Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DL. 2006/1331
datum : 01-06-2006
onderwerp : Steunmaatregelen pluimveesector.
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In deze brief informeer ik u over de mogelijke steunmaatregelen voor de pluimveesector in verband met de negatieve gevolgen van de vogelgriep (AI). Momenteel wordt in goed overleg met de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) door LNV gewerkt aan het mogelijk maken van steunmaatregelen voor de pluimveesector. Het uiteindelijke plan voor de nationale invulling van de steunmaatregelen zal door de Europese Commissie goedgekeurd moeten worden.

De steunmaatregelen, als besproken in de Landbouwraad van 25 april 2006, zijn gericht op het verminderen van de negatieve effecten van het voorkomen van AI binnen Europa en andere delen van de wereld in de periode eind 2005 tot voorjaar 2006. Deze negatieve effecten kwamen met name tot uiting in een sterk terugvallende vraag naar pluimveevlees in enkele Europese landen, wat resulteerde in lagere opbrengstprijzen.

Herhaaldelijk heb ik benadrukt dat steunmaatregelen gericht zouden moeten zijn op het versterken van de structuur van de sector. Steunmaatregelen met terugwerkende kracht passen daar niet goed bij. Ik heb waardering voor het feit dat de sector op eigen initiatief maatregelen heeft getroffen om de productie in de afgelopen periode te beperken.

De Europese Commissie denkt aan steunmaatregelen voor een periode van eind 2005 tot uiterlijk augustus 2006. Daarbij komen steunmaatregelen die gericht zijn op structuurversterking, zeer waarschijnlijk niet in aanmerking voor financiering vanuit de Europese Unie.

Om deze redenen heb ik besloten om medewerking te verlenen aan het tot stand brengen van steunmaatregelen met terugwerkende kracht onder de nadrukkelijke voorwaarde dat door een door de Productschappen aan het relevante bedrijfsleven op te leggen heffing wordt voorzien in cofinanciering.
Het gaat hierbij specifiek om steun aan maatregelen ten aanzien van het verminderen van het aantal broedeieren, het vervroegd slachten van moederdieren, een verlengde leegstand c.q. een lagere bezetting op vleeskuikenbedrijven, 'lege slachthaken' en additionele opslagkosten en waardevermindering als gevolg van het invriezen van vers pluimveevlees. De totale kosten van de steunmaatregelen worden momenteel nader onderbouwd.

Op korte termijn zal samen met de PVE een plan worden opgesteld en ter goedkeuring worden aangeboden aan de Commissie. Na goedkeuring zullen publieke middelen vanuit de Europese Unie conform het plan ingezet kunnen worden, mits de sector - via de productschapsheffing - voorziet in de nationale financiering. Deze nationale financiering en de wijze waarop deze middelen beschikbaar komen zal overigens onderdeel moeten vormen van het plan dat aan de Commissie aangeboden zal worden.

Naast deze inzet zal ik, in overleg met de sector, de mogelijkheden bezien van structuurmaatregelen voor de pluimveevleessector in de toekomst.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman