Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Raad besluit over 55 miljard euro Europees onderzoeksgeld
Persbericht | 30-05-2006
Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen in Brussel is een akkoord
bereikt over het 7e Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling
(KP7). Het Kaderprogramma is het op twee na grootste fonds van de EU
(na landbouw en cohesiebeleid) dat voor Nederland op gebied van
onderzoek en technologie interessante mogelijkheden biedt voor
kennisinstellingen, de industrie en het MKB. Met dit programma, dat
loopt van 2007 tot en met 2013, investeert Europa voor ? 55 miljard in
onderzoek en technologische ontwikkeling. De Raad werd het eens over
de verdeling van deze middelen en de condities waaronder aan het
programma kan worden deelgenomen.
Het 7e Kaderprogramma borduurt voort op eerdere Kaderprogramma's en
maakt financiering mogelijk van verschillende soorten
onderzoeksprojecten, technologie-activiteiten en beurzen voor
onderzoekers. Een belangrijke rol is er voor samenwerkingsprojecten
van kennisinstellingen, universiteiten en bedrijfsleven uit diverse
lidstaten. Deze moeten zijn gericht op een aantal thema's als ICT,
energie, gezondheid, nano-technologie, milieu en veiligheid. Hiervoor
is ruim EUR 32 miljard beschikbaar.
Een ander belangrijk onderdeel is de Europese Onderzoeksraad.
Vergelijkbaar met NWO in Nederland, zal deze organisatie op basis van
een strenge selectie grensverleggend wetenschappelijk onderzoek
financieren. De Europese Onderzoeksraad gaat met een budget van EUR
7,4 miljard van start. Met de lancering van de Onderzoeksraad wordt
een belangrijk doel van Nederland tijdens het eigen EU-voorzitterschap
in 2004 gerealiseerd. Daarnaast worden de succesvolle Marie
Curie-onderzoeksbeurzen voortgezet met meer aandacht voor
onderzoekersloopbanen en publiek-private mobiliteit. Ook zal de EU de
ontwikkeling van nieuwe onderzoeksinfrastructuren intensiever gaan
ondersteunen. Het akkoord voorziet ook in de bijdrage van de EU aan de
bouw van de experimentele kernfusiereactor ITER.
Het kabinet benadrukte eerder al het belang van de mogelijkheden voor
het bedrijfsleven en met name het MKB om deel te nemen aan het
Kaderprogramma. Zo is bereikt dat 15% van de EUR 32 miljard voor
samenwerkingsprojecten voor het MKB is. Nederland heeft zich
nadrukkelijk ingezet voor minder Europese bureaucratie bij de
uitvoering van het programma.
Verder benadrukte Nederland het belang van financiering van door het
bedrijfsleven zelf opgestelde onderzoeksagenda's via `Joint Technology
Initiatives' (JTI). Dit is een vorm van publiek-private
onderzoekssamenwerking met een leidende rol voor de industrie. De
Europese Commissie geeft in de verdere invulling van het 7e
Kaderprogramma meer duidelijkheid wanneer en welke JTI's gestart
worden.
Nederland doet het traditioneel goed in het Kaderprogramma: de
ontvangsten van Nederland zijn hoger dan de Nederlandse bijdrage via
de EU-begroting. De ambitie is deze goede positie minimaal te
continueren. Verwacht wordt dat het Kaderprogramma de komende jaren de
Europese Structuurfondsen zal passeren als het gaat om ontvangsten uit
Brussel. Voordat het Kaderprogramma daadwerkelijk van start kan gaan,
is eerst het Europees Parlement aan zet.
Laatst bijgewerkt 30-05-2006 pijl naar boven
---
Ministerie van OCW | Rijnstraat 50 | Postbus 16375 | 2500 BJ Den Haag
T: 070 412 34 56 | F: 070 412 34 50 | E: ocwinfo@postbus51.nl