Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Smits over de AWBZ-indicatiestelling

Kamerstuk, 29-5-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

29 mei 2006

Antwoorden van staatssecretaris Ross op kamervragen van het Kamerlid Smits (PvdA) over de AWBZ-indicatiestelling (2050612850).

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de groei van het aantal AWBZ-indicaties voor zorg thuis over 2005 zoals door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) is vastgesteld en gepubliceerd door Zorgvisie? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Kunt u de gegevens over aantallen indicaties over 2005 voor alle functies in de AWBZ zo spoedig mogelijk aan de Kamer zenden?

Antwoord 2
Deze gegevens staan in de Trendrapportage Landelijke Indicatiestelling AWBZ 2005 die het CIZ heeft opgesteld. De rapportage is inmiddels door het CIZ aangeboden aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is tevens te vinden op de website van het CIZ (www.ciz.nl).

Vraag 3
Kunt u aangeven welke groei in aantallen indicaties verwacht hadden kunnen worden, gezien de demografische ontwikkeling (vergrijzing plus bevolkingsgroei en de daarmee samenhangende groei naar zorg)?

Vraag 4
Kunt u op grond van de cijfers over 2005 en de verwachte demografische groei aangeven of hier sprake is van een afwijkende ontwikkeling en ingaan op mogelijke verklaringen die denkbaar zijn zoals een verschuiving van de vraag van intramurale zorg naar zorg thuis, een verschuiving in de vraag naar zorg als gevolg van groeiende wachtlijsten voor intramurale zorg; een verschuiving in indicaties als gevolg van een toenemend aanbod van intensieve zorg in woonprojecten waarbij zorgvragers geen all-in zorg meer krijgen maar zelf huur betalen, en een verschuiving als gevolg van een nieuwe beoordelingswijze bij indicatiestellers of andere denkbare oorzaken?

Antwoord 3 en 4
In de trendrapportage zijn gegevens opgenomen over het aantal geregistreerde positieve indicatiebesluiten zoals die zijn afgegeven door het CIZ. De getallen van 2004 zijn geëxtrapoleerde gegevens, gebaseerd op de registratie van circa 18% van de productie. De getallen voor 2005 betreffen het daadwerkelijke aantal geregistreerde besluiten.

Volgens het CIZ wil de stijgende trend in de landelijke aantallen AWBZ-besluiten niet direct zeggen dat het beslag op de uitvoering van de AWBZ door dit grotere aantal nieuwe AWBZ-besluiten in gelijke mate is verhoogd: het aantal indicaties is gestegen, maar mogelijk zijn tegelijkertijd de omvang en de duur van de toegekende zorg juist afgenomen. Op dit moment is er nog geen sluitende informatie beschikbaar over de toegekende zorgduur per geïndiceerde functie, alleen het aantal indicaties wordt in de systemen van het CIZ geregistreerd.

De toename van het aantal indicatiebesluiten kan volgens het CIZ deels verklaard worden doordat extra indicatiebesluiten zijn afgegeven voor mensen die al in zorg waren maar om administratieve redenen een besluit nodig hadden. Hierbij gaat het om mensen die extramurale zorg ontvingen zonder een geldig indicatiebesluit en op de legitimatielijst stonden of mensen die een PGB oude stijl hadden en ten behoeve van het PGB nieuwe stijl een nieuw indicatiebesluit nodig hadden. Ook de invoering van standaardindicatieprotocollen waarmee zorgaanbieders een indicatieadvies af kunnen geven en de cliënt meteen in zorg kunnen nemen, kan tot een toename van besluiten hebben geleid. De meeste standaardindicatieprotocollen betreffen extramurale zorg. Tenslotte zijn pas in de loop van 2004 de indicaties voor de gehandicaptenzorg ingevoegd in het werkproces van de RIO's. Deze vielen daarvoor onder de verantwoordelijkheid van het Landelijk Centrum Indicatiestelling Gehandicaptenzorg. Vanaf eind 2004 zijn deze indicatietrajecten volledig in de bestaande CIZ administraties geïntegreerd. Ook dit kan hebben geleid tot een stijging van het aantal indicaties tussen 2004 en 2005.

De indruk is dan ook dat administratieve effecten een rol spelen bij de geconstateerde stijging. Daarnaast kan op basis van de beschikbare gegevens niets gezegd worden over verschuivingen in de vraag naar zorg. De invloed van de door u genoemde factoren (demografie, extramuralisering en veranderingen in de indicatiestelling) is bovendien zeer beperkt binnen de rapportageperiode van één jaar. Met name de invloed van de demografische ontwikkeling op het zorggebruik manifesteert zich over een langere periode. Dit komt onder meer naar voren in de door het SCP gehanteerde lange termijn ramingmodellen.

Vraag 5
Is bij de cijfers over indicaties van het CIZ over 2005 nog steeds sprake van regionale verschillen?

Antwoord 5
De gegevens in de trendrapportage zijn niet uitgesplitst per regio. Het CIZ beschikt op dit moment nog niet over dergelijke gegevens. Verwacht wordt dat deze gegevens in de loop van 2006 wel beschikbaar komen.

Vraag 6
Kunt u de analyse die het CIZ laat maken, eventueel vergezeld van uw reactie, binnen drie weken doorzenden naar de Kamer?

Antwoord 6
De trendrapportage 2005 is inmiddels in uw bezit. Hiermee zijn voor het eerst landelijk gegevens beschikbaar over de indicatiestelling voor de AWBZ. Het CIZ verwacht dat bij toekomstige rapportages ook nadere analyses kunnen worden gepresenteerd.

1) www.zorgvisie.nl, 1 mei 2006