WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DN. 2006/1305
datum : 15-05-2006
onderwerp : Beantwoording Kamervragen over de walvisjacht
bijlagen : 2
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van de Kamerleden Ormel
(CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van der Ham (D66) en Van Velzen (SP)
over de walvisjacht (ingezonden 19 april 2006).
1
Hebt u al een antwoord ontvangen van de Japanse International Whaling
Commission (IWC)-commissaris op de brief van de Nederlandse
IWC-commissaris van 6 december 2005 waarin de teleurstelling wordt
kenbaar gemaakt over het Japanse besluit om éénzijdig het quotum voor
walvisvangst te verhogen? Zo ja, kunt u dit antwoord naar de Kamer
zenden?
Ja, de brief vindt u in de bijlage.
2
Wat zijn de resultaten van de werkgroep RMS (Revised Management
Scheme) die van 28 februari tot 2 maart 2006 in Cambridge heeft
plaatsgevonden?
De besprekingen in deze tussentijdse vergadering verliepen moeizaam.
Het resultaat is wel dat de drie hoofdonderwerpen zijn gedefinieerd,
waarover de walvisvarende landen en de beschermende landen de grootste
spanningsboog moeten overbruggen. Dit zijn:
1) het dichten van de lekken in het walvisvaartverdrag, in het
bijzonder ten aanzien van de wetenschappelijke walvisvangst;
2) het moratorium;
3) de handhaving van de gemaakte afspraken. De andere aandachtspunten
in de RMS en gerelateerde onderwerpen kunnen worden opgelost indien op
deze drie punten een begaanbare middenweg valt te vinden. Zolang een
meerderheid van zowel de beschermingsgezinde landen als de
walvisvarende landen strak blijft vasthouden aan de huidige posities,
is een oplossing vinden op korte termijn heel moeilijk.
3
Geven het antwoord van de Japanse IWC-commissaris en de resultaten van
de werkgroep RMS aanleiding aansluiting te zoeken bij andere landen,
zoals Australië, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk om in een
gezamenlijke strategie te streven naar een zeer strikt beheerregime,
indien het moratorium op de commerciële walvisjacht wordt opgeheven?
Het antwoord van de Japanse IWC-commissaris maakt duidelijk dat het
opheffen van het moratorium voor Japan een voorwaarde is voor het
realiseren van een strikt beheerregime. Gezien de stemverhoudingen in
de IWC is Nederland voorstander van het realiseren van een
gezamenlijke strategie van de beschermingsgezinde landen, waarin een
strikt beheerregime voor de commerciële walvisjacht wordt nagestreefd.
4
Kunt u aangeven wat de Nederlandse inzet zal zijn op de komende
vergadering van de Internationale Walvisvaart Conferentie?
De Nederlandse inzet is de spanningsboog te overbruggen op de drie
onderwerpen, genoemd in het antwoord op vraag 1. Daarbij is het wat
Nederland betreft afdoende als 80-90% van de leden van de IWC zich
daarachter schaart. Gezien het feit dat onder andere Australië geen
enkele vorm van compromis en geen RMS wil, is 100% steun niet te
voor-zien. Mochten de commissarissen van de IWC er niet uit komen, en
dat zal blijken in het begin van de besprekingen, dan zal Nederland
inzetten op een ministeriële conferentie om op politiek niveau een
doorbraak te bereiken.
Overigens heb ik op 20 april 2006 in een gezamenlijke demarche (met
onder meer Groot- Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk,
België, Brazilië, Frankrijk, Nieuw-Zeeland, en Spanje) mijn zorgen
geuit over de plannen van de Noorse regering om dit jaar op grotere
schaal dwergvinvissen te vangen. Noorwegen is ook van plan daarbij te
gaan jagen in internationale wateren. De volledige tekst van de
demarche treft u aan in de bijlage.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Antwoord van de Japanse International Whaling Commission
(IWC)-commissaris op de brief van de Nederlandse IWC-commissaris
Volledige tekst van de demarche
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit