Nivel
NIVEL international
Een kwart van de fysiotherapie-patiënten heeft geen verwijsbriefje
meer
30 mei 2006
In de eerste twee maanden van 2006 heeft bijna een kwart van alle
fysiotherapie-patiënten geen huisarts of medisch specialist meer
geraadpleegd om een verwijzing te vragen naar de fysiotherapeut.
Dat zijn er meer dan op grond van eerder onderzoek werd verwacht.
Fysiotherapiebezoek zonder tussenkomst van een verwijzer en dus zonder
verwijsbriefje (rechtstreekse toegang), is toegestaan sinds 1 januari
2006. Niet alle zorgverzekeraars vergoeden die rechtstreekse toegang,
of zij doen dit alleen onder bepaalde omstandigheden. Bij hen
verzekerde patiënten maken dan ook wat minder gebruik van deze
mogelijkheid: van deze fysiotherapie-patiënten komt slechts 20.9%
zonder tussenkomst van een verwijzer bij de fysiotherapeut. Andere
groepen patiënten maken juist meer dan gemiddeld gebruik van de
mogelijkheid voor rechtstreekse toegang. De patiënten zonder
verwijsbriefje zijn over het algemeen jonger en hoger opgeleid, ze
hebben vaker rug- of nekklachten, klachten die nog niet zo lang
bestaan of klachten waarvan zij reeds eerder last hebben gehad .
Dit blijkt uit analyse van de gegevens over het fysiotherapiebezoek,
die worden geleverd door LiPZ (de Landelijke Informatievoorziening
Paramedische Zorg), een project van onderzoeksinstituut NIVEL
(Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg). LiPZ
wordt gesubsidieerd door het Ministerie van VWS.
Geen run op fysiotherapeut
Hoewel patiënten dus op grote schaal gebruik maken van de mogelijkheid
om op eigen houtje naar de fysiotherapeut te gaan, heeft
dit vooralsnog niet geleid tot de door sommigen verwachte grote
toename van het fysiotherapiebezoek. Sterker nog, het aantal
fysiotherapie-bezoekers lijkt zelfs in de eerste twee maanden van 2006
iets lager te liggen dan het jaar daarvoor.
NIVEL onderzoeker dr. C. Leemrijse: "Mogelijk hebben mensen een bezoek
aan de fysiotherapeut uitgesteld, bijvoorbeeld omdat ze nog twijfelden
over een overstap naar een nieuwe zorgverzekeraar."
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van gegevens uit de Landelijke
Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). Dit is een landelijk
representatief netwerk van geautomatiseerde extramurale
fysiotherapiepraktijken en praktijken voor oefentherapie Cesar en
Mensendieck (oefentherapie C/M), waarbinnen reguliere fysiotherapeuten
en oefentherapeuten C/M gegevens registreren over de zorg die zij aan
hun patiënten leveren. Sinds begin 2006 registreren ook extramuraal
werkzame diëtisten zorggerelateerde gegevens voor LiPZ.
In de eerste 2 maanden van 2005 zijn door 41 fysiotherapiepraktijken
gegevens van 2.396 patiënten aangeleverd, in de eerste 2 maanden van
2006 hebben 34 praktijken gegevens van 2.302 patiënten aangeleverd.
De Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) zal de
effecten van de rechtstreekse toegang tot de fysiotherapeut blijven
volgen.
Betrokken NIVEL project(en)
* LIPZ