EU-perspectief Balkan na referendum Montenegro belangrijker dan ooit
1 juni 2006
De Montenegrijnse premier Djukanovic was deze week in Brussel om steun voor
Europa's jongste onafhankelijke staat te vragen.
GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk waarschuwt dat Europa de deur
naar de Balkan wijd open moet houden. "Wie het voormalige Joegoslavië een
B-lidmaatschap wil aanpraten beseft niet hoe kritisch de situatie is."
Premier Djukanovic benadrukte tijdens een debat georganiseerd door een
Brusselse denktank dat het voormalige Joegoslavië tot voor kort nog
twee openstaande problemen kende. Nu de Montenegrijnen voor
onafhankelijkheid hebben gekozen, blijft er volgens hem één over:
Kosovo. Ook daar moet zo snel mogelijk een oplossing voor gevonden
worden.
Democraten in Servië
Lagendijk, Balkan-woordvoerder van de groene fractie in het Europees
Parlement: "Inderdaad moet er snel zekerheid komen over de status van
Kosovo. Maar ik geloof niet dat alles daarmee is opgelost. De kans is
groot dat in Servië radicaal-nationalistische krachten zich gaan
roeren wanneer ze in één jaar tijd twee keer moeten toezien hoe delen
van hun land onafhankelijk worden. Maar er is in Servië ook een
belangrijk democratisch, pro-Europees segment. Wanneer we nu zeggen:
'sorry, de boot is vol, jullie kunnen in de toekomst hoogstens een los
partnerschap met de EU aangaan' ontzeggen we deze democraten hun
belangrijkste argument."
Over recente uitlatingen van zijn collega de Duitse christendemocraat
Elmar Brok zegt Lagendijk: "Ik vind het onverantwoord dat sommige
politici uit opportunistische overwegingen de Balkan EU-lidmaatschap
ontzeggen. Ze komen daarmee terug op eerder gedane toezeggingen, en
bereiken hoogstens dat in de landen in kwestie de criteria voor
toenadering met de EU minder serieus worden genomen. In de trant van
'of we Mladic nu wel of niet oppakken, we komen er toch nooit bij'."
Bosnië
Een ander openstaand probleem in de regio is volgens Lagendijk Bosnië.
"Tien jaar na de Dayton-akkoorden is iedereen het er over eens dat de
huidige samengestelde staat weliswaar de enige mogelijkheid was om
vrede tot stand te brengen, maar deze op deze manier niet te handhaven
is. De rigide scheiding in zogenaamd etnisch homogene delen en de
vetorechten die elk van de entiteiten kreeg hebben geleid tot een
onwerkbare situatie."
Na het succes van het referendum in Montenegro, pleitte een aantal
politici in het Servische deel van Bosnië, Republiek Srpska, voor een
soortgelijk proces in Bosnië. Lagendijk: "Onder geen beding, daarover
is geen discussie mogelijk. In 1992 heeft de Europese Unie bepaald dat
die componenten van het voormalige Joegoslavië die in de federatie als
deelstaat functioneerden het recht hebben zich onafhankelijk te
verklaren. Bosnië was in Joegoslavië één multi-etnisch component. De
Republiek Srpska het recht geven op onafhankelijkheid zou het belonen
van etnische zuiveringen betekenen."
Volgens Lagendijk is het dan ook het belangrijkste om er nu op toe te
zien dat de criteria in de verschillende Balkan landen, en voorop het
respect voor minderheden en samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal
in Den Haag, worden nageleefd. Lagendijk "De mensen moeten begrijpen
dat wie goed voor zijn minderheden zorgt en oorlogsmisdadigers
uitlevert beloond wordt. Daarvoor hebben we substantiële financiële
hulp en EU-lidmaatschap als ultiem doel hard nodig. Uitspraken over
een tweederangs lidmaatschap zijn in deze context volstrekt
onverantwoord."
Zie ook
* dossier Uitbreiding EU
«
GroenLinks