Ministerie van Buitenlandse Zaken
Keywords: ministerie van Buitenlandse Zaken, reizen, reisadviezen, landen, ambassades, visa, ambtsberichten, legalisatie, ontwikkelingssamenwerking, Europese samenwerking , buitenlands beleid.

Beantwoording kamervragen over de arrestatie van een Nederlander in
Syrië

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karimi (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de arrestatie van een Nederlander in Syrië. (Ingezonden 23 mei 2006).

Vraag 1
Kent u het bericht van Amnesty International dat de Nederlander van Arabische origine Abdullah al M. in Syrië onrechtmatig gearresteerd is, dat er gevreesd wordt dat Al M. gemarteld wordt en dat uitlevering aan Iran dreigt? Zo ja, klopt dit bericht? 1)

Antwoord
Ja, het bericht is mij bekend. Op dit moment kan ik slechts bevestigen dat de heer M. op 11 mei jl. gearresteerd is. Vanaf het moment dat de arrestatie mij bekend werd, op 15 mei jl. , tracht de Nederlandse ambassade te Damascus opheldering te krijgen over verblijfplaats en aanklacht tegen de heer Al M.

Vraag 2
Wat is de reden van de arrestatie van Al M.? Houdt de arrestatie van Al M. verband met zijn betrokkenheid bij de mensenrechtenorganisatie Ahwaz Liberation Organisation? Klopt het dat deze organisatie de regering in ballingschap vormt van Al-Ahwaz, een regio in Iran? Is dit de reden dat uitlevering aan Iran dreigt?

Antwoord
Zie vraag 1.
Daarnaast kan ik u mededelen dat Ahwaz Liberation Organisation een politieke organisatie is die onafhankelijkheid nastreeft van Al Ahwaz, een regio in het oostelijk grensgebied van Iran.

Vraag 3
Wat heeft de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Syrië en Iran tot nu toe gedaan om helderheid te krijgen over het lot van Al M. en om hem als Nederlands staatsburger bij te staan?

Antwoord
Direct nadat bekend werd dat de heer Al M. gearresteerd was heeft de Nederlandse ambassade te Damascus op 15 mei jl. een nota aan de Syrische autoriteiten gezonden. In deze nota verzoekt de ambassade opheldering te verschaffen over de redenen van arrestatie en de plaats van detentie van de heer Al M. en een medewerker van de ambassade in staat te stellen op zo kort mogelijke termijn betrokkene te bezoeken.
Op 23 mei is door de ambassade gedemarcheerd bij de Syrische autoriteiten. Tijdens dit gesprek werden de Syrische autoriteiten ook gewezen op de noodzaak om betrokkene niet aan Iran uit te leveren.
Een vervolggesprek met de vice-minister van Buitenlandse Zaken van Syrië over betrokkene is aangevraagd.
Daarnaast heeft de Nederlandse ambassade dagelijks telefonisch contact gezocht met de Syrische autoriteiten om duidelijkheid te krijgen over de arrestatie. Ook wordt nauw samengewerkt met de UNHCR, die veel aandacht besteed aan arrestaties van Al Ahwazi, de Iraanse minderheid waartoe betrokkene behoort, in Syrië.
Tenslotte is op mijn verzoek één en ander in EU-overleg besproken in Damascus en besloten is dat de EU-troika binnenkort bij de Syrische autoriteiten terzake opnieuw om opheldering zal vragen.

Vraag 4
Bent u bereid om al het mogelijke in het diplomatieke verkeer te ondernemen om Al M. zo snel mogelijk naar Nederland terug te laten keren?

Antwoord
Zoals uit voorgaande antwoorden blijkt zal ik alle diplomatieke instrumenten in blijven zetten om opheldering te verkrijgen over de redenen van detentie en te voorkomen dat betrokkene aan Iran wordt uitgeleverd.

1) de Volkskrant, 16 mei 2006