Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ross toont ambitie in top- en breedtesport in sportprogramma

Persbericht, 7-6-2006

10 procent meer topsporttalenten en beter imago voor scheids

De Nederlandse topsport moet de komende jaren de sprong naar de mondiale top 10 maken. Staatssecretaris Clémence Ross (VWS) wil die ambitie onder meer gaan waarmaken door 75 topcoaches van een salaris te voorzien en door een accent te leggen op talentontwikkeling. Met name de inbreng van zogenaamde talentcoaches moet 10 procent meer sporttalenten, en dus topsporters opleveren. Dit staat in het sportprogramma Samen voor Sport (2006-2010), dat Ross vandaag in Maarssen heeft gepresenteerd.

Samen voor Sport is een uitvloeisel van de kabinetsnota Tijd voor Sport, die in september vorig jaar het levenslicht zag. VWS heeft de voornemens en visie uit die nota omgezet in een beleidsprogramma. Voor het sportbeleid heeft Ross de komende jaren structureel 103 miljoen euro beschikbaar en dit jaar zelfs ruim 120 miljoen. Tot dit jaar stond er 67 miljoen op de VWS-begroting voor sport.

Wat de breedtesport aangaat zet Ross ook hoog in: in 2010 moeten 800.000 mensen meer dan nu voldoen aan de norm gezond bewegen, terwijl het aantal mensen dat inactief is, fors daalt. Dit moet gebeuren via zogenaamde community sportactiviteiten: mensen die in de wijk door buurtgenoten over de streep worden getrokken om te gaan sporten. Om inactieve mensen met handicap, of chronische aandoening aan het bewegen te krijgen, zullen dit en volgend jaar proefprojecten plaatsvinden in samenwerking met gezondheidsinstellingen. De beste methodieken kunnen vervolgens landelijk worden ingevoerd.

Om allochtone jongeren aan het bewegen te krijgen, sloten Ross en collega Verdonk van Integratiebeleid vandaag een overeenkomst met de gemeenten Eindhoven, Tilburg, Arnhem, Enschede, Zaanstad, Dordrecht en Nijmegen en met vijf sportbonden: de KNAU (atletiek), NBB (basketball), KNKV (korfbal), KNGU (gymnastiek) en de KNZB (zwemmen). Een zelfde soort overeenkomst sloten beide bewindspersonen in februari af met de vier grote gemeenten en onder meer de KNVB. De sportbonden zorgen ervoor dat in de betrokken gemeenten sportverenigingen zich speciaal gaan richten op allochtone jongeren. De gemeenten zorgen er, samen met jeugdzorginstellingen, voor dat de jeugd bij de verenigingen terecht komen en ook op maat begeleid worden. Dit moet ertoe leiden dat in 2010 allochtone jongeren net zo veel sporten als de autochtone jongeren. Verder moeten er dat jaar 500 sportverenigingen en sportscholen met hun sportaanbod een bijdrage leveren aan preventief jeugdbeleid.

Verder wil Ross de kwaliteit en het imago van de scheidsrechters bij contactsporten in teamverband een impuls geven. Op 1 juli a.s. zullen de eerste projecten van start gaan bij de KNVB (voetbal), KNVB (hockey), KNZB (zwemmen), NBB (basketbal), KNZB (waterpolo) en NIJB (ijshockey). Later volgen projecten bij korfbal, rugby, waterpolo en american football. Het Masterplan Arbitrage moet ertoe leiden dat in 2010 90 procent van de competitiewedstrijden in de aangewezen sporten wordt geleid door een gekwalificeerde scheidsrechter. Ook moet het scheidsrechterscorps veel diverser zijn dan nu: meer jeugd, meer allochtonen en meer vrouwen als "scheids".

Ross wil verder dat er een keurmerk komt voor sportverenigingen. Zo'n keurmerk geeft aan dat verenigingen voldoen aan eisen op het gebied van accommodatie, sportkader, gezondheid, hygiëne, maar ook sportiviteit. `Ik denk dat ouders er bij gebaat zijn als ze weten: "deze club heeft een keurmerk, daar is alles goed geregeld. Daar kan ik mijn kind met een gerust hart naar toe brengen".

De programma's zullen de komende jaren worden uitgevoerd door vele partners, zoals sportbonden, koepels, gemeenten, provincies, onderzoeksinstituten, opleidingsinstituten en sportinstituten.