Antwoorden op kamervragen van Smits over het terugbrengen van het aantal
uren thuiszorg door een thuiszorginstelling
Kamerstuk, 1-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2683618
1 juni 2006
Antwoorden van staatssecretaris Ross op kamervragen van het Kamerlid
Smits over het terugbrengen van het aantal uren thuiszorg door een
thuiszorginstelling. (2050612980)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de brief die thuiszorginstelling Zuid-Zorg in
Veldhoven stuurt aan cliënten over het terugbrengen van het aantal
uren thuiszorg omdat er minder zorg beschikbaar is en het beschikbare
aantal uren moet worden verdeeld?
Antwoord 1
Via het zorgkantoor heb ik een afschrift ontvangen van de brief, die
Zuid-Zorg aan haar cliënten heeft gestuurd.
Vraag 2
Acht u het juist dat een thuiszorginstelling minder zorg verleent dan
het aantal geïndiceerde en toegekende uren thuiszorg, met als argument
dat er niet meer productie kon worden afgesproken?
Antwoord 2
Neen, ik acht dit niet correct. Zorgaanbieders maken met hun klanten
binnen de bandbreedte van de klasse van het indicatiebesluit een
afspraak over het aantal te leveren uren zorg. Deze zorgomvang wordt
bepaald op grond van de zorgvraag en de specifieke omstandigheden van
de cliëntsituatie. Het zorgkantoor stelt zich op het standpunt dat
verminderen van het aantal uren te leveren zorg enkel mogelijk is
binnen de bandbreedte van het indicatiebesluit, mits de zorgvraag dit
toelaat en met expliciete instemming van de klant. Het zorgkantoor
heeft, naar aanleiding van de brief, over dit standpunt met Zuid-Zorg
gesproken en er zijn geen misverstanden over het hierboven gestelde.
Daar de huidige brief van Zuid-Zorg bij de klant mogelijk
misverstanden oproept heeft Zuid-Zorg toegezegd bovengenoemde
handelswijze via een aanvullende brief aan haar klanten te
communiceren.
Vraag 3
Welke rechten hebben thuiszorgcliënten in zulke gevallen? Moeten zij
accepteren dat de thuiszorginstelling niet levert waar ze volgens
indicatie en toewijzing recht op hebben of kunnen zij actie ondernemen
om te voorkomen dat ze zo'n eenzijdige maatregel krijgen opgelegd en,
zo ja, welke actie dan precies?
Antwoord 3
Klanten hebben recht op het krijgen van de geïndiceerde zorg als een
zorgaanbieder hun in zorg neemt. Zij hebben te allen tijde de
mogelijkheid een klacht in te dienen bij de zorgaanbieder en/of het
zorgkantoor. Een eenzijdige maatregel om de geïndiceerde hulp te
verminderen is dan ook niet op zijn plaats. In het onderhavige geval
heeft het zorgkantoor de verantwoordelijkheid bij misverstanden, als
in onderhavige kwestie aan de orde is, in gesprek te gaan met de
zorgaanbieder. Daarnaast heeft het zorgkantoor een signalerende
functie.
Vraag 4
Klopt de veronderstelling dat deze situatie bij de zorgaanbieder een
gevolg is van de nieuwe marktwerking in de AWBZ waarbij zorgaanbieders
van jaar tot jaar wisselende contracten krijgen aangeboden en ook
cliënten de kans lopen van jaar tot jaar te moeten wisselen van
zorgaanbieder?
Antwoord 4
De zorgkantoren hebben binnen de regionale contracteerruimte de
opdracht om doelmatig zorg (goede prijs-kwaliteitverhouding) in te
kopen en daarbij rekening te houden met de zorgcontinuïteit. Dat
betekent dat de positie van bestaande klanten wordt geborgd en dat
voorkomen wordt dat klanten gedwongen worden te kiezen voor een andere
zorgaanbieder. Dit neemt niet weg dat er nog wel ruimte is voor een
bepaalde mate van herverdeling van budgettaire ruimte want niet alleen
is er de normale uitstroom van het aantal klanten, maar er is
jaarlijks ook een groeiruimte.
Vraag 5
Welke verantwoordelijkheid heeft het zorgkantoor om te zorgen dat
cliënten een zekere mate van continuïteit en zekerheid krijgen bij
verleende zorg door zorgaanbieders?
Antwoord 5
Het zorgkantoor dient binnen het regionale budget zorg bij aanbieders
in te kopen op een zodanige wijze dat aan de geïndiceerde vraag kan
worden voldaan. Er geldt geen contracteerplicht in de extramurale
zorg. Zorgkantoren richten hun zorginkoopbeleid erop, dat klanten niet
worden verplicht over te stappen naar een andere zorgaanbieder. Ik
acht dit een goede zaak. In bijzondere omstandigheden - bijvoorbeeld
geen contract meer krijgen of faillissement - kan het echter wel
voorkomen dat klanten naar een andere zorgaanbieder moeten
overstappen, maar in dit geval is van bijzondere omstandigheden geen
sprake.
Vraag 6
Wie is volgens u verantwoordelijk voor de controle bij
thuiszorgaanbieders? Wie grijpt in bij een vermoeden van slecht
management en ondoelmatig gebruik van gelden gedurende looptijden van
contracten met de zorgkantoren?
Antwoord 6
De Raden van Bestuur van zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor het
beleid van de instelling. De Raden van Toezicht zien daarop toe.
Zorgkantoren dienen de zorg doelmatig in te kopen. Het zorgkantoor
heeft een signalerende functie om bij situaties waarin hierover
twijfel ontstaat met de zorgaanbieder in overleg te treden. Ook in
deze casus heeft het zorgkantoor aktie ondernomen. Het College van
Toezicht, dat op gaat in de Zorg Autoriteit ziet daarop toe.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft een toetsende rol op de
kwaliteit van zorg.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport