Raad van de Europese Unie

| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|Brussel, 29 mei 2006                                                |
|9926/06 (Presse 160)                                                |
|(OR. en)                                                            |
|PERSMEDEDELING                                                      |
|Betreft:                                                            |
|DIENSTEN OP DE INTERNE MARKT: de Raad bereikt overeenstemming over  |
|een richtlijn                                                       |
De Raad heeft1, in een openbare beraadslaging, een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-richtlijn betreffende diensten op de interne markt. Na de bijwerking van de tekst zal de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt in een komende zitting aannemen en het voor een tweede lezing naar het Europees Parlement zenden.

Doel van dit voorstel is de basis voor economische groei en werkgelegenheid in de EU te versterken en een echte interne markt voor diensten tot stand te brengen door de juridische en administratieve belemmeringen voor de ontwikkeling van dienstenactiviteiten weg te nemen, de rechten van consumenten als gebruikers van diensten te versterken en wettelijke verplichtingen voor de lidstaten te creëren met het oog op een doeltreffende administratieve samenwerking.

De Raad bereikte overeenstemming over een door het voorzitterschap voorgestelde compromistekst die inhoudelijk nauw aansluit bij het advies in eerste lezing van het Europees Parlement1 en het gewijzigd voorstel van de Commissie2.

De voornaamste kenmerken van dit compromis zijn:

Toepassingsgebied en uitgesloten diensten

De Raad besloot het gewijzigd Commissievoorstel in geringe mate te wijzigen om duidelijker aan te geven wat het exacte toepassingsgebied is en welke diensten van de richtlijn zijn uitgesloten, zoals sociale diensten en gezondheidszorgdiensten.

In overeenstemming met het advies van het Europees Parlement wordt in de tekst ook verduidelijkt dat de richtlijn geen afbreuk doet aan de arbeidswetgeving van de lidstaten of aan de socialezekerheidswetgeving die zij overeenkomstig het nationale recht toepassen, met inachtneming van het Gemeenschapsrecht. De tekst geeft ook duidelijk het verband aan tussen deze richtlijn en de strafwetgeving van de lidstaten en andere wetgevingsbesluiten van de Gemeenschap. De richtlijn is niet van toepassing op belastinggebied.

De onder deze richtlijn vallende diensten hebben betrekking op een veelheid aan activiteiten, waaronder:

zakelijke diensten (managementconsultancy, certificering en tests, reclame, werving van personeel en andere),

diensten die zowel aan bedrijven als aan consumenten worden aangeboden (onder meer: juridische of fiscale bijstand, makelaarsdiensten, diensten in de bouwsector, handel, de organisatie van beurzen, autoverhuur, reisbureaus), en

consumentendiensten (op het gebied van toerisme, met inbegrip van reisleiders, vrijetijdsdiensten, sportcentra en pretparken).

De tekst bevat tevens een lijst van diensten waarop de richtlijn niet van toepassing is. Dit zijn:

niet-economische diensten van algemeen belang,

financiële diensten,

elektronische communicatiediensten en -netwerken en bijbehorende faciliteiten en diensten,

diensten op het gebied van vervoer, met inbegrip van havendiensten, die onder de werkingssfeer van titel V van het EG-Verdrag vallen,

diensten van uitzendbedrijven,

diensten van de gezondheidszorg,

audiovisuele diensten, als gedefinieerd in de compromistekst, en radio- omroep,

gokactiviteiten die erin bestaan dat een geldbedrag wordt ingezet bij kansspelen, met inbegrip van loterijen, casino's en weddenschappen,

sociale diensten als gedefinieerd in de compromistekst,

tot slot besloot de Raad het gewijzigde Commissievoorstel te wijzigen en diensten van notarissen en deurwaarders die bij een officieel overheidsbesluit zijn benoemd, uit te sluiten.

Diensten van algemeen economisch belang als zodanig vallen onder de richtlijn. Deze diensten zijn evenwel uitgesloten van bepalingen over het vrij verrichten van diensten, terwijl bepalingen betreffende de vrijheid van vestiging daarop wel van toepassing zijn. Het staat de lidstaten vrij deze in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht, met name de voorschriften inzake staatssteun, te organiseren en te financieren.

Vrijheid van vestiging in andere lidstaten

De bepalingen over de vrijheid van vestiging zijn gericht op administratieve vereenvoudiging om de toegang tot dienstenactiviteiten te vergemakkelijken. Deze bepalingen hebben, onder meer, betrekking op centrale contactpunten, het recht op informatie, elektronische procedures en de totstandbrenging van een kader voor vergunningstelsels.

De tekst voorziet met name in een evaluatie van bepaalde niet- discriminerende nationale eisen die de toegang tot een activiteit of de uitoefening daarvan uit hoofde van de vrijheid van vestiging ernstig zouden kunnen beperken of zelfs beletten. Dit evaluatieproces is beperkt tot de verenigbaarheid van deze eisen met de criteria betreffende de vrijheid van vestiging die reeds door het Hof van Justitie zijn vastgesteld. Tegelijkertijd doet het ingestelde wederzijdse beoordelingsproces geen afbreuk aan de vrijheid van de lidstaten om in hun wetgeving een hoog niveau van bescherming van de openbare belangen, met name doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, vast te leggen.

Vrij verrichten van diensten

Wanneer de marktdeelnemer niet is gevestigd in de lidstaat waar de dienst wordt verricht, vallen zijn activiteiten onder het vrij verkeer van diensten. In dat verband wordt eraan herinnerd dat het gewijzigd Commissievoorstel, evenals het advies van het Europees Parlement, niet het zogenoemde land-van-oorsprong-beginsel behelsde op grond waarvan een dienstverrichter alleen onderworpen is aan de wetgeving van de lidstaat waarin hij is gevestigd.

De huidige tekst van artikel 16 beoogt ervoor te zorgen dat afnemers en verrichters van diensten gebruik kunnen maken van diensten en deze kunnen verrichten in de gehele Gemeenschap en de tekst verduidelijkt in hoeverre de lidstaat waar de dienst wordt verricht, zijn eisen kan opleggen. De vrijheid om diensten te verrichten belet de lidstaat waar de dienst wordt verricht niet om, overeenkomstig de beginselen van non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid, zijn specifieke eisen op te leggen om redenen van openbare orde of openbare veiligheid of met het oog op de bescherming van de volksgezondheid of het milieu. Ook wordt die lidstaat niet eraan gehinderd om in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht zijn voorschriften inzake de arbeidsvoorwaarden toe te passen, waaronder die welke zijn neergelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten.

Om tegemoet te komen aan de wensen van een groot aantal delegaties besloot de Raad een nieuwe bepaling in te voegen die voorziet in een toezichtsproces waardoor andere lidstaten en marktdeelnemers kennis kunnen nemen van de aan dienstverrichters opgelegde nationale eisen. Deze eisen moeten voldoen aan de criteria non-discriminatie, noodzakelijkheid en evenredigheid en gerechtvaardigd zijn om redenen van openbare orde en openbare veiligheid, volksgezondheid of bescherming van het milieu.

Administratieve samenwerking

De Raad bereikte overeenstemming over regels voor de samenwerking tussen de lidstaten. De lidstaten verlenen elkaar wederzijdse bijstand en nemen maatregelen om doeltreffend samen te werken bij het toezicht op dienstverrichters en hun diensten.

Verzoeken om informatie en verzoeken tot het verrichten van verificaties, inspecties en onderzoeken worden naar behoren gemotiveerd, met name door vermelding van de reden voor het verzoek. De uitgewisselde informatie wordt alleen gebruikt voor de aangelegenheid waarvoor erom verzocht is.

Herzieningsclausule

De Commissie dient uiterlijk vijf jaar na de datum van inwerkingtreding en daarna om de drie jaar bij het Europees Parlement en de Raad een uitgebreid verslag in over de toepassing van deze richtlijn. In het verslag wordt met name de toepassing van artikel 16, betreffende het vrij verrichten van diensten behandeld. Tevens wordt nagegaan of aanvullende maatregelen nodig zijn voor aspecten die van de werkingssfeer van de richtlijn zijn uitgesloten. Het verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van voorstellen tot wijziging van de richtlijn, teneinde de interne markt voor diensten te voltooien.


1 De Belgische en de Litouwse delegatie deelden mee dat zij zich van stemming zullen onthouden.

1 Doc. 6275/06

2 Doc. 8413/06