Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Persbericht ministerraad

2 juni 2006

keuze voor ontwikkeling en vernieuwing bij cultuurbeleid

De betrokkenheid van het rijk bij de basisinfrastructuur van culturele voorzieningen zal zich in de toekomst niet alleen richten op grotere instellingen, maar ook op vernieuwing en ontwikkeling van jong talent en jong publiek. Dit betekent dat ook jeugdtheater, productiehuizen, werkplaatsen en internationale festivals in 2008 gerekend worden tot de basisinfrastructuur waarvoor het rijk rechtstreeks verantwoordelijk is. Dit staat in een brief die staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) namens het kabinet aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de brief wordt nader vorm gegeven aan het belangrijkste uitgangspunt van het kabinet: politieke betrokkenheid waar nodig, afstand waar mogelijk.

Hoewel het systeem door de wijzigingen beweegt in de richting van het Engelse Arts Council-model, kiest het kabinet nadrukkelijk niet voor het exact navolgen van het Engelse model. Het volledig op afstand plaatsen van de politiek, zal nadelige gevolgen hebben voor het cultuurbeleid; het gewenste cultuurpolitieke debat zal verstommen. Het kabinet acht het van groot belang dat de cultuur in Nederland een stevige plek heeft op de politieke agenda. Daarbij leidt één grote organisatie, met alle cultuurfondsen én de Raad voor Cultuur, tot meer bureaucratie en minder transparantie.

In de brief wordt verder een nadere uitwerking gegeven van de nota 'Verschil Maken' over herinrichting van de subsidieverlening in de cultuursector. Deze vindt plaats op verzoek van de Tweede Kamer en de cultuursector omdat de systematiek was verbureaucratiseerd en niet meer voor voldoende vernieuwing zorgde. De Raad voor Cultuur wordt advies gevraagd om nader te bepalen hoe de basisinfrastructuur er precies uit komt te zien.

Subsidieverdeling en beoordeling waarbij alleen artistieke afwegingen gelden, zal na 2008 in ieder geval worden verricht door de rijkscultuurfondsen. Deze fondsen staan dichter bij de sector. Om daarnaast bureaucratie verder terug te dringen, zullen het ministerie van OCW en de fondsen de procedure voor subsidieverlening eenvoudiger maken. Het kabinet zal de fondsenstructuur in de podiumkunsten dit jaar nader bepalen in overleg met het veld. Daarbij gelden twee opties: het recent uitgebrachte advies om de podiumkunstfondsen te splitsen tot één apart fonds voor de muziek en één voor dans en theater, en het alternatief van één geïntegreerd fonds voor de podiumkunsten.

RVD, 02.06.2006