Gemeente Utrecht
Utrecht, 2 juni 2006
Sw/52
Gemeente is voorbereid op rupsenplaag
Ieder jaar in de lente hebben de meidoorn en de vogelkers last van de rups van de spinselmot. De gemeente gaat de komende weken deze rupsen bestrijden door de bomen met een biologisch bestrijdingsmiddel te bespuiten. De larven komen in de lente uit en bouwen grote taaie, spinsels waarin ze in groten getale krioelen. Ondertussen eten ze de bladeren van de bomen die hierdoor kaal worden en verzwakken.
De gemeente heeft een biologisch bestrijdingsmiddel waarmee zij de rupsen met een hogedrukspuit uit de boom spuit. Speciaal opgeleide medewerkers bespuiten alleen bomen die overlast van de rupsen hebben. De gemeentelijke opzichter heeft een lijst waarop bomen staan die vorig jaar veel last hadden van de rups en mogelijk ook dit jaar weer bespoten moeten worden. Door ieder jaar zo snel mogelijk in actie te komen, hoopt de gemeente dat de overlast in de loop der jaren afneemt. Helaas is het niet mogelijk de bomen preventief te behandelen. De rupsenplaag duurt ongeveer zes weken per jaar. Jaarlijks hebben gemiddeld zo'n duizend bomen in Utrecht last van deze rups. Zwaar aangetaste of kale bomen herstellen zich weer in het naseizoen. Bewoners die in de buurt een boom hebben met spinselmot, kunnen contact opnemen met de gemeente via 030 - 286 00 00.
De spinselmot
In het voorjaar komen de larven van de spinselmot uit hun ei en maken ze een dicht web van zijdeachtig spinsel om de takken en stam van de boom waarin ze leven. De larven eten het jonge groen van de bomen. Dan veranderen ze van gedaante en worden rups. Ook de rupsen eten de bladeren en vreten meestal hun 'gastboom' helemaal kaal. Aangetaste bomen kunnen een spookachtige aanblik vertonen door het dichte spinsel en het gebrek aan bladeren. De nesten worden steeds groter en hechter. Dan spinnen de rupsen zich in een pop om een (spinsel)mot te worden.
---