Brief Verbond Belangenbehartiging Vervolgingslachtoffers
Kamerstuk, 17-5-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-CB-U-2678937
17 mei 2006
De Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij
gevraagd te reageren op de brief van 14 maart 2006 van het Verbond
Belangenbehartiging Vervolgingsslachtof-fers (VBV). In deze brief gaat
het VBV in op de koppeling van de indexering van de uitkerin-gen op
grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv)
aan de aan-passing van de Abp-pensioenen.
Door de wetgever is in de indexatiebepalingen van de wetten voor
oorlogsgetroffenen een directe koppeling gelegd met artikel 10 van de
Wet privatisering Abp in die zin dat de in-dexatie van de pensioenen
en uitkeringen voor oorlogsgetroffenen onder dezelfde normen en
voorwaarden plaatsvindt als de door het bestuur van het Abp
vastgestelde pensioenverho-ging van het overheidspersoneel. Door de
verslechtering van de financiële positie van het Abp is het
"Herstelplan financiële positie Abp" ingesteld. Naast tegenvallende
beleggingsre-sultaten, is de stijging van de ambtenarensalarissen
reden voor de verslechtering van de financiële positie van het Abp.
Onder invloed van dit herstelplan worden de Abp-pensioenen niet
volledig geïndexeerd. Het VBV vindt het onrechtvaardig dat de
gedeeltelijke indexatie ook wordt toegepast op de pensioenen en
uitkeringen op grond van de wetten voor oor-logsgetroffenen.
Op grond van artikel 10 van de Wet privatisering Abp wordt volledig
geïndexeerd tenzij de financiële positie van het pensioenfonds zich
dwingend tegen deze aanpassing verzet. Wan-neer de beperkingsgrond
wordt ingevuld vanwege een slechte financiële positie, brengt de
zinsnede in de indexatiebepalingen van de Wuv "overeenkomstige normen
en voorwaarden" met zich mee dat de door het bestuur van het Abp
vastgestelde gedeeltelijke indexatie moet worden gevolgd. Het gaat
immers om een door de wetgever voorgeschreven koppeling van de
indexatiebepalingen van de Wuv aan artikel 10 van de Wet privatisering
Abp. Aan dit formele antwoord wil ik graag het volgende toevoegen.
Door de mondiale recessie heeft bijna iedereen de laatste jaren weinig
tot geen groei van zijn inkomen of pensioen gekend. Er is geen reden
om de oorlogsgetroffenen op dit punt anders te behandelen.
Vervolgens wijst het VBV op artikel 18, vijfde lid, van de Wuv, met
het verzoek daar gebruik van te maken. In dat artikel is bepaald dat
de grondslagen kunnen worden aangepast indien daartoe naar het oordeel
van de Kroon een bijzondere aanleiding bestaat. Uit de parlementai-re
geschiedenis van dit artikellid blijkt dat deze aanpassing is bedoeld
voor het geval dat en in zoverre als door de ontwikkelingen in de
sociale zekerheid de minimumgrondslagen in de wetten voor
oorlogsgetroffenen niet meer de in die wetten gegeven garantie van
sociaal minimum kunnen geven. Anders gezegd: als de pensioenen en
uitkeringen op basis van de minimumgrondslag worden "ingehaald" door
de sociale minima. Daarvan is geen sprake, integendeel zelfs.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport