KPMG
Tweede Kamer roept kabinet onvoldoende ter verantwoording
16 mei 2006
Nederlanders vinden dat de Tweede Kamer het kabinet onvoldoende ter
verantwoording roept over het gevoerde beleid.
Daarnaast vinden zij dat het kabinet zelf meer initiatieven zou moet
ontplooien om te komen tot het afleggen van verantwoording over het
gevoerde beleid. Daarbij moet zowel verantwoording worden afgelegd
over de financiële resultaten, zoals kosten en opbrengsten, als over
de concrete resultaten die behaald zijn. Bijna 80% is van mening dat
het kabinet in navolging van beursgenoteerde bedrijven vooraf inzicht
zou moeten geven in de te behalen resultaten. Politiek en overheid
zouden dan ook een voorbeeld moeten nemen aan de wijze waarop het
bedrijfsleven hiermee omgaat. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder
de Nederlandse bevolking naar aanleiding van de derde woensdag in mei,
de dag waarop het kabinet inzicht geeft in de door haar behaalde
resultaten.
De Nederlander is er overigens niet van overtuigd dat het afleggen van
verantwoording door het kabinet een positieve invloed heeft op zijn
vertrouwen in de overheid. Volgens Wim Touw van KPMG is dit opvallend
omdat je juist zou verwachten dat de inspanningen van de overheid van
de afgelopen jaren op dit terrein daartoe wel zouden leiden. Touw:
Wellicht is dit te verklaren uit het feit dat het afleggen van
verantwoording slechts één element is bij het tot stand brengen van
vertrouwen. Daarnaast is het belangrijk ook duidelijk te maken hoe en
of de gestelde beleidsdoelstellingen zijn behaald. Juist dat komt ook
in dit onderzoek duidelijk naar voren. De respondenten geven daarbij
in meerderheid ook aan meer initiatieven vanuit de overheid op dit
vlak te verwachten.
Uit het onderzoek blijkt voorts dat de helft van de bevolking niet
bekend is met feit dat het kabinet op de derde woensdag in mei
verantwoording aflegt over de behaalde resultaten. Van de Nederlanders
die bekend zijn met het fenomeen geeft de helft aan deze dag net zo
belangrijk te vinden als Prinsjesdag. Gezien de relatieve onbekendheid
vindt de Nederlander ook dat de Tweede Kamer een belangrijke rol heeft
om de Derde Woensdag op de publieke agenda te plaatsten. De
onbekendheid is volgens Touw overigens opvallend omdat juist de
overheid op het thema van verantwoorden op een aantal aspecten op het
bedrijfsleven voorloopt. Touw: De overheid zou dan ook de kans moeten
grijpen om hierover beter en duidelijker te communiceren. De Derde
Woensdag biedt hiertoe een uitstekende mogelijkheid als rekening wordt
gehouden met de wensen van het publiek. De debatten van de afgelopen
jaren op deze dag hebben zich vooral gericht op het kostenaspect.
Daarbij stond vooral de vraag centraal of de overheid bij de
uitvoering van haar plannen wel binnen het afgesproken budget is
gebleven. De Nederlander is echter veel meer geïnteresseerd in de
vraag of de beleidsdoelstellingen zijn behaald en wat voor resultaten
dat heeft opgeleverd. De meerderheid van het publiek haakt af zodra de
discussie financieel technisch van aard wordt. Dit is jammer omdat de
overheid juist op de goede weg is waar het gaat om het afleggen van
verantwoording en het bieden van transparantie. Hier ligt dus
duidelijk een kans voor de overheid om het publiek bij het debat te
betrekken. Meer op inhoud dus en minder op kosten.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
© 2006 KPMG Holding N.V., member of KPMG International, a Swiss
cooperative. All rights reserved.