Rapport Kwaliteit Medische Opvang Asielzoekers (MOA)
Kamerstuk, 1-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG/OGZ.2.688.321
1 juni 2006
Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
met betrekking tot de kwaliteit van de Medische Opvang Asielzoekers
(MOA) aan.
Dit rapport behelst de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit
van de medische zorg aan asielzoekers, dat is uitgevoerd op verzoek
van de Tweede Kamer (motie 29484, nr. 6)
De Inspectie constateert dat de kwaliteit van de MOA over het algemeen
goed is. Wel is gesignaleerd dat de begrenzing van de externe
zorgcoördinatie en het opstellen van zorgplannen niet bij alle MOA's
op eenduidige wijze geschiedt. Verder signaleert de Inspectie dat de
informatieuitwisseling met instanties uit de vreemdelingenketen (IND
en Vreemdelingenpolitie) niet altijd goed verloopt. Op deze onderdelen
vraagt de Inspectie aan de bestuurscommissie van de MOA op korte
termijn actie te ondernemen.
Ook adviseert de Inspectie de COA, IND en Vreemdelingenpolitie om
binnen drie maanden duidelijke afspraken te maken met de MOA over
tijdige informatieverstrekking over onder meer over- en uitplaatsing
van asielzoekers. De uitvoering van dit advies ligt op het terrein van
mijn ambtsgenoot, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.
Een van de aanbevelingen betreft de verbetering van het tolkgebruik
voor externe zorgverleners, met name bij medisch specialisten. De
inzet van professionele tolken in de gezondheidszorg acht ik van groot
belang en ik zal deze aanbeveling dan ook onder de aandacht brengen
van betrokken instellingen, waaronder de Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische
Centra.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport