25.000 ambulante contacten.
Inmiddels is er een bijeenkomst geweest voor de instellingen voor verslavingszorg, waarin VWS nogmaals heeft aangegeven dat er mogelijkheden zijn om de capaciteit van de verslavingszorg uit te breiden, met name de zorg voor verslaafde jongeren en beschermende woonvormen voor verslaafden. De verzekeraar heeft een zorgplicht en in het kader van deze zorgplicht heeft de verzekerde recht op tijdige zorg.
Het veld heeft aangegeven op korte termijn gebruik te willen maken van deze uitbreidingsmogelijkheden. Bij elke aanvraag voor capaciteitsuitbreiding zal ik rekening houden met de hele keten aan voorzieningen die de betrokken instelling voor verslavingszorg al heeft, om te zorgen dat de doorstroming waar nodig verbetert. Met name de wachttijd voor de daadwerkelijke start van de behandeling kan daardoor worden verkort.

Inventarisatie drugsgebruik in psychiatrische ziekenhuizen Naar aanleiding van de krantenberichten en de discussie in de Kamer tijdens het AO van
1 februari jl., heb ik GGZ Nederland verzocht om:
- een inventarisatie te doen naar de aard en omvang van het middelengebruik in de ggz;

- te bezien welke oplossingen in de praktijk al gevonden zijn voor het beheersprobleem en op basis hiervan een landelijke richtlijn op te stellen;

- binnen de sector van de ggz en de verslavingszorg de discussie te voeren over het voorschrijven van cocaïne.

GGZ Nederland heeft deze opdracht opgepakt (zie bijlage). Voor het eind van dit jaar zal ik u schriftelijk informeren over de uitkomsten van de inventarisatie, de landelijke richtlijn en de discussie over het voorschrijven van cocaïne.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

Documenten


* Brief van GGZ-Nederland over verslavingszorg (nieuw venster) Kamerstuk | 26-4-2006 (pdf, 6 pag., 89 kB)