Cijfers seksueel overdraagbare aandoeningen 2005
Kamerstuk, 30-5-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG/ZP 2.683.362
31 mei 2006
Woensdag 5 april heeft het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) de
voorlopige soa en hiv-cijfers over 2005 naar buiten gebracht. Tijdens
het AO op dezelfde dag heb ik u toegezegd schriftelijk mijn reactie te
geven op de nieuwe cijfers.
De cijfers
De voorlopige cijfers van 2005 laten ten opzichte van 2004 een toename
zien van het aantal consulten binnen het `soa-peilstation' van 5%.
Chlamydia is gemiddeld met 15% gestegen, hiv met 22%. Voor gonorroe
zien we een lichte daling van 3% ten opzichte van 2004 en voor syfilis
een daling van 8%. De vorige jaar geconstateerde LGV-epidemie (een soa
die vooral bij hiv-positieve homomannen voorkomt) lijkt over zijn
hoogtepunt heen.
Als we de cijfers per risicogroep bekijken dan blijkt chlamydia vooral
te zijn toegenomen bij heteroseksuelen. Bij de homomannen zien we de
sterkste toename van hiv, ook een toename van gonorroe en - voor het
eerst sinds jaren - een afname van syfilis.
De interpretatie
Er zijn waarschijnlijk verschillende oorzaken voor de stijging van
chlamydia en hiv aan te wijzen. Ten eerste een mogelijke algemene
toename van onveilig seksueel gedrag en een toename van onbeschermde
anale seks bij homomannen. Dit zijn uiteraard ongewenste
ontwikkelingen. Overigens laat specifiek onderzoek naar gedrag niet
zien dat er bij jongeren sprake zou zijn van een tendens naar
onveiliger vrijen.
Maar een andere oorzaak voor de stijging ligt waarschijnlijk in het
actievere testbeleid. Door meer te testen op hiv en andere soa worden
ze vaker gevonden. Het is daarom ook belangrijk te kijken naar
percentages; het aantal gevonden soa ten opzichte van het aantal
testen. De percentages zijn in 2005 `alleen' gestegen bij
heteroseksuelen voor chlamydia en bij homomannen voor hiv. Naast meer
testen kunnen een verhoogde alertheid op soa en een verbeterde
registratie bijdragen aan de toename. Deze ontwikkelingen zijn juist
gewenste resultaten van het door mij ingezette beleid.
De toename van soa is overigens niet nieuw maar zien we sinds het jaar
2000. De stijging is ook niet uniek voor Nederland maar vindt ook
plaats in andere Westerse landen.
Overigens is er voor het eerst sinds enige jaren sprake van een afname
van syfilis bij homomannen. Het is echter te vroeg om hier al
conclusies aan te verbinden.
Mijn beleid
Er zijn twee belangrijke wegen waarlangs soa te bestrijden zijn. Ten
eerste het voorkomen dat iemand besmet wordt via primaire preventie
waaronder voorlichting over veilig vrijen. Ten tweede het actief
opsporen en behandelen van bestaande soa zodat de infectiedruk
vermindert en verdere verspreiding van soa wordt tegengegaan. Ik heb
de afgelopen drie jaar op beide terreinen maatregelen genomen om de
soa-bestrijding te versterken.
o De voorlichting heb ik verbeterd door de activiteiten die op dit
terrein plaatsvinden beter op elkaar af te stemmen en lacunes en
overlap tegen te gaan. Ik heb de verantwoordelijkheden van de
betrokken instellingen duidelijk benoemd en de coördinatie tussen de
programma's voor de verschillende risicogroepen verbeterd. U bent
hierover geïnformeerd in december 2004 (kamerstuk 2004-2005, 29220,
nr.4).
o Daarnaast heb ik sterk ingezet op het actiever opsporen, testen en
behandelen van soa. De organisatie van de aanvullende laagdrempelige
testfaciliteiten is verbeterd en ik heb extra geld beschikbaar gesteld
om, vooral bij mensen uit de hoog risicogroepen, meer testen te kunnen
doen. Hierover heb ik u o.a. geïnformeerd per brief van oktober 2005
(kamerstuk 2005-2006, 29220, nr.5).
Nieuwe maatregelen
Naast deze verbeteringen heb ik twee extra maatregelen genomen om
specifiek de stijging van chlamydia bij jongeren én de toename van hiv
en andere soa bij homomannen aan te pakken.
o De stijging van chlamydia is mogelijk te keren door jongeren
selectief te gaan screenen op chlamydia. In het AO preventie van 30
maart 2005 hebt u hierop aangedrongen. Ik heb in oktober 2005 ZonMw
opdracht gegeven mij te adviseren over hoe een dergelijke screening er
uit moet zien en of het kosteneffectief en haalbaar is. U heeft een
afschrift van deze opdracht ontvangen (kamerstuk 2005-2006, 22894,
nr.69). Ik ben nog in afwachting van het advies van ZonMw.
o Door meer onveilige seks nemen o.a. hiv-infecties bij homoseksuele
mannen weer flink toe. Deze (internationale) ontwikkeling keren blijkt
moeilijk, de huidige preventieactiviteiten zijn blijkbaar niet
voldoende effectief. Daarom heb ik het CIb gevraagd een internationale
audit te organiseren naar de Nederlandse soa- en hiv-preventie bij de
groep homomannen. Deze audit wordt dit jaar uitgevoerd. Afhankelijk
van de uitkomsten kunnen eventueel veranderingen in het
preventieprogramma worden doorgevoerd.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport