Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Arib over IVF in het buitenland

Kamerstuk, 2-6-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2685656

2 juni 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op kamervragen van het Kamerlid Arib over IVF in het buitenland. (2050613420)

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel waaruit blijkt dat paren naar Turkije gaan voor IVF behandeling?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Herinnert u zich de beantwoording van de eerder gestelde schriftelijke vragen van het lid Arib waarin u dit probleem ontkende? 2)

Antwoord 2
Ik herinner mij dat ik in antwoord op de vragen van het lid Arib heb aangegeven dat ik niet kan beletten dat vrouwen in het buitenland behandelingen ondergaan die in Nederland niet (meer) gebruikelijk zijn.

Vraag 3
Wat is uw mening over deze ontwikkeling waarbij na een IVF behandeling vrouwen naar Nederland terugkomen met een meerlingenzwangerschap?

Vraag 4
Deelt u de zorg van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) dat zij al eerder hiermee werden geconfronteerd en dat meerlingenzwangerschap risico's met zich meedraagt omdat meerlingen een lager geboortegewicht hebben en vaker een afwijking of ziekte hebben?

Antwoord 3 en 4
Ik ben bekend met het feit dat er een hogere kans is op complicaties bij meerlingzwangerschappen. Ik deel daarom ook de opvatting dat, waar mogelijk, slechts één embryo moet worden teruggeplaatst bij een IVF behandeling. Het laten terugplaatsen van meer dan twee embryo's vind ik daarom zeer onverstandig. Zoals ik al aangaf in mijn antwoord op vraag 2 kan ik dit niet beletten.

Vraag 5
Deelt u de mening dat door uw bezuinigingsmaatregel, namelijk de eerste behandeling niet meer vergoeden, vrouwen gedwongen worden goedkope alternatieven te zoeken en meer kans willen op een zwangerschap door meer embryo's terug te plaatsen?

Vraag 6
Bent u bereid de Kamer uiterlijk 19 mei a.s. te informeren over de uitvoering van motie- Vietsch/Arib? 3)

Antwoord 5 en 6
Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief van 24 mei 2006 (CZ/GGZ-2684845) over de pakketmaatregelen IVF, psychotherapie en zittend ziekenvervoer.