Vrijdag 19 mei 2006 9:30
Nederlanders voelen zich iets veiliger
Begin 2006 voelden minder inwoners van Nederland zich onveilig dan een
jaar eerder. Inwoners van Zeeland voelden zich het minst onveilig. Ook
het aantal ondervonden delicten is van 2005 op 2006 afgenomen, maar
het percentage slachtoffers van veel voorkomende criminaliteit bleef
min of meer stabiel. Het percentage slachtoffers was het hoogst in de
politieregio Amsterdam-Amstelland. Dit blijkt uit de
Veiligheidsmonitor Rijk (VMR), een nieuw onderzoek van het Centraal
Bureau voor de Statistiek en de ministeries van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie.
De start van een nieuwe reeks
De VMR komt in de plaats van eerdere afzonderlijke onderzoeken over
onveiligheid en slachtofferschap in Nederland. Het onderzoek kan
worden gekwalificeerd als een verbeterde meetmethode ten opzichte van
de tot dusver gehanteerde methoden. Hierdoor zijn de cijfers van de
VMR niet direct vergelijkbaar met de uitkomsten van de eerdere
onderzoeken. Bij de overgang van POLS en PMB naar de VMR is in het
overgrote deel van de gevallen een duidelijke breuk in de cijferreeks
zichtbaar.
Een kwart voelt zich wel eens onveilig
Begin 2006 voelde 24 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder
zich wel eens onveilig. Dit is iets minder dan begin 2005, toen 27
procent zich wel eens onveilig voelde. Vaak onveilig voelde zich 3
procent van de inwoners. Ook dit is iets minder dan in 2005.
Inwoners Zeeland voelen zich het veiligst
Er zijn grote regionale verschillen in onveiligheidsgevoelens. In de
politieregio Zeeland was dit het laagst: 15 procent van de inwoners in
deze regio voelde zich wel eens onveilig. In Zaanstreek-Waterland en
in de noordoostelijke politieregio's was dit percentage ook relatief
laag. Daarentegen voelden in de politieregio's Haaglanden en
Rotterdam-Rijnmond meer dan dertig procent van de inwoners zich wel
eens onveilig. Ook in de politieregio Limburg-Zuid waren dat meer
inwoners dan gemiddeld in Nederland.
Ondervonden delicten gedaald; slachtofferschap redelijk stabiel
Het aantal delicten waarmee de bevolking binnen 12 maanden werd
geconfronteerd is begin 2006 gedaald: van 47,2 per 100 inwoners
volgens het onderzoek in 2005 tot 42,7 een jaar later. Het geschatte
totale aantal delicten nam daarmee af van bijna 6,2 miljoen naar ruim
5,6 miljoen.
Begin 2006 gaf 27 procent van de inwoners aan dat zij in de voorgaande
twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van veel voorkomende
criminaliteit. Dit is vrijwel even veel als een jaar eerder.
Vermogensdelicten, zoals inbraak, fietsdiefstal, zakkenrollen,
diefstal uit auto kwamen het meest voor. Hiermee werd bijna 14 procent
van de bevolking één keer of meer geconfronteerd. Daarna volgt met 12
procent vandalisme: beschadiging van de auto en overige vernielingen.
Ruim 5 procent van de bevolking was slachtoffer van één of meer
geweldsdelicten, zoals mishandeling en bedreiging. Deze percentages
zijn ook vrijwel hetzelfde als begin 2005.
Meeste slachtoffers in Amsterdam-Amstelland
Het aandeel inwoners dat slachtoffer werd van een of meer delicten was
begin 2006 met 37 procent het hoogst in de regio Amsterdam-Amstelland.
Ook in de politieregio's Haaglanden, Utrecht en Flevoland lag dit
aandeel met ruim 30 procent boven het landelijke gemiddelde. In de
politieregio Zeeland was het aandeel slachtoffers met 15 procent het
laagst. Ook in de politieregio's Drenthe, Twente, Noord- en
Oost-Gelderland, Gelderland-Midden en Zaanstreek-Waterland werden
minder mensen slachtoffer dan gemiddeld.
pb06n057.pdf
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en
grafieken.
CBS