Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over verspillen van medicijnen door
ziekenhuizen
Kamerstuk, 30-5-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2684202
30 mei 2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op kamervragen van het Kamerlid
Koser Kaya over het verspillen van medicijnen door ziekenhuizen
(2050613010)
Vraag 1
Hebt u kennis genomen van de berichten in de media over de grote
verspilling van medicijnen door ziekenhuizen? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u situaties waarin ziekenhuizen gedwongen medicijnen
moeten weggooien, omdat farmaceutische bedrijven medicijnen voor
ziekenhuisgebruik niet in verschillende doses aanbieden?
Vraag 3
Acht u het een maatschappelijke verantwoordelijkheid van de
farmaceutische industrie om zo goed mogelijk met medicijnen om te
gaan?
Antwoord 2 en 3
Verspilling treedt veelal op bij de producten die geschikt dienen te
worden gemaakt voor patiënten, om op "maat" te worden toegediend. Het
op de markt brengen van geneesmiddelen in een bepaalde hoeveelheid is
en blijft de verantwoordelijkheid van de farmaceutische industrie. Ik
ben van opvatting dat de farmaceutische industrie hierin ook een
zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid te vervullen heeft. De
farmaceutische industrie dient zoveel mogelijk te streven naar
optimale praktische toepasbaarheid van haar geneesmiddelen. Bij de
beoordeling van nieuwe geneesmiddelen wordt door het College ter
Beoordeling van Geneesmiddelen ook gelet op de praktische
toepasbaarheid van geneesmiddelen. De sterkte en hoeveelheid van de
werkzame stof in het geneesmiddel zoals het op de markt wordt
gebracht, dient in lijn te zijn met de hoeveelheid waarin het aan de
patiënt toegediend zal worden.
Vraag 4
Bent u bereid de industrie op deze verantwoordelijkheid aan te spreken
en ervoor te zorgen dat er geen miljoenen euro's aan medicijnen
ongebruikt de prullenbak in gaan?
Antwoord 4
Ik ben bereid dit onderwerp te agenderen in een overleg met de
farmaceutische industrie. Ik wijs er overigens op dat indien een
specifiek geneesmiddel in meerdere hoeveelheden of meerdere sterktes
op de markt wordt gebracht, dit niet noodzakelijkerwijs tot een
significante verlaging van de prijs leidt.
Vraag 5
Bent u voorts bereid, indien de industrie de handschoen niet oppakt,
zelf de strijd tegen de verspilling aan te gaan?
Antwoord 5
De strijd tegen verspilling is met name een strijd die gevoerd kan
worden in de beroepspraktijk zelf. In de publicatie van Medisch
Contact wordt door de onderzoekers al een aantal suggesties gedaan op
dit vlak. Ik juich deze initiatieven uiteraard van harte toe.
1) De Telegraaf, 4 mei 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport