CPB Notitie
Nummer : 2006/20
Datum : 24 mei 2006
Aan : SZW
Instroom in de WGA en rentehobbel
1 Inleiding
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft 8 mei jongstleden het CPB
verzocht om een nieuwe instroomraming voor de Werkhervattingsregeling voor Gedeeltelijk
Arbeidsgeschikten (WGA) te maken ten behoeve van de bepaling van de rentehobbel in 2007.
Hiervoor zijn eerste UWV-gegevens beschikbaar over de instroom in de Wet Werk en Inkomen
naar Arbeidsvermogen (WIA) voor het eerste kwartaal 2006.1
In de volgende paragraaf worden de nieuwe instroomraming en de onderbouwing daarvan
gepresenteerd. Het gaat om een raming van de instroom in de WGA in 2009, omdat dat jaar
vanwege de wachttijd van 2 jaar relevant is voor de door private verzekeraars te maken
reserveringen in 2007. Vervolgens worden de consequenties van de nieuwe instroomraming
bezien voor de rentehobbel in 2007, bij een duur van het eigenrisicodragen van 5 respectievelijk
10 jaar. De ramingen van de rentehobbel zijn met aanzienlijke onzekerheden omgeven.
Vanwege aanloopeffecten moet bijvoorbeeld afgewacht worden in hoeverre de eerste
instroomcijfers een goed beeld geven van de omvang en de verdeling van de toekomstige
instroom.
2 WGA-instroom
Tabel 2.1 vermeldt de eerste gegevens over de instroom in de WIA die het UWV beschikbaar
heeft gesteld. In de eerste plaats valt op dat de instroom van ruim 3000 personen in de WIA in
het eerste kwartaal 2006 zeer beperkt is. Immers, in de Januarinota 2006 raamde UWV de totale
instroom in de WIA in 2006 nog op ruim 27 000 en het CPB raamde deze instroom in het CEP