Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Bronzen plaat met Romeinse inscriptie ontdekt in Naaldwijk

Nieuw spoor in speurtocht naar Romeinse vlootbasis

Bij opgravingen in Naaldwijk is in 2004 een fragment van een grote bronzen plaat uit de Romeinse tijd ontdekt, met daarop een Latijnse inscriptie. Ton Derks, archeoloog aan de Vrije Universiteit, analyseerde de vondst en komt tot nieuwe speculaties over de aanleg van een Romeinse vlootbasis in het Westland in het jaar 47 na Christus.

Door het eeuwenlange verblijf in de bodem was het oude oppervlak van de plaat geheel overdekt geraakt met een dikke laag roest. Het fragment, dat nog ca 24 x 23 cm meet, moet deel hebben uitgemaakt van een veel grotere plaat, waarvan de rest helaas de tand des tijds niet heeft doorstaan. Op het bewaarde deel is nu het begin van de twee laatste regels van een Latijnse tekst te lezen. Daaruit valt op te maken dat de plaat met inscriptie en het monument waarop deze oorspronkelijk was aangebracht, het werk was van de Rijnvloot van het Romeinse leger. Deze vloot had haar hoofdkwartier bij Keulen en had tot taak een oogje in het zeil te houden op de grensrivier van het rijk en de kustwateren te beveiligen; ook werd de vloot ingezet voor het overzetten van manschappen of voor zwaar transport voor het Romeinse leger.

Uit de tekst blijkt verder dat de Rijnvloot in het jaar 47 of 48 na Chr. in de omgeving van het huidige Naaldwijk een monument heeft opgericht voor keizer Claudius. Afgaand op het formaat van de letters ging het daarbij wellicht om een standbeeld.

Met uitzondering van de bronzen plaat met inscriptie, die dan de sokkel moet hebben bekleed, is daarvan bij de recente, door ADC Archeoprojecten uitgevoerde opgravingen niets meer teruggevonden. Het toeval wil echter dat al in de jaren dertig van de vorige eeuw, tijdens onderzoek van dezelfde Romeinse nederzetting een bronzen hand is ontdekt, die van het nu vermoede standbeeld afkomstig kan zijn.

Beelden van de regerend keizer stonden in alle Romeinse legerplaatsen opgesteld. Omdat in de inscriptie de Rijnvloot, aangeduid als classis Augusta Germanica, als auteur en oprichter van het monument wordt genoemd, kunnen we aannemen dat het bewuste beeld in een steunpunt van de Rijnvloot stond. Dat past bovendien uitstekend in wat al bekend is van keizer Claudius. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus gaf deze namelijk precies in het jaar 47 na Chr. zijn generaal Corbulo de opdracht het Romeinse leger definitief tot achter de Rijngrens terug te trekken. De generaal, zo meldt Tacitus, zette zijn troepen vervolgens aan het werk om een verbindingskanaal aan te leggen tussen de Oude Rijn en de Maasmonding, waarmee de gevaarlijke omweg over open zee vermeden kon worden. Ter hoogte van Naald­wijk, op korte afstand van de vindplaats van de inscriptie, moet het Kanaal van Corbulo in het Helinium (de huidige Maas) zijn uitgemond. Als de vlootbasis, waarvan de precieze locatie ook na de jongste opgravingen nog altijd niet bekend is, daadwerkelijk aan het kruispunt van deze waterwegen heeft gelegen, is de plaats daarvoor strategisch zeer goed gekozen..