Gemeente Wageningen

Inzet op reïntegratie loont

Reïntegratieverslag Wwb Wageningen:

De belangrijkste conclusie uit het reïntegratieverslag van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), luidt: inzet op reïntegratie loont. Het College van B&W heeft deze week het reïntegratieverslag 2005 vastgesteld. Ofschoon nog niet alle effecten volledig zijn te meten, lijken de eerste voorzichtige cijfers te duiden op een hoger aantal mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, dat van een uitkering naar regulier werk gaat.

Met het reïntegratieverslag 2005 doet het college verslag aan de gemeenteraad van de resultaten van de uitvoering van het reïntegratieplan WWB, IOAW en IOAZ 2005. Met de vaststelling van het reïntegratiebeleid voor 2005 heeft de gemeenteraad gekozen voor een "aanpak op maat", waarbij reïntegratievoorzieningen primair zijn ingezet voor bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Ook voor de meer kansrijke bijstandsgerechtigden zijn in 2005 voorzieningen beschikbaar gesteld, doch het uitgangspunt was dat deze groep - onder andere door middel van het handhavingsbeleid - actief werd gestimuleerd om de eigen kansen op uitstroom ten volle te benutten.

De belangrijkste bevindingen zoals opgenomen in het verslag zijn:
* In 2005 zijn klantprofielen benoemd en is 90% van het uitkeringenbestand ingedeeld in een dergelijk profiel. In totaal 64% van het uitkeringenbestand WWB is ingedeeld in een klantprofiel, waaruit direct of indirect uitstroom naar arbeid mogelijk is. In vergelijking met de oude 4-fasen indeling, biedt de indeling in klantprofielen (veel) meer inzicht in de uitstroommogelijkheden van de uitkeringsgerechtigden.
* Het aantal werknemers in door de gemeente gesubsidieerde arbeid is in de loop van 2005 met 16 personen gedaald van 121 naar 105. Dit is het gevolg van uitstroom uit de WIW-dienstbetrekkingen wegens aanvaarding van reguliere arbeid of einde WIW-contract. In 2005 zijn de uitstroommogelijkheden van alle werknemers in gesubsidieerde arbeid geanalyseerd. Op basis van de uitstroomkansen is de maximale periode van loonkostensubsidie bepaald en zijn reïntegratietrajecten aangeboden. Op deze wijze wordt zorggedragen voor een zorgvuldige afbouw van het aantal werknemers in gesubsidieerde arbeid.

* De voorlopige cijfers met betrekking tot de uitvoering van de sluitende aanpak indiceren dat de gestelde termijn voor de sluitende aanpak worden gehaald. De feitelijke resultaten van de sluitende aanpak in 2005 kunnen niet eerder dan begin 2007 worden gemeten.

* Het huidige aanbod aan kinderopvang binnen de gemeente Wageningen voorziet in de vraag van uitkeringsgerechtigden WWB, die een reïntegratietraject doorlopen.

* Van de reïntegratietrajecten die zijn ingezet op basis van de in 2003 met reïntegratiebedrijven gesloten mantelovereenkomsten, heeft tot en met 2005 18% geleid tot plaatsing op reguliere arbeid (waarvan op 31.12.2005 de helft duurzaam, dat wil zeggen zes maanden of langer aan het werk). Verwacht wordt dat dit percentage nog zal toenemen, hoewel de overeengekomen plaatsingspercentages niet gehaald zullen worden.

* Uit een eind 2005 uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat de meerderheid van de respondenten matig tevreden is over de dienstverlening door de reïntegratiebedrijven. De resultaten van het onderzoek zijn besproken met de reïntegratiebedrijven, ten behoeve van verbetering van de geboden kwaliteit. De resultaten van het onderzoek zijn tevens gebruikt om de aanbestedingsprocedure voor inkoop van nieuwe reïntegratievoorzieningen te verbeteren.

* Mede als gevolg van de inzet van de afdeling Sociale Zaken op reïntegratie, in samenhang met de verhoogde inzet op handhaving, is de uitstroom van uitkeringsgerechtigden WWB naar werk of studie gedurende 2003-2005 verhoogd van 6% naar 21%. Ten opzichte van 2004 zijn er in 2005 meer aanvragen WWB ingediend, is het gemiddelde aantal WWB-gerechtigden afgenomen én is er een positief saldo ontstaan op het WWB-Inkomensdeel. Bij de groep uitkeringsgerechtigden die naar aanleiding van reïntegratievoorzieningen zijn uitgestroomd, zijn de kosten ruim de helft lager dan de baten. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de inzet op reïntegratie, in samenhang met handhaving van de rechten en plichten, loont.

* Om de resultaten van het reïntegratiebeleid op waarde te kunnen schatten, is aandacht vereist voor het vertalen van beleid in meetbare doelstellingen en voor de invloed van externe ontwikkelingen op de uitvoering van het beleid. Daarnaast is optimalisatie van het geautomatiseerde klant-volgsysteem een voorwaarde voor de uitvoering en voor het bepalen van de resultaten.

De aandachtspunten en conclusies uit het verslag worden gebruikt om de uitvoering van het reïntegratiebeleid voor 2006 waar nodig en mogelijk te verbeteren en worden tevens betrokken bij het ontwerpen van het reïntegratiebeleid voor 2007/2008.