Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : IZ. 2006/1091
datum : 07-06-2006
onderwerp : Verslag Landbouw- en Visserijraad van 22 mei 2006 en van de informele Landbouwraad van 28-30 mei 2006
bijlagen : 1

Geachte Voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad van 22 mei jl. in Brussel. Tevens breng ik u verslag uit van de informele Landbouwraad, die van 28 tot en met 30 mei jl. in Krems (Oostenrijk) plaatsvond.

De Raad heeft van gedachten gewisseld over het voorstel voor nieuwe regels voor biologische productie en etikettering en Raadsconclusies aangenomen over coëxistentie tussen genetisch gemodificeerde (ggo) landbouw en conventionele en biologische landbouw. Onder diversen heeft de Commissie de Raad geïnformeerd over aviaire influenza en over de problemen die in enkele lidstaten bestaan met de deadline voor de aanvraag van directe inkomenssteun. Verder is op verzoek van Zweden kort stilgestaan bij de situatie op de olijfoliemarkt. Op het gebied van visserij heeft de Raad wederom geen akkoord bereikt over het Europees Visserijfonds. Wel is de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Marokko aangenomen. Nederland heeft daarbij een verklaring afgelegd.

De informele Landbouwraad is constructief verlopen en er zijn nuttige discussies gevoerd over onder meer de rol van onderzoek en ontwikkeling in de toekomst van de Europese landbouw.

A-punten

De Raad heeft de partnerschapsovereenkomst voor visserij met Marokko zonder discussie aangenomen. Tijdens de aanneming heeft Nederland gezamenlijk met Finland een verklaring afgelegd 1, waarin wordt gewezen op de volledige Europese steun voor de VN bemiddelingsinspanningen tussen de verschillende partijen in de Westelijke Sahara over de status ervan. Tevens wordt in deze verklaring benadrukt dat de partnerschapovereenkomst niet prejudicieert op de uitkomst van dit proces.

Tot slot wordt erop gewezen dat alle beschikbare middelen ingezet moeten worden om deze overeenkomst in overeenstemming met de regels en principes van het internationaal recht te implementeren. Ook Zweden en Ierland legden ieder afzonderlijk een verklaring af.

Zie bijlage 1 voor de overige a-punten.

Biologische landbouw

Aan de hand van enkele vragen discussieerde de Raad over het eind vorig jaar verschenen Commissievoorstel voor vereenvoudigde regels voor biologische productie en etikettering. Op de inleidende vraag over de algemene richting van het voorstel antwoordden alle lidstaten positief. Wel werd daarbij de relatie aan tussen genetisch gemodificeerde (ggo) en biologische landbouw aangekaart. Enkele ministers pleitten voor lagere drempelwaarden dan 0,9% of zelfs voor nultolerantie. Nederland heeft in reactie hierop aangegeven geen voorstander te zijn van ggo-vrije verklaringen. Dit zou de biologische sector in een moeilijke positie manoeuvreren, omdat het begrip ggo-vrij niet in de bestaande regelgeving is gedefinieerd. De tweede vraag had betrekking op het al dan niet opnemen van horeca en catering in de verordening. De meningen hierover waren verdeeld tussen voorstanders die een grotere coherentie op Europees niveau voorstaan en een kleinere groep tegenstanders. Omdat horeca geen grensoverschrijdende activiteit is, gaf ook Nederland aan in principe tegenstander te zijn. Bovendien heeft Nederland opgemerkt dat deze vraag niet los kan worden gezien van een meer fundamentele discussie over ingrediëntenetikettering ('bereid met'). Onderwerp van de derde vraag was het EU-logo. Hoewel geen enkele lidstaat tegen het gebruik van zo'n logo is, vinden sommigen een verplichting te vergaand. Vanuit het oogpunt van helderheid voor de consument heeft Nederland aangegeven in te kunnen stemmen met een verplicht gebruik. Wel moet dit logo het gebruik van private keurmerken niet in de weg staan. Het dossier zal onder Fins voorzitterschap verder worden behandeld.

Coëxistentie genetisch gemodificeerde en conventionele en biologische landbouw

Zonder inhoudelijke discussie heeft de Raad conclusies aangenomen over coëxistentie tussen genetisch gemodificeerde en conventionele en biologische landbouw. Hoewel de meningen uiteenlopen over de vraag of er communautaire coëxistentieregels moeten komen, stemden alle lidstaten voor en onthield alleen Griekenland zich van stemming. De conclusies roepen de Commissie op tot een aantal acties, die ook al staan genoemd in de mededeling over coëxistentie die eerder dit jaar verscheen. Commissaris Fischer Boel reageerde positief op de Raadsconclusies en sprak slechts haar aarzeling uit bij de ook door Nederland uitgesproken wens om met een voorstel te komen voor drempelwaarden voor onbedoelde vermenging van conventioneel zaaizaad met ggo-zaad.

Veterinaire en fytosanitaire overeenkomst met Rusland

Commissaris Kyprianou meldde met tevredenheid dat recentelijk belangrijke vooruitgang is geboekt in de veterinaire samenwerking met Rusland. Hij refereerde daarbij specifiek aan twee nieuwe akkoorden die op 4 april jl. zijn gesloten over regionalisering in geval van een uitbraak van dierziekten en over transitcontroles.

Europees Visserijfonds

De Raad heeft geen overeenstemming bereikt over het voorstel voor het Europees Visserijfonds. Het voorzitterschap heeft in twee compromisvoorstellen een aantal verruimingen met betrekking tot moderniseringsteun voorgesteld. Zo werd onder meer voorgesteld de vervanging van motoren onder een aantal voorwaarden in aanmerking te laten komen voor steun. Tevens werd voorgesteld om een klein deel van de bij publieke sanering vrijgekomen capaciteit te reserveren voor investeringen in modernisering en werd steun voor jonge vissers - in de vorm van steun voor de aanschaf van tweedehands vaartuigen - in het vooruitzicht gesteld. Voor een aantal lidstaten gingen deze voorstellen niet ver genoeg. Een aantal andere lidstaten was van oordeel dat de compromisvoorstellen zouden leiden tot capaciteitsvergroting in de visserij en derhalve in strijd waren met de uitgangspunten van het in 2002 hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid. Nederland heeft in het debat gewezen op de spanning tussen de verruiming van moderniseringsteun en het uitgangspunt dat de vlootcapaciteit en visserijdruk niet mogen toenemen. De voorzitter brak een tweede compromispoging af toen zich een blokkerende minderheid aftekende. Naar verwachting zal de Raad pas in de tweede helft van dit jaar hierop terug komen.

Diversen
a. Aviaire influenza
Commissaris Kyprianou gaf er momenteel weinig nieuwe ontwikkelingen zijn te melden, maar riep de lidstaten op tot aanhoudende alertheid. Mijn Deense en Roemeense collega's gaven een korte toelichting op de recente uitbraak van het virus in hun landen.

b. Situatie op de olijfoliemarkt
Op verzoek van Zweden sprak de Raad kort over de situatie op de olijfoliemarkt. Zweden betoogde dat de prijzen voor olijfolie de afgelopen maanden erg hoog zijn en riep de Commissie op maatregelen te nemen. Hoewel enkele lidstaten dit verzoek steunden, riep het vooral veel verzet op bij de producerende lidstaten. De Commissie gaf aan de situatie nauwgezet te volgen, maar vooralsnog geen maatregelen te treffen omdat de prijzen alweer aan het dalen zijn.

c. Aanvragen directe inkomenstoeslagen
Commissaris Fischer Boel gaf aan bekend te zijn met de problemen die er in enkele lidstaten bestaan met de deadline van 15 mei voor de aanvraag van directe inkomenssteun. Enkele lidstaten hebben bij de Commissie dan ook om een derogatie gevraagd, om te voorkomen dat de boeren een automatische korting krijgen. De Commissaris liet weten dat het inmiddels te laat is voor het opschuiven van de deadline (een algemeen pardon), maar bereid te zijn om met een aantal omstandigheden rekening te houden. Lidstaten die hier van gebruik willen maken, moeten daartoe een verzoek indienen.

Informele Landbouwraad: Land-Life-Future

Van 28 tot en met 30 mei jl. vond in Krems, Oostenrijk de halfjaarlijkse informele Landbouwraad plaats. Het voorzitterschap had de Raad het thema Land-Life-Future meegegeven. In vier verschillende werkgroepen is van gedachten gewisseld over de thema's belang van onderzoek en ontwikkeling, onderwijs, bedrijfsadvisering en innovatie en diversificatie. Zelf heb ik de werkgroep over onderzoek en ontwikkeling voorgezeten.

Over het algemeen waren de discussies interessant en nuttig. Eén van de geopperde ideeën betreft een Europese strategie voor landbouwonderzoek, waarover het Permanent Comité voor Landbouwkundig Onderzoek binnenkort een eerste discussie zal voeren. De Commissie wees in dit verband op de nieuwe mogelijkheden die het recent aangenomen 7^de Kaderprogramma voor onderzoek biedt. De overige werkgroepen leverden minder eenduidige aanbevelingen op. Niettemin werd de mening dat er verbetering mogelijk is op het gebied van opleiding en bedrijfsadvisering breed gedeeld.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 Deze verklaring is in de antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel op 31 mei jl. reeds naar de Tweede Kamer gestuurd.

Bijlage 1

Naast de verordening van de Raad betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko, zijn op het gebied van landbouw en visserij zijn de volgende punten als A-punt - dat wil zeggen zonder verdere discussie - door de Raad aangenomen:

* Aanneming van een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1785/2003 wat de invoerregeling voor rijst betreft;

* Aanneming van een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica;

* Aanneming van een verordening van de Raad houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht;

* Aanneming van een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de wijziging van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 augustus 2001 tot en met 31 juli 2006, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de zeevisserij.