RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/06/68
Brussel, 11 mei 2006
9073/1/06 REV 1 (Presse 130)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de
situatie in Togo
De Europese Unie heeft met voldoening geconstateerd dat het proces van
dialoog in Togo op 21 april jl. van start is gegaan, gevolgd door de
aanneming van een open agenda met alle fundamentele vraagstukken die
mede de grondslag moeten vormen voor een duurzame nationale
verzoening. Deze gebeurtenis is een belangrijke stap in de volledige
nakoming van de 22 verbintenissen die de Togolese autoriteiten zijn
aangegaan.
De Europese Unie verwelkomt de inspanningen die daarvoor zijn geleverd
door president Faure Gnassingbé, de regering, de Togolese politieke
klasse en de vertegenwoordigers van het Togolese maatschappelijke
middenveld. Zij moedigt alle deelnemers nadrukkelijk aan de dialoog
tot een goed einde te brengen en manieren en middelen te vinden om
uitvoering te geven aan de conclusies ervan.
De Europese Unie wijst erop dat zij bereid blijft de initiatieven van
de Togolese autoriteiten ter uitvoering van de 22 verbintenissen te
ondersteunen, zulks overeenkomstig het besluit van de Raad van
15 november 2004.
De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten
Kroatië*, Turkije en de Voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en
mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina en Servië
en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen,
die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en
Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven
deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.
European Union