Colo, vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven
Bredewater 8
Postbus 7259
2701 AG Zoetermeer
Tel. (079) 352 30 00
Fax (079) 351 54 78
E-mail: colo@colo.nl
Kansrijk in de praktijk f p3
1. Inleiding
Het kabinet heeft op de `werktop' met werkgevers en werknemers
afspraken gemaakt over de bevordering van economische groei en
werkgelegenheid in Nederland. Deze staan beschreven in de Tripar-
tiete beleidsinzet op het gebied van scholing en werk van 1 decem-
ber 2005. Deze beleidsinzet is een integrale, tripartiete, aanpak met
afspraken voor alle actoren die actief zijn op het sociaal economi-
sche speelveld. Het kabinet stelt ook extra middelen beschikbaar
voor realisatie van de afspraken. Er zijn vier afspraken gemaakt
over vier onderwerpen: investeren in menselijk kapitaal; verhoging
arbeidsparticipatie; bevorderen ondernemerschap; arbeidsmigratie.
In het kader van investeren in menselijk kapitaal en het verhogen
van arbeidsparticipatie wordt op de kenniscentra beroepsonderwijs
bedrijfsleven een beroep gedaan bij te dragen aan een sluitende
aanpak bij praktijkleerplaatsen. De kenniscentra beroepsonderwijs
bedrijfsleven stimuleren en organiseren het praktijkleren en hebben
sectoraal een betekenisvolle expertise en infrastructuur opgebouwd.
De kenniscentra versterken de dienstverlening die zij regionaal
aanbieden door de samenwerking met regionale actoren (provincie,
gemeenten, CWI, RPA's, regionale verenigingen VNO-NCW, afde-
lingen van MKB-Nederland) uit te breiden. De kenniscentra hebben
één doel voor ogen: niemand valt tussen wal en schip als het gaat
om praktijkleerplaatsen.
2. De sociaal economische context
De integrale aanpak die het kabinet met de sociale partners voorstaat
is bedoeld om het groeivermogen van de Nederlandse economie te
versterken. Uitgangsgedachte is de participatiemaatschappij waarbij
niemand aan de kant staat en de beroepsbevolking zo hoog mogelijk
Kansrijk in de praktijk f p4
wordt opgeleid. Arbeid is het middel bij uitstek om binding en betrok-
kenheid in de samenleving te bewerkstelligen. De inspanningen zijn
gericht op: het wegnemen van de belemmeringen voor deelname aan
de arbeidsmarkt; het streven naar een zo hoog mogelijk geschoolde
beroepsbevolking; uitbannen van discriminatie op de arbeidsmarkt;
versoepelen van reïntegratieprocessen en bevorderen van sociale in-
novatie. Het accent ligt op laagopgeleiden, jongeren en allochtonen.
Deze groepen hebben de grootste achterstandspositie en een belang-
rijk aandeel in de huidige werkloosheid. Ook bij een aantrekkende
economie zijn de prognoses voor laagopgeleiden ongunstig en is het
de verwachting dat er een overschot aan lager opgeleiden en een
tekort aan hoger opgeleiden ontstaat. De verhouding tussen vraag en
aanbod van middelbaar opgeleiden blijft in balans. Volgens progno-
ses van het CPB trekt de economie in 2006 aan en zal er een groot
beroep worden gedaan op afgestudeerden van het beroepsonderwijs.
3. De balans tussen vraag en aanbod
Het praktijkleren neemt in belang toe. De invoering van competen-
tiegericht beroepsonderwijs, waarin de beroepspraktijk leidend is,
genereert een grotere vraag naar praktijkleerplaatsen. De kenniscen-
tra hebben binnen het kader van de Wet Educatie Beroepsonderwijs
een inspanningsplicht om voldoende kwalitatieve praktijkleerplaatsen
voor MBO deelnemers en voor de leerlingen van het VMBO te ge-
nereren. Ook is er meer vraag naar praktijkleerplaatsen voor groepen
leerlingen met arbeidsmarktachterstand, bijvoorbeeld jeugdige werk-
lozen, jongeren met een onvoltooide opleiding en allochtonen. Voor
deze groepen is praktijkleren de kans om de vereiste kwalificaties
te halen voor een vervolgopleiding en/of toetreding tot de arbeids-
markt. De kenniscentra mobiliseren leerbedrijven om ook voor deze
groepen praktijkleerplaatsen te vinden.
Kansrijk in de praktijk f p5
Door de groeiende vraag naar praktijkleerplaatsen bestaat er een mo-
gelijkheid dat vraag en aanbod in onbalans raakt. Niet alleen kwan-
titatief, maar ook kwalitatief. De kenniscentra zetten zich in om deze
scheefgroei te voorkomen door hun expertise van de arbeidsmarkt en
de kennis van het onderwijs te verbinden. Samen met het bedrijfsle-
ven en het scholenveld werken de kenniscentra aan balans. Balans in
vraag naar en aanbod van praktijkleerplaatsen; in de (toekomstige)
vraag van de arbeidsmarkt naar en het aanbod van gediplomeerden
uit het beroepsonderwijs. Dit leidt ertoe dat er voldoende deelnemers
in opleiding zijn om aan de toekomstige arbeidsmarktvraag te voldoen.
4. Toegevoegde waarde van de kenniscentra
Samen hebben de achttien kenniscentra expertise en een infrastruc-
tuur van betekenis opgebouwd. Ze mobiliseren en ondersteunen
bedrijven om leerbedrijf te worden en onderhouden een netwerk
van 170.000 erkende leerbedrijven in nagenoeg alle sectoren van de
arbeidsmarkt door heel Nederland. Door ondersteuning van leerbe-
drijven en leermeesters stimuleren kenniscentra bedrijven om hun
kwaliteit van opleiden te verbeteren en structureel praktijkleerplaat-
sen aan te bieden. Het resultaat is dat dagelijks ruim 450.000 MBO
deelnemers en 4.500 VMBO leerlingen via stages en leerwerktrajec-
ten de gelegenheid geboden wordt competenties te ontwikkelen in
de leerbedrijven.
De kenniscentra verlenen vanuit drie rollen diensten om de sluitende
aanpak bij praktijkleerplaatsen te realiseren:
Leverancier van Informatie
De kenniscentra hebben in 2005 de websites www.kansopstage.nl
en www.kansopwerk.nl gelanceerd. De sites geven informatie over
de arbeidsmarktvraag per sector en per regio naar afgestudeerde
Kansrijk in de praktijk f p6
MBO-ers en het aantal benodigde deelnemers in het onderwijs. De
kenniscentra hebben hiermee de macro-doelmatigheidsanalyses
gebruiksvriendelijk en toegankelijk gemaakt voor leerlingen, ouders,
scholen en andere actoren die actief zijn op de (regionale) onderwijs-
en arbeidsmarkt zoals provincie, gemeente, CWI en RPA.
In de loop van 2006 wordt de site uitgebreid tot een zoekmachine
praktijkleren. Deze zoekmachine helpt leerlingen aan vacante prak-
tijkleerplaatsen. Ook biedt de site dan profielen van leerbedrijven
met informatie over wat er op de praktijkleerplaatsen in leerbedrijven
geleerd kan worden. De site biedt docenten en intermediairs moge-
lijkheden om te zoeken naar specifieke praktijkleerplaatsen.
De kenniscentra zullen met deze website over praktijkleren transpa-
rantie op de markt van praktijkleerplaatsen bewerkstelligen.
Generator van voldoende praktijkleerplaatsen
De kenniscentra staan garant voor voldoende praktijkleerplaatsen als
er sprake is van arbeidsmarktrelevantie. Waar zich een onevenwich-
tige situatie voordoet, ondernemen de kenniscentra actie om samen
met het regionale bedrijfsleven en de scholen het evenwicht te her-
stellen. Zo nodig voeren zij in overleg met sectorale sociale partners
acties voor uitbreiding van het aantal praktijkleerplaatsen in branches
en ondersteunen ze bedrijven bij de realisering hiervan.
De vraag naar praktijkleerplaatsen voor voortijdige schoolverlaters,
allochtonen, jeugdige werklozen en volwassenen met een arbeids-
marktachterstand groeit. Het is dan niet altijd mogelijk om strak
vast te houden aan het arbeidsmarktperspectief als leidend principe.
Ook in de leerbedrijven is er een grens waar het gaat om het aantal
praktijkleerplaatsen dat beschikbaar is voor deze groepen. Dit vraagt
om onorthodoxe oplossingen en de kenniscentra willen hier actief
aan bijdragen. Een mogelijkheid is het versterken en uitbreiden van
andere vormen van praktijkleren, onder andere: simulatie in scholen,
Kansrijk in de praktijk f p7
bedrijfsscholen of gemeenschappelijke opleidingsactiviteiten, zoals
bijvoorbeeld de samenwerkingsverbanden in de bouw. De kenniscen-
tra bieden hier expertise aan en kunnen het netwerk van leerbedrij-
ven en leermeesters in stelling brengen. De opleidingsadviseurs van
de kenniscentra zijn beschikbaar om de leerbedrijven voor te lichten,
onder andere over de fiscale faciliteiten en via andere diensten extra
praktijkleerplaatsen te acquireren.
Organiser van processen
Om het gewenste evenwicht op de markt van praktijkleerplaatsen
te bereiken is afstemming noodzakelijk tussen relevante regionale en
sectorale actoren. Elk kenniscentrum is traditioneel sterk verankerd
in de sector of bedrijfstak waarvoor ze werken. Dit is een voordeel
omdat veel branches via CAO's richting geven aan scholingsactivitei-
ten in de bedrijfstakken. Kenniscentra zijn via hun opleidingsadviseurs
bij uitstek geschikt om sectorale afspraken te verbinden met regionale
processen en organisaties die actief zijn op het vlak van arbeidsmarkt
en onderwijs. Hieronder enkele voorbeelden waarin de organiserende
en adviserende rol van kenniscentra al tot uitdrukking komt.
· Ondernemers in het ambachtelijk kleinbedrijf zoals vakslagerijen,
opticiens, uurwerkherstellers, tandtechnici en schoenherstellers
hebben moeite om vakbekwaam personeel aan te trekken. De ken-
niscentra die actief zijn in de ambachtelijke sector (zoals SVGB)
werken in 2006 samen met de zes Servicepunten Ambachten van
het Hoofdbedrijfschap Ambachten (gehuisvest in CWI-vestigingen)
om de instroom van vakbekwaam personeel binnen het ambacht te
bevorderen, het ambacht te promoten en het ondernemerschap te
stimuleren.
· CAO partijen in de Bouw hebben afspraken gemaakt over de lan-
delijke invoering van loopbaanbeleid voor alle medewerkers (ruim
200.000) die vallen onder de bouw-CAO. Het gaat daarbij om
Kansrijk in de praktijk f p8
loopbaanontwikkeling en scholing. Ook streeft de bouw naar een
betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en wil daarom
leerwegen flexibiliseren waarbij er sprake is van nieuwe verhoudin-
gen met het onderwijsveld en de leerling centraal staat. Fundeon (de
nieuwe naam voor Bouwradius en SBW) levert een bijdrage aan de
realisering van deze innovaties.
· In het kader van het ArboPlusconvenant Grafimedia voert Kennis-
centrum GOC een aantal projecten uit op het terrein van preventie
en reïntegratie. Het accent ligt hierbij op het monitoren en onder-
steunen van activiteiten van het Servicepunt Grafimedia, het UWV
en een aantal reïntegratiebedrijven. Hierbij is het blootleggen van
knelpunten en het creëren van een goede samenwerking tussen
partijen een belangrijk aspect.
5. Prestaties van de kenniscentra
Vanuit de drie rollen zetten de kenniscentra op hoofdlijnen de presta-
ties neer. De kenniscentra zullen sectoraal en regionaal in uiteen-
lopende projecten werken aan de realisatie van die prestaties. De
kenniscentra zullen over de resultaten en voortgang van die prestaties
rapporteren.
Optimaliseren en ontsluiten van informatie
· Kenniscentra verstrekken op basis van hun expertise en gedragen
door het regionale bedrijfsleven actief informatie naar scholen over
de beschikbaarheid en de kwaliteit van praktijkleerplaatsen per
opleiding in de regio.
· Fase I, eerste kwartaal 2006: De huidige macro-doelmatigheids-
informatie (beschikbaar via sites kansopstage.nl en kansopwerk.nl)
wordt uitgebouwd tot een zoekmachine voor vacante praktijkleer-
plaatsen.
Kansrijk in de praktijk f p9
· In de loop van 2006 bedrijfsprofielen met kwalitatieve informatie
over praktijkleerplaatsen en tenslotte mogelijkheden voor matching
via internet.
· Aan het einde van 2006 is de site uitgebouwd, getest en
operationeel.
Realiseren van praktijkleerplaatsen
· Kenniscentra garanderen, mede op basis van afspraken met secto-
rale sociale partners, voldoende praktijkleerplaatsen als er sprake
is van arbeidsmarktrelevantie. Als in een sector of regio leerlingen
tussen wal en schip (dreigen te) raken lossen de kenniscentra actief
en in overleg met het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven de
knelpunten op.
· Kenniscentra bieden expertise aan bij andere vormen van praktijk-
leren, bijvoorbeeld binnenschoolse praktijksimulatie, bedrijfsscholen.
· Kenniscentra spreken met actoren zoals MKB Nederland, CWI en
gemeente targets af en dragen actief bij aan de realisatie van extra
praktijkleerplaatsen voor VMBO leerlingen, MBO deelnemers,
voortijdige schoolverlaters en jeugdige werklozen.
· Kenniscentra zetten hun opleidingsadviseurs in om meer praktijk-
leerplaatsen bij leerbedrijven te werven o.a. door campagne om
WVA korting te stimuleren en het O&O jongerenmodel te promo-
ten in samenwerking met de Taskforce Jeugdwerkloosheid.
Organiseren van processen
Kenniscentra gaan zich, naast sectoraal, regionaal verder versterken
en stellen zich als organiser van processen pro-actief op als adviseur
voor bedrijfsleven, beroepsonderwijs en andere actoren op het speel-
veld van arbeidsmarkt en onderwijs:
· Kenniscentra zoeken samenwerking met afdelingen van MKB Ne-
derland en regionale verenigingen van VNO-NCW om de afspra-
ken van de Werktop te realiseren.
Kansrijk in de praktijk f p10
· Kenniscentra zetten hun opleidingsadviseurs in als aanspreekpunt
voor praktijkleerplaatsen in de regio.
· Kenniscentra zoeken ter bevordering van een goede matching
regionaal aansluiting bij jongerenloketten en leerwerkloketten.
· Kenniscentra bouwen hun expertise met de implementatie van EVC
procedures uit en bieden deze dienstverlening actief aan.
· Kenniscentra organiseren stages voor (aankomende) docenten
en andere vormen van samenwerking gericht op ondernemer-
schap tussen onderwijs en bedrijfsleven. Een voorbeeld is het
ondernemersplein.nl (project Kenniscentrum Handel).
· Kenniscentra stellen via Colo een convenant op met de projectdi-
rectie Leren en Werken waarin afspraken staan over duale trajec-
ten, implementatie van EVC trajecten, werving kandidaten voor de
Associate Degree en wederzijdse kennisuitwisseling.
vereniging kenniscentra
beroepsonderwijs bedrijfsleven
Deze notitie is tot stand gebracht door de 18 verenigde kenniscentra
beroepsonderwijs bedrijfsleven:
Aequor, ECABO, Fundeon (Bouwradius/SBW) Kenniscentrum GOC,
Innovam Groep, Kenniscentrum Handel, Kenteq, KOC Nederland, LIFT
Group, LOB HTV, Savantis, OVDB, SH&M, SVGB, SVO, VTL, VAPRO, VOC.
Reacties zijn welkom. Stuur een e-mail naar a.mink@colo.nl
of bel (079) 329 40 00 en vraag naar Anton Mink of José Oudejans.
colofon januari 2006
Tekst Colo, vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven
f Ontwerp Room for ID's, Nieuwegein f Druk De Resolutie, Utrecht