Den Haag, 22 mei 2006
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over het weigeren van onverzekerden door ziekenhuizen
1.
Hebt u kennisgenomen van het artikel dat door twee artsen is geschreven: "Tweedeling op straat" in Medisch Contact over het weigeren van onverzekerden door ziekenhuizen?1
2.
Hoe verhoudt dit artikel zich tot de door u beweerde stelling dat iedereen recht heeft op "medisch noodzakelijke zorg"?
3.
Deelt u de mening dat het begrip "medisch noodzakelijke zorg" in de praktijk niets voorstelt, aangezien patiënten zonder identiteitsdocument en/of verzekeringsbewijs al bij de balie van het ziekenhuis worden weggestuurd zonder dat er een arts aan te pas komt?
4.
Wat vindt u ervan dat de directie van een Rotterdams ziekenhuis heeft aangegeven geen onverzekerde patiënten meer op de stoep te willen hebben?
5.
Welke consequenties heeft het weigeren van onverzekerden voor de volksgezondheid, zoals door besmettingen met Hepatitis-B- of C-infectie, hiv-infecties enz.?
6.
Deelt u de mening van de schrijvers dat het onthouden van medische zorg aan mensen in tegenspraak is met artikel 1 van de Grondwet, het gelijkheidsbeginsel dat geldt jegens hen die zich op het Nederlandse grondgebied bevinden en de universele verklaring van de rechten van de mens, zoals beschreven in artikel 1 en 5?
7.
Deelt u de mening dat artsen voor een ethisch dilemma worden gezet, namelijk doordat met uw beleid de eed die artsen hebben afgelegd om iedereen te helpen en geen onderscheid te maken of iemand wel of niet verzekerd is of wel of geen illegaal, onderuit wordt gehaald?
8.
Wanneer komt u met een oplossing voor deze problematiek en binnen welke termijn? Biedt het door u aangekondigde waarborgfonds een structurele oplossing hiervoor? Zo ja, op welke wijze en met ingang van wanneer?
1. Medisch Contact, 20, 61e jaargang, 19 mei 2006
---- --
Partij van de Arbeid