Den Haag, 02 juni 2006
Vragen van de leden Bussemaker en Smeets (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over eigenrisicodragerschap en de Pemba-boete
l
* Is het u bekend dat het UWV, naar aanleiding van haar oproep in 2004 aan kleine werkgevers om eigenrisicodrager te worden voor de WAO-uitkeringen, in een aantal gevallen geen goede informatie heeft gegeven over het aantal lopende WAO-uitkeringen voor oud-werknemers, waardoor deze bedrijven onverwacht hoge kosten moesten maken?
* Is het u tevens bekend dat het UWV destijds heeft verzuimd de garantstelling van de betreffende werkgevers inhoudelijk te toetsen aan lopende ziektegevallen (inlooprisico)?
* Bent u bereid deze slordigheid te corrigeren en deze bedrijven toe te staan met terugwerkende kracht het eigenrisicodragerschap te laten terugdraaien onder voorwaarde dat zij over deze periode de gedifferentieerde WAO-premie betalen?
* Kent u de situatie waarin een ondernemer een werknemer in dienst heeft met een jaarcontract, en waarin die werknemer kort voor het verlopen van dat contract ziek wordt? Bent u met ons van mening dat deze ondernemers, wel heel zwaar worden gestraft, aangezien na afloop van het contract de werknemer in de ziektewet belandt en vervolgens in de WIA (vóór 29 december 2005 de WAO) en de ondernemer dan vijf jaar lang een boete moet betalen, hoewel hij geen enkele formele binding meer heeft met de voormalige werknemer en hij dus ook geen inspanningen kan doen om de werknemer weer aan werk te helpen?
* Bent u bereid hiervoor een oplossing te zoeken?
Zie brief NBOV d.d. 24 april 2006
Idem
AANTEKENEN
Aan de leden van de vaste commissie
voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Gouda, 24 april 2006
Betreft: Dringend verzoek om politieke steun tegen laakbare handelwijze UWV / UWV-fout kost een zevental ambachtelijke bakkerijen ruim
E 180.000,-.
Behandeld door: mr. P.F. Passchier
Zeer geachte heer, mevrouw,
Het Algemeen Bestuur van de Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) te Gouda vraagt uw aandacht voor het volgende.
Aanleiding
Naar aanleiding van de afschaffing van premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Pemba) voor kleine werkgevers (loonsom E 625.000,-) en de invoering van sectorspecifieke premiedifferentiatie per 1 januari 2004 is nog eenmaal de gelegenheid gegeven met betrekking tot de WAO eigenrisicodrager te worden. Werkgevers dienden hiertoe vóór 1 april 2004 een verzoek in te dienen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) vergezeld van een garantstelling (verzekeringspolis of bankgarantie) waaruit blijkt dat de werkgever in staat is 5 jaar lang de WAO-uitkering van zijn (ex-)medewerkers te kunnen betalen.
Ontbreken inhoudelijke toetsing garantstelling
De NBOV heeft op grond van een reeks praktijkvoorbeelden vastgesteld dat het UWV heeft verzuimd de garantstelling inhoudelijk te toetsen aan lopende ziektegevallen ("inlooprisico") waarvan de werkgever in veel gevallen het bestaan niet kende. Dat laatste komt voor in geval van bedrijfsovernames, onjuiste UWV-registratie, ontbreken van informatieverstrekking aan (ex-)werkgever en simpelweg gebrek aan kennis bij kleine werkgevers van een specifiek deel van het sociaal verzekeringsrecht.
Schade
Door het ontbreken van een inhoudelijke toetsing heeft het UWV in veel gevallen aan werkgevers ten onrechte toestemming verleend eigenrisicodrager van de WAO te worden. Hierdoor krijgen kleine werkgevers voor enkele tienduizenden euro's aan UWV-rekeningen gepresenteerd die niet bij een private verzekeraar kunnen worden verhaald.
Jurisprudentie
De Centrale Raad van Beroep (LJN: AR5915, 04/799 WAO) heeft op 11 november 2004 en Rechtbank Maastricht (AWB 05 / 2597 WAO) heeft op 11 april 2006 verklaard dat de UWV-brief waarin een terugvordering van een WAO-uitkering wordt aangekondigd geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Volgens de bestuursrechters hadden de werkgevers binnen 6 weken bezwaar moeten aantekenen tegen de verleende toestemming tot eigenrisicodragerschap WAO.
Conclusie
De NBOV kan niet anders concluderen dan dat het UWV in de afwikkeling van 70.000 aanvragen voor het eigenrisicodragerschap WAO tussen 1 april 2004 en 5 juli 2004 zeer onzorgvuldig te werk is gegaan. Het UWV heeft genoegen genomen met een A4-tje (garantstelling) van een door de werkgever ingeschakelde verzekeraar zonder rekenschap te geven van lopende ziektegevallen en de wetenschap dat private verzekeraars hiervoor geen dekking verlenen.
Dringend verzoek
De NBOV verzoekt u vriendelijk doch dringend op korte termijn kamervragen te stellen aan minister mr. A.J. de Geus teneinde te vernemen of de minister deze gedupeerde werkgevers tegemoet wil komen door het toestemmingsbesluit d.d. 5 juli 2004 in te trekken. De betrokken werkgevers kunnen dan met terugwerkende kracht de gedifferentieerde WAO-premie aan het UWV betalen.
De NBOV is bereid deze brief mondeling toe te lichten.
NBOV, Postbus 332, 2800 AH GOUDA, tel: 0182-693030.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
Rin van der Molen
Voorzitter NBOV
Partij van de Arbeid