Toezegging aan lid Kant betreffende Olivo
Kamerstuk, 29-5-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/GGZ-2682111
29 mei 2006
Tijdens het algemeen overleg op 16 maart 2006 over de jeugdzorg, heeft
het lid van uw Kamer, mevrouw Kant, mij gevraagd om te bemiddelen in
het conflict tussen Olivo en de zorgverzekeraars. Ik heb bij die
gelegenheid toegezegd dat ik contact zou opnemen met de
zorgverzekeraars om een oplossing te vinden in het conflict.
Conform mijn toezegging heeft ambtelijk overleg plaats gevonden. Aan
dit overleg heeft ook het College voor zorgverzekeringen (CVZ)
deelgenomen. Het CVZ heeft op verzoek van Olivo en van de betrokken
zorgverzekeraars, zijn visie gegeven op de mogelijkheden om de kosten
van de door Olivo verleende zorgverlening ten laste van de AWBZ te
vergoeden.
Op basis van het gevoerde overleg constateer ik dat de vraag aan de
orde is of een verzekerde, die zich tot Olivo wendt om daar een
behandeling te krijgen, recht heeft op vergoeding van de kosten
daarvan ten laste van de AWBZ.
Voor de beantwoording van die vraag is allereerst relevant of de zorg
die Olivo verleent, behoort tot de AWBZ-zorg. Zorg in verband met een
psychiatrische aandoening moet verleend worden door:
a. een instelling, of
b. een vrijgevestigde psychiater, zenuwarts of psychotherapeut.
Indien de zorg wordt verleend door een instelling is het noodzakelijk
dat het een instelling is in de zin van de Wet toelating
zorginstellingen of dat het gaat om een in het buitenland gevestigde
rechtspersoon, die in het betreffende land zorg verleent in het kader
van het in dat land bestaande sociale zekerheidsstelsel, dan wel zich
richt op het verlenen van zorg aan specifieke groepen van publieke
functionarissen. Olivo voldoet niet aan deze voorwaarden en is dus
geen instelling in de zin van de AWBZ. Het gevolg hiervan is dat het
zorgverzekeraars niet is toegestaan kosten van door Olivo verleende
behandelingen te vergoeden. Het CVZ heeft dit al aan Olivo uitgelegd.
Het CVZ heeft daarbij voorts aangegeven onder welke voorwaarden kosten
van zorg wel voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen. Zorg
in verband met een psychiatrische aandoening die is verleend door een
vrijgevestigde psychiater, zenuwarts of psychotherapeut, kan wel
worden vergoed.
Uiteraard dient ook dan voldaan te zijn aan de voorwaarden die de AWBZ
stelt.
Dat wil zeggen dat afgezien van het feit dat de zorg een aanspraak
moet zijn in de zin van de AWBZ, ook is voorgeschreven dat de
zorgverlening plaatsvindt na indicatiestelling door een bureau voor
jeugdzorg of op verwijzing van een (huis)arts, en dat de verzekerde,
gelet op zijn behoefte en uit oogpunt van doelmatige zorgverlening,
redelijkerwijs op zorg is aangewezen.
Als gevolg van de uitspraak van het Europese Hof in de zaken
Müller-Fauré en Van Riet mag vergoeding van extramurale zorg bij een
niet-gecontracteerde zorgaanbieder in een andere lidstaat, niet meer
afhankelijk worden gesteld van voorafgaande toestemming. De overige
voorwaarden die ik hierboven noemde, zijn echter onverkort van
toepassing. Ook is daarvan een gevolg dat niet recht bestaat op
volledige vergoeding. De vergoeding bedraagt niet meer dan de kosten,
die in de Nederlandse omstandigheden in redelijkheid passend zijn te
achten. Ook hierover heeft het CVZ Olivo geïnformeerd.
Uit het voorgaande blijkt dat op basis van de bestaande regelgeving
duidelijk is welke mogelijkheden er zijn voor Olivo om zorg te
verlenen. Olivo is door het CVZ geïnformeerd over de regelgeving en
weet nu onder welke voorwaarden en in welke situatie vergoeding van de
kosten ten laste van de AWBZ is toegestaan. Van een conflict tussen
Olivo en zorgverzekeraars is daarom nu geen sprake meer. Ik ben daarom
van mening dat verdere conflictbemiddeling tussen Olivo en betrokken
zorgverzekeraars niet meer nodig is.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport