KPMG
Middenbedrijf onderschat belang van innovatie
30 mei 2006
Middelgrote Nederlandse ondernemingen onderschatten het belang van
innovatie voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Bij niet meer
dan 40% van de bedrijven staat innovatie dagelijks op de agenda.
De meeste bedrijven beschikken dan ook niet over een aparte afdeling
die zich met onderzoek & ontwikkeling bezighoudt en hebben de
verantwoordelijkheid voor het beleid op het gebied van reserach &
development in de meeste gevallen ondergebracht bij de algemeen
directeur. Toch zijn de bedrijven van mening dat innovatie van groot
belang is voor zowel de verbetering van de concurrentiepositie als het
rendement. De meeste ondernemingen besteden tot maximaal 5% van de
omzet aan innovatieprojecten. Het grootste deel daarvan wordt
geïnvesteerd in personeel, kennis en technologie. Dit blijkt uit
onderzoek van KPMG naar de wijze waarop middelgrote ondernemingen
omgaan met het vormgeven van innovatie binnen het bedrijf.
De bedrijven blijken het gebrek aan kennis, de structuur en cultuur
van de eigen organisatie en de regelgeving als de belangrijkste
obstakel te zien die succesvolle innovatie in de weg staan. Volgens
Hidde van der Wal van KPMG blijken de bedrijven relatief eenvoudige
middelen om te komen tot innovatie echter onbenut te laten. Van der
Wal: Voor wat betreft kennis blijkt weinig geïnvesteerd te worden in
relatief goedkope oplossingen als kennisdeling, zoals het samenwerken
met branche genoten of het inhuren van externe expertise. Opvallend is
overigens dat juist dit de speerpunten zijn van het overheidsbeleid
via onder meer het Innovatie Platform. Relatief veel bedrijven blijken
de eigen cultuur als een obstakel te zien voor succesvolle innovatie.
De angst om externe deskundigen in de keuken te laten kijken speelt
hierbij in mijn ogen echter een belangrijke rol. De bedrijven moeten
zich realiseren dat juist hier een kans ligt om te leren en te
innoveren
Het is volgens Van der Wal van groot belang dat bedrijven structureel
aandacht schenken aan innovatie willen zij de aansluiting met de markt
niet verliezen. Van der Wal: Omdat innovatie en R&D echter bij de
meerderheid niet als een vast onderdeel van de bedrijfsvoering wordt
gezien, lijkt het erop dat de bedrijven pas alert worden op innovatie
op het moment dat het ook echt noodzakelijk is, zoals bijvoorbeeld als
gevolg van veranderende wet- en regelgeving. Bedrijven die op dit
moment wel op de een of andere manier aan innovatie doen, doen dit
echter niet op basis van strategische overwegingen. Van de bedrijven
die een innovatieproject gestart zijn, blijkt ruim 40% tussentijds
weer te stoppen omdat het project achteraf toch niet paste in de
strategie. En bijna 25% van de projecten wordt beëindigd omdat het in
een vroeg stadium toch meer blijkt te kosten dan door de bedrijven
begroot.
Hoewel innoveren volgens Van der Wal voor veel middelgrote bedrijven
een proces is van vallen en opstaan en het uiteindelijk beëindigen van
projecten geen ramp hoeft te zijn, vereist succesvolle innovatie wel
een aantal spelregels. Van der Wal: Van groot belang is dat je de
toekomstige behoeften van klanten in kaart brengt en daar nieuwe
producten en diensten aan koppelt. Daarnaast zul je als bedrijf in dit
kader je kennis en deskundigheid verder moeten ontwikkelen en een
cultuur moeten creëren waarin innovatie wordt ervaren als een kans en
niet als een last.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
© 2006 KPMG Holding N.V., member of KPMG International, a Swiss
cooperative. All rights reserved.