Evaluatie reïntegratieactiviteiten leidt tot accentverschuivingen
(06-06-2006)
In het kader van de Algemene bijstandswet (Abw), later de Wet werk en
bijstand (WWB), zijn gemeenten sinds 2001 verplicht
reïntegratieactiviteiten voor bijstandsklanten uit te besteden en in
te kopen bij particuliere bedrijven.
De gemeente Arnhem heeft begin 2003 contracten afgesloten met een
aantal grote en minder grote reïntegratiebedrijven. Inmiddels is
bekend dat de geleverde prestaties van de betreffende bedrijven
tegenvallen. Reden om de accenten te verzetten: gerichtere en
selectievere inzet van reïntegratiemiddelen.
Lager dan beloofd
De reïntegratiebedrijven hebben een positief uitstroomresultaat
bereikt, dat varieert van 20 tot 30%.
20 tot 30% van de deelnemers is dus, aansluitend op deelname aan een
reïntegratietraject, aan het werk gegaan. Het gemiddelde percentage
over alle bij reïntegratiebedrijven geplaatste deelnemers zal bij
definitieve afronding van alle trajecten rond de 25% uitkomen.
Een slagingspercentage dat lager is dan door de bedrijven in 2003
beloofd: 40 - 50%.
De gecontracteerde bedrijven worden overigens door de gemeente
afgerekend op deze lagere prestaties (via less cure, less pay
contracten). Hiermee vallen de kosten voor de gemeente uiteindelijk
lager uit. Daar staat wel weer een mindere besparing op
bijstandsuitgaven tegenover. Immers, minder uitstroom uit de bijstand
dan gepland.
Verschuiving accenten
De oorzaken van de tegenvallende resultaten moeten gezocht worden bij
de reïntegratiebedrijven zelf en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Gesteld kan worden dat de oorspronkelijke concepten van
reïntegratiebedrijven niet of niet op tijd zijn vernieuwd en/of aan de
ontwikkelingen zijn aangepast. Ook blijkt dat men onvoldoende
beschikking had over een lokaal netwerk met werkgevers.
Overigens ogen de resultaten van de wat kleinschaliger werkende
reïntegratiebedrijven (iets) beter dan die van de grotere.
Nieuwe projecten succesvol
Gedurende de afgelopen jaren bleek al dat bijstelling van de
uitvoering en het verschuiven van beleidsaccenten nodig was. Zo vond
er al een verschuiving plaats van de oorspronkelijk ingekochte
diensten naar nieuw ontwikkelde en meer gericht toegepaste
instrumenten. Zo werden door de gemeente ondermeer nieuwe projecten
opgezet als het Jongerenloket, het Matchingsteam en een tweetal Direct
Werk-projecten.
Deze projecten blijken in de praktijk succesvol. Reden om de nieuwe
plannen voor investeringen in reïntegratie in 2006 te richten op een
verdere vernieuwing én op het breder inzetten/ontwikkelen van deze
succesvolle aanpak. Tevens: niet meer inzetten op de grotere en
grootschalige contracten met reïntegratiebedrijven.
Reïntegratiebedrijven selectiever inzetten
Het laatste wil niet zeggen dat geen gebruik meer wordt gemaakt van
reïntegratiebedrijven. Integendeel. Er zal echter sprake zijn van
gerichte en selectieve inzet, waarbij de gemeente zelf sterker de
feitelijke regie op reïntegratie invult, zowel op het niveau van het
ontwikkelen van instrumenten als op het direct volgen van deelnemers.
Daarbij blijkt dat de gemeente sommige zaken, zie bijvoorbeeld de
bemiddeling door het Matchingsteam, veel beter/effectiever in eigen
beheer kan uitvoeren.
Verder is een meer selectieve inzet van belang. Vooral bij specifieke
doelgroepen kan de inzet van externe, gespecialiseerde
reïntegratiediensten een waardevolle aanvulling blijven op de
gemeentelijke uitstroominspanningen.
Gemeente Arnhem