Universiteit van Tilburg 29 mei 2006
Een nieuwe kijk op fiscale eigendom bij leasecontracten
Promotie fiscalist Warner Bruins Slot
Wie moet er in fiscaal opzicht worden beschouwd als eigenaar van een
bedrijfsmiddel dat - bijvoorbeeld via een leaseovereenkomst - aan
derden ter beschikking is gesteld? Tot op heden gaan fiscalisten ervan
uit dat bij het beantwoorden van de fiscale eigendomsvraag de
juridische eigendom een belangrijke rol speelt. Promovendus Warner
Bruins Slot denkt daar heel anders over.
Wie is fiscaal de eigenaar van een object? Deze vraag moet worden
beantwoord door uitsluitend te kijken naar de mate waarin
verschillende partijen belang hebben bij de waardeontwikkeling van het
object. Wie voelt een waardestijging of -daling in zijn portemonnee?
Wie draagt er door het gebruik van het object toe bij dat het in
waarde daalt? In het geval waarin objecten voor een lange periode
worden geleast (verhuurd) ligt het belang bij de waardeontwikkeling in
belangrijke mate bij de lessee (de huurder). Anders dan wel wordt
aangenomen zou die lessee in die situatie voor een belangrijk deel
fiscaal eigenaar van dat object zijn.
Volgens Warner Bruins Slot zijn er in de jurisprudentie voldoende
aanwijzingen dat een nieuwe kijk op de fiscale eigendom is
gerechtvaardigd. Het is niet per se noodzakelijk om één partij als
fiscaal eigenaar aan te wijzen: zowel de verhuurder als de huurder
kunnen fiscaal eigenaar van een deel van het bedrijfsmiddel zijn. De
verdeling van de eigendom vindt plaats al naar gelang partijen
economisch belang hebben bij het object. Een soortgelijke ontwikkeling
valt waar te nemen in de nieuwste voorstellen op het gebied van de
commerciële verslaglegging. Ook daarin wordt erop aangedrongen om
(ook) op de balans van de huurder - in geval van langlopende
huurcontracten - bedragen te activeren. Een andere kwestie die Bruins
Slot behandelt is de vraag of degene die fiscaal als eigenaar van een
object moet worden gezien, ook per definitie de partij is die
aanspraak kan maken op investeringsfaciliteiten die via de fiscus
worden verstrekt. Om het investeren in bepaalde milieuvriendelijke of
energiebesparende bedrijfsmiddelen te stimuleren of om investeringen
in een bepaalde regio aan te moedigen, worden investerende bedrijven
via de fiscus gesubsidieerd. Bruins Slot concludeert dat de fiscale
eigenaar niet in alle situaties ook de partij is die als
'investeerder' kan worden aangemerkt, terwijl iedereen daar tot op
heden wel van uitging. Bijzondere aandacht geeft de promovendus in dit
kader aan de Technolease, de leasetransactie tussen Philips en de
Rabobank. Deze werd destijds door de Belastingdienst tegengehouden
maar kwam onder politieke druk toch tot stand. Ook brengt dit
proefschrift aan het licht dat in de situatie waarin
leasemaatschappijen bijvoorbeeld energiebesparende bedrijfsmiddelen
aan (semi-) overheidslichamen ter beschikking stellen, de kosten voor
de schatkist veel hoger uitvallen dan het bedrag van de fiscale
subsidie alleen. Er wordt namelijk ook minder vennootschapsbelasting
ontvangen. Een ander nadeel van het subsidiëren via de fiscus is het
feit dat wanneer twee ondernemers investeren in hetzelfde
milieuvriendelijke bedrijfsmiddel, die twee niet per definitie ook
hetzelfde subsidiebedrag ontvangen. Het uiteindelijke voordeel is
afhankelijk van hun belastingpositie: betalen ze belasting en zo ja,
tegen welk tarief? Warner Bruins Slot pleit ervoor de tendens om
objectsubsidies te fiscaliseren een halt toe te roepen.
Drs. Warner Bruins Slot (1954) studeerde economie
(administratief-organisatorische variant) aan de Vrije Universiteit
Amsterdam (1972-1980) en volgde tussen 1980 en 1982 een postdoctorale
studie Belastingrecht aan het Rijksinstituut Belastingen te Leiden.
Vervolgens werd hij adjunct-inspecteur bij de Belastingdienst en
inspecteur bij de Inspectie Vennootschapsbelasting. Sinds 2003 is
Bruins Slot belastingadviseur bij KPMG Meijburg & Co te Amstelveen.
Hij is vaste medewerker bij het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal
Recht en het Weekblad Fiscaal Recht.
Noot voor de pers
Warner Bruins Slot promoveert woensdag 7 juni 2006 om 14.15 uur in de
aula van de Universiteit van Tilburg (Warandelaan 2, Tilburg) op het
proefschrift Leasing in de vennootschapsbelasting. Een nieuwe kijk op
'economische eigendom'. Promotor is prof.dr. P.H.J. Essers. Van het
proefschrift verschijnt een handelseditie (ISBN 90-803347-4-X) bij
Uitgeverij Zacheüs te Baambrugge (EUR 53,-). Journalisten kunnen een
exemplaar van het proefschrift opvragen bij de afdeling Voorlichting
en Externe Betrekkingen van de UvT, tel: 013 - 466 2000, e-mail:
persberichtuvt@uvt.nl. Warner Bruins Slot is bereikbaar op 020 - 656
1191 (KPMG Meijburg) en 06 - 5181 0985; e-mail:
bruinsslot.warner@kpmg.nl. Persberichten van de UvT staan ook op
internet: www.uvt.nl/persberichten/. Informatie over deskundigen van
de UvT, zie: www.uvt.nl/webwijs/
UvT Persbericht