Gerechtshof Arnhem
Uitspraak in de Kraggenburgzaak
Het gerechtshof te Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in de
zogeheten Kraggenburgzaak. Kort gezegd gaat het in deze zaak om drie
vrouwen die vanuit België zijn meegenomen naar een loods in
Kraggenburg. Daar zijn zij van hun vrijheid beroofd, verkracht en
hebben zij allerlei vernederende seksuele handelingen moeten
ondergaan, onder andere met een hond. Alle vrouwen wisten te
ontvluchten. In de zaken tegen vijf van de zes verdachten kwam het hof
tot - nagenoeg - dezelfde bewezenverklaring als de rechtbank te
Lelystad. Het hof sprak de zesde verdachte De V. vrij, net als de
rechtbank.
Hoe ernstig en verbijsterend de bewezenverklaarde feiten ook waren,
het hof heeft toch belangrijk lagere straffen opgelegd dan de
rechtbank Lelystad en dan in hoger beroep waren geëist.
Voor de hoofdverdachte Philip M. vindt dat zijn verklaring vooral in
het feit dat het hof, anders dan de rechtbank, naast een
gevangenisstraf van 7 jaar tot een TBS met dwangverpleging besloot.
Hoewel Philip M. steeds heeft geweigerd mee te werken aan het
psychiatrisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum, acht het hof hem
toch verminderd toerekeningsvatbaar, mede gelet op oudere Belgische
rapportage.
Het hof legde ook Van E., de huurder van de loods, 7 jaar
gevangenisstraf op wegens de belangrijke en ook leidende rol die hij,
niet alleen met zijn honden, speelde bij de gebeurtenissen in
Kraggenburg.
Het hof heeft bij de strafoplegging aan M.M. (de broer van Philip M.,
5 jaar), aan F. (de partner van M.M., 3 jaar) en aan B. (destijds de
partner van Philip M., 3 jaar) rekening gehouden met de grote mentale
druk die Philip M. op hen moet hebben uitgeoefend, hoewel zij ieder
ook hun eigen rol in het geheel speelden. Dat leidde in hun zaken tot
een belangrijk lagere straf. Volgens het hof zijn zij allen door het
dwingende karakter van Philip M. en ook door Van E., in situaties
gekomen die zij uit zichzelf niet opgezocht zouden hebben.
Het hof heeft De V., partner van Van E., vrijgesproken voor haar
aandeel in deze zaak. Zij is niet fysiek bij de handelingen in
Kraggenburg aanwezig geweest en heeft destijds op te grote afstand
gestaan van de activiteiten van haar medeverdachten. Zij heeft
destijds te weinig weet gehad van hetgeen zich in en om de loods
afspeelde. Zij heeft onvoldoende betrokkenheid gehad om haar -
achteraf - te kunnen bestempelen tot een lid van de criminele
organisatie waarvan sprake was, of om haar direct te kunnen betrekken
bij het delict "vrouwenhandel" waaraan die organisatie zich schuldig
maakte.
LJ Nummers
AX3969
AX3978
AX3957
AS3932
AU4092
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 23 mei 2006 Naar boven